ECLI:NL:RBSHE:2007:BB6501
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.W.H. Renneberg
- E.W. van den Heuvel
- D. Bogaert
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie wegens onterecht aanmerken verdachte
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 28 september 2007, is het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk verklaard. De verdachte was aangeklaagd voor het bezit van een aanzienlijke hoeveelheid drugs, waaronder MDMA, MDEA, MDA en hasjiesj, op 6 oktober 2006 in Helmond. De dagvaarding was opgemaakt op 31 augustus 2007 en voldeed aan de wettelijke eisen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de politie anonieme informatie, verkregen via de Melding Misdaad Anoniem (MMA), niet voldoende was om een redelijk vermoeden van schuld vast te stellen. Er was geen aanvullend bewijs dat de aannemelijkheid van de melding ondersteunde, waardoor de rechtbank concludeerde dat de verdachte ten onrechte als verdachte was aangemerkt. Dit leidde tot de beslissing dat het dwangmiddel van binnentreden onrechtmatig was toegepast. De rechtbank heeft, in overeenstemming met het verweer van de raadsman van de verdachte, geoordeeld dat het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk is in de vervolging. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, waarbij de voorzitter en de leden de argumenten van zowel de verdediging als de officier van justitie hebben overwogen. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, N.J.M. van Rooij.