verkort vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Parketnummers dagvaarding: 01/845313-07, 01/840423-06, 01/846602-07 en 01/850058-07
Parketnummer vordering: 01/845187-06
Datum uitspraak: 20 september 2007
Verkort vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984,
wonende te [adres],
thans gedetineerd in de PI Vught - Nieuw Vosseveld 1 GEV te Vught.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van de politierechter van 27 maart 2007 (01/840423-06) en 1 juni 2007 (01/846602-07) en van de rechtbank van 6 september 2007.
Op de politierechterzitting van 6 september 2007 heeft de politierechter de zaken met parketnummers 01/840423-06, 01/846602-07, 01/850058-07 en 01/845187-06 verwezen naar de meervoudige strafkamer van deze rechtbank d.d. 6 september 2007 en heeft vervolgens de rechtbank de tegen verdachte, onder de hiervoor genoemde parketnummers aanhangig gemaakte zaken gevoegd met de zaak met parketnummer 01/845313-07 tegen verdachte.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte/veroordeelde naar voren is gebracht.
De zaak met parketnummer 01/845313-07 is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 10 augustus 2007.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1. hij op of omstreeks 2 juni 2007 te 's-Hertogenbosch, in elk geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een perceel (aan de
[adres]) heeft weggenomen
- een geldkistje en/of een hoeveelheid geld en/of goederen van hun/zijn gading,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
- Smoka BV en/of Steco en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van
het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die geldkistje en/of
hoeveelheid geld en/of goederen van zijn/hun gading onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming te
weten het forceren van een (of meer) slot(en) (van een toegangsdeur) (van
voormeld perceel);
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 2 juni 2007 te 's-Hertogenbosch ter uitvoering van het
door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een perceel (aan de [adres]) weg te nemen geld en/of goederen van
hun/zijn gading, geheel of ten dele toebehorende aan Smoka BV en/of Steco
en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot dat
perceel te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen van
hun/zijn gading onder hun/zijn bereik te brengen door middel van braak,
verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans
alleen, een (of meer) slot(en) (van een toegangsdeur) (van voormeld perceel)
hebben/heeft geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf
niet is voltooid;
2. hij op of omstreeks 02 juni 2007 te Vught, in elk geval in Nederland, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een of meer
perso(o)n(en) genaamd [[slachtoffer 3]] en/of [slachtoffer 4] (beide ambtenaar van
politie regio Brabant Noord), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te
brengen, met dat opzet (met kracht) een breekijzer, in elk geval een hard
en/of zwaar voorwerp, in de richting van (de voorruit van) het dienstvoertuig
waarin die [slachtoffer 3] en/of [[slachtoffer 4]] zaten heeft gegooid, terwijl de uitvoering van
dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
[artikel 302/45 Wetboek van Strafrecht]
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 2 juni 2007 te Vught opzettelijk en wederrechtelijk een
auto, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Politie
Brabant-Noord, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft
vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
[Sr art. 350]
3. hij op of omstreeks 02 juni 2007 te Vught, in elk geval in Nederland,
opzettelijk mishandelend een ambtenaar, te[slachtoffer 4] (hoofdagent
van politie regio Brabant Noord), gedurende en/of terzake van de rechtmatige
uitoefening van zijn/haar bediening, meermalen, althans eenmaal, (met kracht)
in/tegen het gezicht heeft geslagen, waardoor voornoemde ambtenaar letsel
heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
[Sr art. 300/304]
De zaak met parketnummer 01/840423-06 is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 13 februari 2007.
De tenlastelegging in deze zaak is op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van de politierechter van 27 maart 2007 gewijzigd.
Aan verdachte is met inbegrip van deze wijziging tenlastegelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 29 maart 2006 tot en met 09 september 2006
te 's-Hertogenbosch, in elk geval in Nederland, een fiets (merk Gazelle) heeft
verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten
tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fiets wist, althans
redelijkerwijs moest vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen
goed(eren) betrof;
(artikel 416 Wetboek van Strafrecht)
De zaak met parketnummer 01/846602-07 is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 22 maart 2007.
De tenlastelegging in deze zaak is op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van de politierechter van 1 juni 2007 en ter terechtzitting van de meervoudige kamer van 6 september 2007 gewijzigd.
Aan verdachte is met inbegrip van deze wijzigingen tenlastegelegd dat:
1. hij op of omstreeks 9 februari 2007 te 's-Hertogenbosch als bestuurder van
een voertuig, (personenauto), voor het besturen waarvan een rijbewijs is vereist, terwijl aan hem, verdachte, geen rijbewijs voor het besturen van dat motorrijtuig was afgegeven, dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, lid 3, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 735 microgram, in elk geval hoger dan 88 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
[Artikel 8 Wegenverkeerswet 1994]
2. hij op of omstreeks 09 februari 2007 te 's-Hertogenbosch als bestuurder van een
motorrijtuig (personenauto) heeft gereden op de weg, Beurdsestraat, zonder dat
aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1
van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van
motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
[Artikel 107 Wegenverkeerswet 1994
De zaak met parketnummer 01/850058-07 is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 10 mei 2007.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1. hij op of omstreeks 9 maart 2007 te 's-Hertogenbosch, als bestuurder van een
motorrijtuig, (personenauto), voor het besturen waarvan een rijbewijs is
vereist, terwijl aan hem, verdachte, geen rijbewijs voor het besturen van dat
motorrijtuig was afgegeven, dit motorrijtuig heeft bestuurd, na zodanig
gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij
onderzoek, als bedoeld in artikel 8, lid 3, aanhef en onder a van de
Wegenverkeerswet 1994, 760 microgram, in elk geval hoger dan 88 microgram,
alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
(artikel 8 lid 3 onder a van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 8 lid 4
Wegenverkeerswet 1994)
2. hij op of omstreeks 09 maart 2007 te 's-Hertogenbosch als bestuurder van een
motorrijtuig (personenauto) heeft gereden op de weg, Van Grobbendocklaan,
zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel
116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de
categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde;
Artikel 107 Wegenverkeerswet 1994
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
3. hij op of omstreeks 09 maart 2007 te 's-Hertogenbosch toen een
opsporingsambtenaar hem naar zijn identiteitsgegevens vroeg, aan die
opsporingsambtenaar (een) andere dan zijn werkelijke naam en/of voornaam en/of
geboortedatum en/of adres heeft opgegeven;
Artikel 435 Wetboek van Strafrecht
De vordering na voorwaardelijke veroordeling.
De zaak met parketnummer 01/845187-06 is aangebracht bij vordering van 1 februari 2007. Deze vordering heeft betrekking op het vonnis van de politierechter te 's-Hertogenbosch d.d. 10 juli 2006. Een kopie van de vordering is aan dit vonnis gehecht. De officier van justitie heeft ter terechtzitting van de meervoudige kamer van 6 september 2007 zijn vordering na voorwaardelijke veroordeling met instemming van de rechtbank op grond van artikel 14i, lid 6, van het Wetboek van Strafrecht gewijzigd, in die zin dat de vordering thans berust op alle voormelde aan verdachte tenlastegelegde feiten.
De geldigheid van de dagvaardingen.
De dagvaardingen voldoen aan alle wettelijke eisen.
De bevoegdheid van de rechtbank.
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Schorsing der vervolging.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
De bewijsbeslissing.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder parketnummer 01/845313-07 onder 1 primair en onder 2 primair en onder parketnummer 01/840423-06 is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt ten aanzien van het onder parketnummer 01/845313-07 onder 1 primair tenlastegelegde het volgende. Nu slechts uit de aangifte en uit geen enkel ander bewijsmiddel blijkt van de diefstal van een geldkistje is er onvoldoende wettig bewijs voor een voltooide diefstal.
De rechtbank overweegt ten aanzien van het onder parketnummer 01/840423-06 tenlastegelegde - uitgaande van de verklaring van verdachte - het volgende. Verdachte koopt op de zwarte markt in Vleuten een Gazelle damesfiets voor de prijs van 75,-- euro, terwijl ten aanzien van die fiets niet blijkt van beschadigingen of andere aanwijzingen die duiden op diefstal of een ander misdrijf. Aangeefster verklaart dat ze de bewuste fiets heeft aangeschaft in het jaar 2000. De rechtbank is van oordeel dat de koopprijs in relatie tot de waarde van de fiets niet dusdanig afwijkend is dat geconcludeerd kan worden dat verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat de fiets ten tijde van het onder die omstandigheden kopen daarvan van misdrijf afkomstig was.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte:
in de zaak met parketnummer 01/845313-07:
subsidiair:
1. op 2 juni 2007 te 's-Hertogenbosch ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een perceel (aan de [adres]) weg te nemen geld en/of goederen van
hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan Smoka BV en/of Steco en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en zich daarbij de toegang tot dat perceel te verschaffen door middel van braak, met een of meer van zijn mededader(s), een slot (van een toegangsdeur) van voormeld perceel hebben/heeft geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair:
2. op 2 juni 2007 te Vught opzettelijk en wederrechtelijk een auto, toebehorende aan Politie Brabant-Noord, heeft beschadigd;
3. op 02 juni 2007 te Vught opzettelijk mishandelend een ambtenaar, te[slachtoffer 4] (hoofdagent van politie regio Brabant Noord), gedurende en terzake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening, meermalen (met kracht) tegen het gezicht heeft geslagen, waardoor voornoemde ambtenaar pijn heeft ondervonden;
in de zaak met parketnummer 01/846602-07:
1. op 9 februari 2007 te 's-Hertogenbosch als bestuurder van een voertuig, (personenauto), voor het besturen waarvan een rijbewijs is vereist, terwijl aan hem, verdachte, geen rijbewijs voor het besturen van dat motorrijtuig was afgegeven, dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, lid 3, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 735 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
2. op 09 februari 2007 te 's-Hertogenbosch als bestuurder van een
motorrijtuig (personenauto) heeft gereden op de weg, Beurdsestraat, zonder dat
aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1
van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van
motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde;
in de zaak met parketnummer 01/850058-07:
1. op 9 maart 2007 te 's-Hertogenbosch, als bestuurder van een
motorrijtuig, (personenauto), voor het besturen waarvan een rijbewijs is
vereist, terwijl aan hem, verdachte, geen rijbewijs voor het besturen van dat
motorrijtuig was afgegeven, dit motorrijtuig heeft bestuurd, na zodanig
gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij
onderzoek, als bedoeld in artikel 8, lid 3, aanhef en onder a van de
Wegenverkeerswet 1994, 760 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
2. op 9 maart 2007 te 's-Hertogenbosch als bestuurder van een
motorrijtuig (personenauto) heeft gereden op de weg, Van Grobbendocklaan,
zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel
116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de
categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde;
3. op 9 maart 2007 te 's-Hertogenbosch toen een
opsporingsambtenaar hem naar zijn identiteitsgegevens vroeg, aan die
opsporingsambtenaar (een) andere dan zijn werkelijke voornaam en
geboortedatum en adres heeft opgegeven;
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 18, 23, 24, 24c, 27, 36f, 45, 57, 62, 63, 300, 304, 310, 311, 350, 435.
Wegenverkeerswet 1994 art. 8, 107, 176, 177.
DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID
De eis van de officier van justitie.
Vrijspraak ten aanzien van het onder parketnummer 01/845313-07 onder 2 primair tenlastegelegde. Ten aanzien van het onder parketnummer 01/845313-07 onder 1 primair, 2 subsidiair en 3 telastegelegde, het onder parketnummer 01/840423-06 (schuldheling) tenlastegelegde, het onder parketnummer 01/846602 onder 1 tenlastegelegde en het onder parketnummer 01/850058-07 onder 1 tenlastegelegde, een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met aftrek van voorarrest. Ten aanzien van de onder parketnummer 01/846602-07 onder 2 tenlastegelegde overtreding en ten aanzien van de onder parketnummer 01/850058-07 onder 2 en 3 tenlastegelegde overtredingen, telkens hechtenis voor de duur van een week. Voorts toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van 200,-- euro terzake immateriële schade en 50,-- euro (bij wijze van voorschot) terzake materiële schade, met niet-ontvankelijkverklaring terzake het overig gevorderde en toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. Verder persisteert de officier van justitie bij zijn vordering na voorwaardelijke veroordeling.
De op te leggen straffen.
Bij de beslissing over de straffen die aan verdachte dienen te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op:
a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan,
b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte en zijn draagkracht.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden ten bezware van verdachte:
- de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- verdachte werd terzake van strafbare feiten soortgelijk aan de door hem gepleegde feiten blijkens een hem betreffend uittreksel uit het algemeen documentatieregister reeds vele malen eerder veroordeeld;
- verdachte heeft de onderhavige strafbare feiten gepleegd tijdens de proeftijd van een eerdere veroordeling;
- de mate van leed dat het slachtoffer [slachtoffer 2] gedurende de uitoefening van haar werkzaamheden als politieambtenaar is aangedaan;
- verdachte heeft een groot aantal strafbare feiten gepleegd;
- verdachte heeft bij het plegen van feit 1 op de tenlastelegging met parketnummer 01/845313-07 gehandeld uit puur winstbejag en heeft zich niets aangetrokken van de belangen van de benadeelden;
- verdachte heeft - na eerdere veroordelingen te dier zake - bij herhaling een auto bestuurd zonder in het bezit te zijn van een rijbewijs en fors onder invloed verkerend van alcoholhoudende drank. Bij één gelegenheid is zelfs een verkeersongeval ontstaan.
De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden.
De rechtbank zal een lagere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, omdat de rechtbank verdachte zal vrijspreken van het onder parketnummer 01/840423-07 tenlastegelegde en het onder parketnummer 01/845313-07 onder 1 primair tenlastegelegde.
Ten aanzien van parketnummer 01/845313-07 feit 3:
De vordering van de benadeelde [slachtoffer 4].
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezenverklaarde feit toegebrachte schade, de immateriële schade tot een bedrag van 150,-- euro, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf heden.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren ten aanzien van de overig gevorderde immateriële schade en de gevorderde materiële schade, aangezien deze niet van zo eenvoudige aard zijn dat zij zich lenen voor behandeling in het strafgeding.
De benadeelde partij kan deze onderdelen van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, eveneens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf heden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
Motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling.
De vordering voldoet aan alle wettelijke eisen. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd tot behandeling van deze vordering. Uit onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bijzondere omstandigheden die aan de tenuitvoerlegging in de weg staan zijn niet aanwezig. De rechtbank zal dan ook de gevorderde tenuitvoerlegging gelasten.
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
t.a.v. 01/845313-07 feit 1 subsidiair, het misdrijf:
Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de
schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door
middel van braak.
t.a.v. 01/845313-07 feit 2 subsidiair, het misdrijf:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoort, beschadigen.
t.a.v. 01/845313-07 feit 3, het misdrijf:
Mishandeling, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar
gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
t.a.v. 01/846602-07 feit 1, het misdrijf:
Overtreding van artikel 8, derde en vierde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
T.a.v. 01/846602-07 feit 2, de overtreding:
Overtreding van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
T.a.v. 01/850058-07 feit 1, het misdrijf:
Overtreding van artikel 8, derde en vierde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
T.a.v. 01/850058-07 feit 2, de overtreding:
Overtreding van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
T.a.v. 01/850058-07 feit 3, de overtreding:
Door het bevoegd gezag naar zijn identiteitsgegevens gevraagd, een valse
voornaam, geboortedatum en adres waarop hij in de basisadministratie
persoonsgegevens als ingezetene staat ingeschreven, opgeven.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
t.a.v. 01/840423-06, 01/845313-07 feit 1 primair, feit 2 primair:
vrijspraak, achtende de rechtbank het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen.
t.a.v. 01/845313-07 feit 1 subsidiair, feit 2 subsidiair, feit 3, 01/846602-07 feit 1, 01/850058-07 feit 1:
- een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht.
t.a.v. 01/846602-07 feit 2:
- hechtenis voor de duur van 1 week.
t.a.v. 01/850058-07 feit 2:
- hechtenis voor de duur van 1 week.
t.a.v. 01/850058-07 feit 3:
- een geldboete van EUR 220,00, subsidiair 4 dagen hechtenis.
t.a.v. 01/845313-07 feit 3:
maatregel van schadevergoeding van EUR 150,00 subsidiair 3 dagen hechtenis, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf heden.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten
behoeve van het slach[slachtoffer 4] van een bedrag van EUR 150,--
(zegge: honderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen
door 3 dagen hechtenis.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe ten aanzien van de gevorderde
immateriële schade tot een bedrag van 150,-- euro en veroordeelt verdachte
mitsdien tot betaling aan de benadeelde [slachtoffer 4], van een bedrag
van EUR 150,-- (zegge: honderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf heden.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij in de vordering terzake de overig gevorderde
immateriële schade en de gevorderde materiële schade niet-ontvankelijk is.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd
voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot
vergoeding van deze schade.
Opheffing van het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis met
ingang van het tijdstip waarop de duur daarvan gelijk wordt aan de duur van het
onvoorwaardelijk deel van de opgelegde vrijheidsstraf.
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling:
Last tot tenuitvoerlegging van de straf, voorzover voorwaardelijk opgelegd bij
vonnis van de politierechter te 's-Hertogenbosch d.d.10 juli 2006, gewezen
onder parketnummer 01/845187-06, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.M.P. Willemse, voorzitter,
mr. P.A. Buijs en mr. D. Bogaert, leden,
in tegenwoordigheid van G.A.M. de Laat, griffier,
en is uitgesproken op 20 september 2007.
11
parketnummers dagvaardingen: 01/840423-06, 01/846602-07, 01/850058-07 en 01/845313-07. Parketnummer vordering: 01/845187-06 [verdachte]