vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Parketnummer: 01/994109-05
Datum uitspraak: 30 november 2007
Vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1957,
wonende te [woonplaats], [adres]
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 30 november 2007.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 1 november 2007.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
[medeverdachte] (hierna ook te noemen "de B.V.") op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot en met 2 december 2004 te Deurne, althans in het arrondissement 's-Hertogenbosch, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens),althans een of meer,
(zaak 1.1)
-een analyserapport voorzien van onderzoeksnummer P 44801 (bijlage D/159, pag 001392), en/of
(zaak 1.2)
-een begeleidingsformulier minas mestonderzoek d.d. 8 april 2003 (bijlage D/27, pag 001212) en/of (een) analyserapport(en) voorzien van onderzoeksnummer P 33158 (bijlage D/165, pag 001400 - 001402), en/of
(zaak 1.3)
-een begeleidingsformulier minas mestonderzoek d.d. 3 september 2004 (bijlage D/36, pag 001255) en/of (een) analyserapport(en) voorzien van onderzoeksnummer P 46934 (bijlage D/167, pag 1404 - 001406), en/of
(zaak 1.4)
-een begeleidingsformulier minas mestonderzoek d.d. 20 augustus 2004 (bijlage D/57, pag 001287) en/of (een) analyserapport(en) voorzien van onderzoeksnummer P 46935 (bijlage D/170, pag 001409 - 001411), en/of
(zaak 1.5)
-een begeleidingsformulier minas mestonderzoek d.d. 2 december 2003 (bijlage D/68, pag 001299) en/of (een) analyserapport(en) voorzien van onderzoeksnummer P 36221 (bijlage D/172, pag 001413 - 001415),en/of
(zaak 1.6)
-een begeleidingsformulier minas mestonderzoek d.d. 20 mei 2003 (bijlage D/81, pag 001312) en/of (een) analyserapport(en) voorzien van onderzoeksnummer P 33498 (bijlage D/174, pag 001417 - 001419),
- (elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, hebbende de B.V. en/of (een of meer) van haar mededader(s) toen daar (telkens) opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid
(zaak 1.1)
-in het analyse rapport met onderzoeksnummer P 44801 (bijlage D/159, pag 001392) vermeld/laten vermelden dat in de totale hoeveelheid mest van (ongeveer) 62750 kg het gehalte aan fosfaat (ongeveer) 3.25 g/kg en/of het gehalte aan stikstof (ongeveer) 5.47 g/kg bedroeg, zulks terwijl dit in werkelijkheid (ongeveer) 5.38 g fosfaat/kg was en/of (ongeveer) 4.60 g stikstof/kg was (analyse-certificaat met onderzoeksnummer P 42870, bijlage D/9, D/10, D/11 pag 001192 - 001194), en/of
(zaak 1.2)
-op dat begeleidingsformulier minas mestonderzoek het onderzoeksnummer P 33158 vermeld/laten vermelden, zulks terwijl dit in werkelijkheid onderzoeksnummer P 31932 was (D/27, pag 001212, en/ofin (een) analyserapport(en) met onderzoeksnummer P 33158 (bijlage D/165, pag 001400) vermeld/laten vermelden dat in de totale hoeveelheid mest van
(ongeveer) 72480 kg, het gehalte aan fosfaat (ongeveer) 3.30 g/kg en/of het gehalte aan stikstof (ongeveer) 6.20 g/kg bedroeg, zulks terwijl dit in werkelijkheid (ongeveer) 6.77 g fosfaat/kg en/of (ongeveer) 4.30 g stikstof/kg was (bijlage D/164, pag 001399), en/of
(zaak 1.3)
-op dat begeleidingsformulier minas mestonderzoek het onderzoeksnummer P 46934 vermeld/laten vermelden, zulks terwijl dit in werkelijkheid onderzoeksnummer P 46155 was, (bijlage D/36, pag 001255), en/of in (een) analyserapport(en) met onderzoeksnummer P 46934 (bijlage D/167, pag 001404 - 001406) vermeld/laten vermelden dat in de totale hoeveelheid mest van (ongeveer) 33640 kg het gehalte aan fosfaat (ongeveer) 24.1 g/kg bedroeg en/of het gehalte aan stikstof (ongeveer) 11.1g/kg bedroeg, zulks terwijl dit in
werkelijkheid (ongeveer) 35.8 g fosfaat/kg en/of (ongeveer) 18.0 g stikstof/kg was (bijlage D/166, pag 001403), en/of
(zaak 1.4)
-op dat begeleidingsformulier minas mestonderzoek het onderzoeksnummer P 46935 vermeld/laten vermelden, zulks terwijl dit in werkelijkheid onderzoeksnummers P 46311 en P 45745 waren (bijlage D/57, pag 001287), en/of in (een) analyserapport(en) met onderzoeksnummer P 46935 (bijlage D/170, pag 001409 - 001411) vermeld/laten vermelden dat in de totale hoeveelheid mest, zijnde (ongeveer) 145300 kg het gehalte aan fosfaat (ongeveer) 2.63 g/kg bedroeg en/of het gehalte aan stikstof (ongeveer) 6.41 g/kg bedroeg, zulks terwijl dit in werkelijkheid (ongeveer) 2.63 g fosfaat/kg en/of 7.20 g
stikstof/kg (onderzoeksnummer P 45745) en/of 1.93 g fosfaat/kg en/of 3.88 g stikstof/kg (onderzoeksnummer P 46311) was (bijlage D/168, pag 001407 en D/169, pag 001408), en/of
(zaak 1.5)
-op dat begeleidingsformulier minas mestonderzoek het onderzoeksnummer P 36221 vermeld/laten vermelden, zulks terwijl dit in werkelijkheid onderzoeksnummer P 36115 was (bijlage D/68, pag 001299), en/ofin (een) analyserapport(en) met onderzoeksnummer P 36221 (bijlage D/172, pag 001413 - 001415) vermeld/laten vermelden dat in de totale hoeveelheid mest, zijnde (ongeveer) 228540 kg het gehalte aan fosfaat (ongeveer) 6.64 g/kg
bedroeg en/of het gehalte aan stikstof (ongeveer) 7.67 g/kg bedroeg, zulks terwijl dit in werkelijkheid (ongeveer) 7.83 g fosfaat/kg en/of 6.34 g stikstof/kg was (bijlage D/171, pag 001412), en/of
(zaak 1.6)
-op dat begeleidingsformulier minas mestonderzoek het onderzoeksnummer P 33498 vermeld/laten vermelden, zulks terwijl dit in werkelijkheid onderzoeksnummer P 33275 was (bijlage D/81, pag 001312), en/of in (een) analyse rapport(en) met onderzoeksnummer P 33498 (bijlage D/174, pag 001417 - 001419) vermeld/laten vermelden dat in de totale hoeveelheid mest, zijnde( ongeveer) 37680 kg het gehalte aan fosfaat (ongeveer) 2.22 g/kg
bedroeg en/of het gehalte aan stikstof (ongeveer) 4.32 g/kg bedroeg, zulks terwijl dit in werkelijkheid (ongeveer) 4.33 g fosfaat/kg was en/of 4.92 g fosfaat/kg was (bijlage D/173, pag 001416),
zulks met het oogmerk om die / dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
[medeverdachte] (hierna ook te noemen "de B.V.") op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode vanaf 1 januari 2003 tot en met 2 dec 2004 in de gemeente Deurne, althans in het arrondissement 's-Hertogenbosch, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens)
(ZAAK 2.1)
-(een) analyserapport(en) voorzien van onderzoeksnummer P44142i (D/175, pag 001420 - 001422), behorende bij een begeleidingsformulier minas mestonderzoek met onderzoeksnummer P44142, en/of
(ZAAK 2.2)
-een begeleidingsformulier minas mestonderzoek met onderzoeksnummer P43835 (D/85, pag 001316) en/of (een) analyserapport(en) voorzien van onderzoeksnummer P43835 (D/176, pag 001423 - 001425), en/of
(ZAAK 2.3)
-(een) analyserapport(en) voorzien van onderzoeksnummer P43036i (D/177, pag 001426 - 001428), en/of
(ZAAK 2.4)
-een begeleidingsformulier minas mestonderzoek met onderzoeksnummer P44098 (D/99, pag 001330) en/of (een) analyserapport(en) voorzien van P44098 (D/178, pag 001429 - 001431), en/of
(ZAAK 2.5)
-een begeleidingsformulier minas mestonderzoek met onderzoeksnummer P44488 (D/122, pag 001353) en/of (een) analyserapport(en) voorzien van P44488 (D/179, pag 001432 - 001434), en/of
(ZAAK 2.6)
-een begeleidingsformulier minas mestonderzoek met onderzoeksnummer P44490 (D/138, pag 001370) en/of (een) analyserapport(en) voorzien van P44490 (D/180, pag 001435 - 001437)
- zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, hebbende de B.V. en/of (een of meer van) haar mededader(s) toen daar (telkens) opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid
(ZAAK 2.1)
-in (een) analyserapport(en) met onderzoeksnummer P44142i (bijlage D/175, pag 001420 - 001422) vermeld/laten vermelden dat in een totale hoeveelheid mest van (ongeveer) 50250 kg, de hoeveelheid fosfaat (ongeveer) 202 kg en/of de totale hoeveelheid stikstof (ongeveer) 337 kg bedroeg, zulks terwijl dit in werkelijkheid een totale hoeveelheid mest van (ongeveer) 75250 kg was met een hoeveelheid fosfaat van (ongeveer) 302 kg was en/of met een hoeveelheid stikstof van (ongeveer) 504 kg was (analysecertificaat met onderzoeksnummer
P44142 bijlage D/49, pag 001279),en/of
(ZAAK 2.2)
-op dat begeleidingsformulier minas mestonderzoek met onderzoeksnummer P43835 (bijlage D/85, pag 001316) bij het onderdeel analysepakketten vermeld/laten vermelden dat het aantal potten/zakken 3 bedroeg, zulks terwijl dit in werkelijkheid in 6 was, en/of
in (een) analyserapport(en) met onderzoeksnummer P43835 (bijlage D/176, pag 001423 - 001425) vermeld/laten vermelden dat in een totale hoeveelheid mest van (ongeveer) 88650 kg, de hoeveelheid fosfaat (ongeveer) 616 kg en/of de hoeveelheid stikstof (ongeveer) 491 kg bedroeg, zulks terwijl dit in werkelijkheid meer bedroeg, en/of
(ZAAK 2.3)
-in (een) analyserapport(en) met onderzoeksnummer P43036i (bijlage D/177, pag 001426) vermeld/laten vermelden dat een totale hoeveelheid mest van (ongeveer) 37920 kg, de hoeveelheid fosfaat (ongeveer) 312 kg en/of de hoeveelheid stikstof (ongeveer) 237 kg bedroeg, zulks terwijl dit in werkelijkheid een hoeveelheid mest van (ongeveer)108800 kg was met een hoeveelheid fosfaat van (ongeveer) 895 kg en/of met een hoeveelheid stikstof
van (ongeveer) 679 kg was ( analysecertificaat met onderzoeksnummer P43036 -Bijlage D/98, pag 001329 ), en/of
(ZAAK 2.4)
-op dat begeleidingsformulier minas mestonderzoek met onderzoeksnummer P44098 (bijlage D/99 pag 001330) bij het onderdeel analysepakketten vermeld/laten vermelden dat het aantal potten/zakken 5 bedroeg, zulks terwijl dit in werkelijkheid 7 was, en/ofin (een) analyserapport(en) met onderzoeksnummer P44098 (bijlage D/178, pag 001429 - 001431) vermeld/laten vermelden dat in een totale hoeveelheid mest van (ongeveer) 150900 kg, de hoeveelheid fosfaat 989 kg en/of de hoeveelheid stikstof 1539 kg bedroeg, zulks terwijl dit in werkelijkheid een hoeveelheid mest van (ongeveer) 211800 kg was met een hoeveelheid fosfaat van (ongeveer) 1389 kg en/of met een hoeveelheid stiktof van (ongeveer) 2161 Kg
was (analysecertificaat met onderzoeksnummer P44098 - bijlage D/107, D/108, D/109 pag 001338-001340), en/of
(ZAAK 2.5)
-op dat begeleidingsformulier minas mestonderzoek met onderzoeksnummer P44488 (bijlage D/122, pag 001353) bij het onderdeel analysepakketten vermeld/laten vermelden dat het aantal potten/zakken 6 bedroeg, zulks terwijl dit in werkelijkheid 11 was, en/of
in (een) analyserapport(en) met onderzoeksnummer P44488 (bijlage D/179, pag 001432 - 001434) vermeld/laten vermelden dat in een totale hoeveelheid mest van (ongeveer) 132700 kg de hoeveelheid fosfaat (ongeveer) 971 kg en/of de hoeveelheid stikstof (ongeveer) 1305 kg bedroeg, zulks terwijl dit in werkelijkheid een hoeveelheid mest van (ongeveer) 242950 kg met een hoeveelheid fosfaat van (ongeveer) 1778 kg en/of met een hoeveelheid stikstof
van (ongeveer) 2388 kg was (analysecertificaat met onderzoeksnummer P44488 - bijlage D/131, pag 001363 ), en/of
(ZAAK 2.6)
-op dat begeleidingsformulier minas mestonderzoek met onderzoeksnummer P44490 (bijlage D/138, pag 001370) bij het onderdeel analysepakketten vermeld/laten vermelden dat het aantal potten/zakken 7 bedroeg, terwijl dit in werkelijkheid 11 was, en/of
in (een) analyserapport(en) met onderzoeksnummer P44490 (bijlage D/180, pag 001435 - 001437) vermeld of laten vermelden dat in een totale hoeveelheid mest van (ongeveer) 154750 kg, de hoeveelheid fosfaat (ongeveer) 1066 kg en/of de hoeveelheid stikstof (ongeveer) 1514 kg bedroeg, zulks terwijl dit in werkelijkheid een hoeveelheid mest van (ongeveer) 243500 kg met een hoeveelheid fosfaat van (ongeveer) 1678 kg en/of met een hoeveelheid stikstof (ongeveer) 2382 kg was (analysecertificaat met onderzoeksnummer P44490 -bijlage D/148, pag 001381),
zulks met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
De geldigheid van de dagvaarding.
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen.
De bevoegdheid van de rechtbank.
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
De raadsman van verdachte heeft als preliminair verweer aangevoerd, dat de officier van justitie niet ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn vervolging wegens overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM, op gronden zoals weergegeven in de door hem overgelegde pleitnota.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting erkend, dat er weliswaar sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn met 12 maanden, doch dat deze overschrijding niet dermate groot is, dat dit tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie dient te leiden.
De rechtbank overweegt als volgt.
Uit de processtukken blijkt dat er op 2 december 2004 een doorzoeking heeft plaatsgevonden in het pand waarin medeverdachte [B.V.] te Deurne, het bedrijf waarvan verdachte medebestuurder is, is gevestigd. Tevens is op genoemde datum verdachte gehoord in een strafrechtelijk onderzoek dat onder meer betrekking had op de tenlastegelegde (feitelijk leiding geven aan) valsheid in geschrift. Op 26 oktober 2005 is verdachte in verzekering gesteld en gehoord over deze feiten. Op 29 oktober 2005 is verdachte heengezonden. Het eindproces-verbaal van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is afgesloten op 1 december 2005. De dagvaarding is gedateerd 1 november 2007.
Volgens vaste jurisprudentie voor wat betreft de berechting van een zaak in eerste aanleg heeft als uitgangspunt te gelden, dat de behandeling van de zaak ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaren, nadat de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn is aangevangen, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden.
De rechtbank is van oordeel dat in casu de redelijke termijn moet worden gerekend vanaf 2 december 2004, zijnde de datum waarop genoemde doorzoeking heeft plaatsgevonden en verdachte voor de eerste maal in het kader van het onderhavige onderzoek werd verhoord en verdachte vanaf die datum redelijkerwijs kon verwachten dat het openbaar ministerie het voornemen had tegen hem een strafvervolging in te stellen. De rechtbank stelt voorts vast dat sinds het sluiten van het onderzoek op 1 december 2005 en het uitgaan van de dagvaarding op 1 november 2007 er een periode van twee jaren inactiviteit is geweest aan de zijde van het openbaar ministerie. Met de verdediging en de officier van justitie acht de rechtbank de redelijke termijn overschreden. Op de dag van de zitting is er sprake van een tijdsverloop van 36 maanden, hetgeen impliceert dat de door de Hoge Raad als regel gehanteerde redelijke termijn van twee jaren, op de dag van de zitting met 12 maanden is overschreden.
Ter terechtzitting is zijdens het openbaar ministerie als enig redengevend argument voor de onderhavige overschrijding van de redelijke termijn aangedragen, dat het functioneel parket kampt met capaciteitsproblemen. Er zijn door de officier van justitie geen bijzondere omstandigheden aangedragen die deze lange periode van inactiviteit kunnen verklaren.
De rechtbank oordeelt dat de overschrijding op geen enkele wijze te wijten is aan de houding van verdachte gedurende het onderzoek. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat de complexiteit van de onderliggende zaak de onderhavige overschrijding evenmin rechtvaardigt. Gelet op het verhandelde ter terechtzitting acht de rechtbank het voorts aannemelijk dat verdachte nadeel heeft ondervonden gedurende de periode van twee jaren inactiviteit aan de zijde van het openbaar ministerie. De rechtbank stelt bovendien vast dat er vanwege het openbaar ministerie bij brief van 23 juni 2006 een toezegging is gedaan, dat er op korte termijn een beoordeling van de zaak zou plaatsvinden, waardoor naar het oordeel van de rechtbank bij verdachte een verwachting is gewekt, dat op korte termijn een vervolgingsbeslissing zou worden genomen. Hierbij acht de rechtbank nog mede van belang het schrijven vanwege het openbaar ministerie van 6 januari 2006 waarin aan de raadsman van verdachte is medegedeeld dat er niet zou worden getransigeerd.
De rechtbank is van oordeel dat onderhavige zaak een evident maatschappelijk belang heeft. Medeverdachte [B.V.] is een geaccrediteerd laboratorium en vervult daardoor een belangrijke en wezenlijke positie bij de uitvoering van overheidsbeleid, waaronder in casu de uitvoering van de Minas-regelgeving. Verdachte treedt op als bestuurder van genoemd laboratorium. De rechtbank is echter van oordeel dat gelet op de lange periode van totale inactiviteit waaraan, zo concludeert de rechtbank, geen bijzondere omstandigheden ten grondslag hebben gelegen, bij afweging van het belang van de gemeenschap bij normhandhaving door berechting van verdachte tegen diens belang bij berechting binnen een redelijke termijn, aan de onderhavige overschrijding van de redelijke termijn de zwaarste sanctie dient te worden verbonden. De rechtbank zal het openbaar ministerie dan ook niet-ontvankelijk verklaren.
Verklaart het openbaar ministerie niet ontvankelijk in de vervolging van verdachte.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. G.A.F.M. Wouters, voorzitter,
mr. A.F. van Hoorn en mr. R.J. Bokhorst, leden,
in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Weemers, griffier,
en is uitgesproken op 30 november 2007,
zijnde mr. R.J. Bokhorst buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
8
Parketnummer: 01/994109-05
[verdachte]