ECLI:NL:RBSHE:2007:BB9903
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.B.M. Bruens
- A.F. van Hoorn
- I.M. Nusselder
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs en onrechtmatige bewijsverkrijging in Opiumwet-zaak
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 5 december 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van overtredingen van de Opiumwet. De tenlastelegging omvatte het opzettelijk aanwezig hebben van een aanzienlijke hoeveelheid MDMA en hasjiesj op 6 oktober 2006 in Helmond. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek in de woning van de verdachte is gestart naar aanleiding van een anonieme tip via Melding Misdaad Anoniem, maar dat er verder geen aanvullend onderzoek is verricht. Hierdoor ontbrak een redelijk vermoeden van schuld, wat volgens de rechtbank noodzakelijk is voor een rechtmatige doorzoeking.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het optreden van de politie onrechtmatig was, waardoor het verkregen bewijs niet kon worden gebruikt. Aangezien er geen ander bewijs aanwezig was dat de verdachte kon impliceren, heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte vrijgesproken moest worden van de hem tenlastegelegde feiten. De officier van justitie had een gevangenisstraf van zes maanden en een werkstraf geëist, maar de rechtbank heeft deze vordering afgewezen. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer en is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier. De uitspraak is gedaan na het onderzoek ter terechtzitting, waarbij ook rekening is gehouden met een eerder arrest van het gerechtshof.