ECLI:NL:RBSHE:2007:BB9814

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/853040-07
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor verkrachting wegens inconsistente verklaringen en gebrek aan bewijs

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 11 december 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van verkrachting. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 22 december 2006 te Boxmeer, waarbij de verdachte en een mededader de aangeefster zouden hebben gedwongen tot seksuele handelingen. De rechtbank heeft de zaak behandeld in een meervoudige kamer en heeft de verklaringen van de aangeefster en de verdachten zorgvuldig gewogen. De rechtbank constateerde dat de verklaringen van de aangeefster inconsistent waren en dat er geen objectieve bewijsmiddelen waren die de beschuldigingen konden ondersteunen. De verdachte en zijn mededader ontkenden stellig dat er sprake was van dwang. Gezien de inconsistenties in de verklaringen van de aangeefster en het ontbreken van overtuigend bewijs, heeft de rechtbank niet de overtuiging kunnen bekomen dat de seksuele handelingen tegen de wil van de aangeefster hebben plaatsgevonden. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Daarnaast heeft de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, aangezien de verdachte werd vrijgesproken van het feit waarop de vordering betrekking had. De rechtbank heeft de kosten van de verdachte begroot op nihil.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/853040-07
Datum uitspraak: 11 december 2007
Vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994,
wonende te [adres] ,
thans gedetineerd te: RIJ Den Hey-Acker locatie Vught.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 27 november 2007.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 4 juli 2007.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 22 december 2006, althans in de maand december 2006, te Boxmeer, tezamen en in vereniging met een ander althans alleen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] (geboren op (datum) 1993) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte en/of zijn mededader zijn/hun tong in de mond van [slachtoffer] gebracht/geduwd en/of een of meer vinger(s) in de vagina van [slachtoffer] gebracht/geduwd en/of de penis in de mond van [slachtoffer] gebracht/geduwd en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die anderefeitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte en/of zijn mededader
-[slachtoffer] naar een woning (te weten het ouderlijk huis van verdachte en/of diens medeverdachte) heeft/hebben gebracht/gelokt en/of
-(vervolgens) [slachtoffer] de woning in heeft/hebben getrokken en/of de (voor)deur heeft/hebben dichtgedaan en/of
-(vervolgens) meermalen, althans eenmaal, [slachtoffer] heeft/hebben belet de woning en/of de slaapkamer te verlaten en/of
-meermalen, althans eenmaal, in de Marokkaanse taal met elkaar heeft/hebben gesproken, waarna verdachte en/of zijn medeverdachte de (slaap)kamerheeft/hebben verlaten en/of
-zijn/hun broek en/of onderbroek naar beneden heeft/hebben gedaan en/of
-(daarbij) de woorden heeft/hebben geuit "dit is mijn kerstkadootje", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
-de gordijnen in de (slaap)kamer heeft/hebben dichtgedaan en/of
-[slachtoffer] bij de schouder(s) heeft/hebben vastgepakt en/of vastgehouden
en/of
-(daarbij/vervolgens) de broek van [slachtoffer] heeft/hebben losgemaakt/opengemaakt, althans heeft/hebben getracht de broek van [slachtoffer] los/open te maken en/of
-[slachtoffer] bij de schouders heeft/hebben vastgepakt en/of (daarbij) de woorden heeft/hebben toegevoegd dat [slachtoffer] haar mond moest houden en/of
-[slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, heeft/hebben geslagen en/of gestompt
en/of
-[slachtoffer] naar/tegen de grond heeft/hebben geduwd en/of
-(met beide handen) het hoofd van [slachtoffer] heeft/hebben vastgepakt en/of
-(vervolgens) het hoofd van [slachtoffer] in de richting van de penis heeft/hebben gebracht, althans heeft/hebben getracht te brengen en/of
-[slachtoffer] de woorden heeft/hebben toegevoegd "als je nu niet meewerkt krijg je klappen" althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
-(met kracht) heeft/hebben getracht de mond van [slachtoffer] te openen en/of
- de borst(en) van [slachtoffer] heeft/hebben betast en/of
(aldus) voor [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft/hebben doen ontstaan.
(artikel 242 jo 47 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[mededader] op of omstreeks 22 december 2006, althans in de maand december
2006, te Boxmeer door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met
geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] (geboren op (datum)
1993) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende [mededader] zijn tong in de mond van [slachtoffer] gebracht/geduwd en/of een of meer vinger(s) in de vagina van [slachtoffer] gebracht/geduwd en/of
de penis in de mond van [slachtoffer] gebracht/geduwd en bestaande dat geweld of
die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere
feitelijkhe(i)d(en) hierin dat [mededader]
-[slachtoffer] een woning in heeft getrokken en/of de (voor)deur heeft dichtgedaan en/of
-(vervolgens) meermalen, althans eenmaal, [slachtoffer] heeft belet de woning en/of de slaapkamer te verlaten en/of
-zijn broek en/of onderbroek naar beneden heeft gedaan en/of
-(daarbij) de woorden heeft geuit "dit is mijn kerstkadootje", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
-de gordijnen in de (slaap)kamer heeft dichtgedaan en/of
-de broek van [slachtoffer] heeft losgemaakt/opengemaakt, althans heeft getracht de broek van [slachtoffer] los/open te maken en/of
-[slachtoffer] bij de schouders heeft vastgepakt en/of (daarbij) de woorden heeft toegevoegd dat [slachtoffer] haar mond moest houden en/of
-[slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, heeft geslagen en/of gestompt en/of
-[slachtoffer] naar/tegen de grond heeft geduwd en/of
-(met beide handen) het hoofd van [slachtoffer] heeft vastgepakt en/of
-(vervolgens) het hoofd van [slachtoffer] in de richting van zijn penis heeft gebracht, althans heeft getracht te brengen en/of
-[slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd "als je nu niet meewerkt krijg je klappen" althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
-(met kracht) heeft getracht de mond van [slachtoffer] te openen en/of
- de borst(en) van [slachtoffer] heeft betast en/of
(aldus) voor [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan, bij het plegen van welk misdrijf verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest door zijn medewerking te verlenen aan het meelokken van [slachtoffer] naar zijn, verdachtes, (ouderlijk) huis en/of (vervolgens) zijn, verdachtes, (slaap)kamer ter beschikking te stellen en/of door (telkens) op verzoek van die [mededader] de (slaap)kamer te verlaten;
(artikel 242 jo 48 Wetboek van Strafrecht)
De geldigheid van de dagvaarding.
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen.
De bevoegdheid van de rechtbank.
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Schorsing der vervolging.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
De eis van de officier van justitie..
(voor het primair tenlastegelegde:)
- Jeugddetentie voor de duur van 242 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan een deel, groot 120 dagen, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, en met als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zich zal gedragen naar de aanwijzingen hem in het kader van jeugdreclassering te geven door of namens de William Schrikker Stichting.
- Een leerstraf (cursus seksualiteit ) voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen jeugddetentie.
- Hoofdelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] tot een bedrag van EUR 1.500,- en het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel voor dit bedrag, subsidiair 30 dagen jeugddetentie. Niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij voor wat betreft het anders of meer gevorderde.
De bewijsbeslissing.
Uit het de verklaringen van [slachtoffer] blijkt het navolgende. Zij is op 22 december 2006 samen met [mededader] en [verdachte] naar de woning van [verdachte] gegaan. Onderweg is men gestopt bij de woning van een oom van [verdachte] omdat [verdachte] daar een sleutel moest ophalen. Bij die woning hebben aangeefster en [mededader] gezoend en geknuffeld. Aangeefster heeft teruggezoend en het knuffelen heeft aangeefster toegestaan. Ook heeft [mededader] aangeefster daar gevingerd.
Vervolgens is aangeefster met [mededader] en [verdachte] naar de woning van [verdachte] gegaan. In die woning heeft aangeefster sex gehad met [mededader]. [mededader] heeft haar daar gevingerd en ze heeft [mededader] gepijpt.
Hetgeen aangeefster tijdens het informatieve gesprek van 29 januari 2007 heeft verklaard over hetgeen zich in de woning heeft afgespeeld, is op onderdelen niet consistent met wat zij in de aangifte op 15 februari 2007 hierover heeft verklaard. Zo maakt zij in de aangifte aanvankelijk geen melding van het vingeren door [mededader]. Nadat [mededader] even later de woning had verlaten heeft aangeefster zowel boven op bed als ook buiten nog getongzoend met [verdachte]. Aangeefster heeft hierover bij de rechter-commissaris verklaard: ”Ik heb me ook niet verzet en eigenlijk wel meegezoend”. Korte tijd later is aangeefster weggegaan.
[meded[mededader] en [verdachte]achte] zijn meerder malen gehoord. Beide verklaren dat er wel seksuele handelingen hebben plaatsgevonden maar zij ontkennen ten stelligste dat er sprake is geweest van dwang.
Gelet op de inconsistente verklaringen van aangeefster, de stellige ontkenning van verdachte en de medeverdachte, en op het ontbreken van objectieve aanvullende bewijsmiddelen, heeft de rechtbank niet de overtuiging bekomen dat de seksuele handelingen, waaronder het binnen
dringen van het lichaam, tegen de wil van aangeefster hebben plaatsgevonden.
De rechtbank acht derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte primair en subsidiair is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer].
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, aangezien de verdachte wordt vrijgesproken van het feit waarop de vordering van de benadeelde partij betrekking heeft.
De rechtbank zal de benadeelde partij veroordelen in de kosten van de verdachte als bedoeld in artikel 592a van het Wetboek van Strafvordering. Deze kosten worden begroot op nihil.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
Verklaart het primair en het subsidiair tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen.
BESLISSING:
T.a.v. primair, subsidiair:
Vrijspraak, achtende de rechtbank het primair tenlastegelegde en het subsidiair
tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen.
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer] in haar vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.E. Bartels, voorzitter, tevens kinderrechter-plv.,
mr. P.J.H. Van Dellen en mr. A.B. Baumgarten, leden,
in tegenwoordigheid van G.G. Dirks, griffier,
en is uitgesproken op 11 december 2007,
zijnde mr. Baumgarten buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.