ECLI:NL:RBSHE:2007:BB9694
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.M.P. Willemse
- C.B.M. Bruens
- M.E. Bartels
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak met minderjarigen
In deze zaak, die op 4 december 2007 door de Rechtbank 's-Hertogenbosch werd behandeld, stond de verdachte terecht op beschuldiging van ontucht met twee minderjarige meisjes, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. De tenlastelegging betrof ontuchtige handelingen die zouden hebben plaatsgevonden tussen 1 januari 2003 en 4 maart 2005. De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, en een schadevergoeding voor de benadeelde partij. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verklaringen van de slachtoffers niet voldoende waren om de verdachte wettig en overtuigend te veroordelen. De rechtbank merkte op dat de aangiften van de slachtoffers niet door objectief bewijs werden ondersteund en dat de verklaringen van de getuigen voornamelijk gebaseerd waren op wat de slachtoffers hen hadden verteld. De rechtbank concludeerde dat de enkele verklaringen van de slachtoffers onvoldoende waren voor een bewezenverklaring van de ontuchtige handelingen. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte van het hem tenlastegelegde feit werd vrijgesproken. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 20 november 2007.