ECLI:NL:RBSHE:2007:BB6479
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van verkrachting met betrekking tot geweld en seksuele handelingen
In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1981 en wonende te [woonplaats], werd op 26 september 2007 door de Rechtbank 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan. De verdachte was aangeklaagd voor verkrachting en andere seksuele misdrijven, gepleegd op of omstreeks 18 september 2006 en in de periode van 20 tot en met 27 september 2006 te Geldrop. De tenlastelegging omvatte onder andere het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer, [slachtoffer], door middel van geweld en bedreiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldeed aan de wettelijke eisen en dat de rechtbank bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting zijn er geen omstandigheden gebleken die de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg stonden, noch gronden voor schorsing van de vervolging.
De rechtbank heeft de bewijsbeslissing genomen en oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was wat aan de verdachte was tenlastegelegd. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet door geweld of bedreiging het slachtoffer had gedwongen tot de gestelde handelingen. Ook het subsidiaire tenlastelegging, waarbij het slachtoffer in een staat van verminderd bewustzijn zou zijn geweest, werd door de rechtbank verworpen. De rechtbank oordeelde dat het slachtoffer in staat was om weerstand te bieden en dat er onvoldoende steunbewijs was voor de aangifte.
Als gevolg van deze overwegingen sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. De benadeelde partij, [slachtoffer], werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, en de kosten werden gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten droeg. Dit vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier G.A.M. de Laat.