ECLI:NL:RBSHE:2007:BB4901
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.E.M. Leclercq
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijk ontslag en verkeerde informatie aan het CWI door werkgever
In deze zaak, gewezen door de kantonrechter mr. W.E.M. Leclercq op 4 oktober 2007, staat het kennelijk onredelijk ontslag van [eiseres] centraal. [Eiseres], woonachtig in Emmerich (Duitsland), was werkzaam bij Prym Fashion Nederland C.V. en Prym Fashion Nederland B.V. De werkgever had op 1 september 2006 ontslag verleend, wat door [eiseres] als kennelijk onredelijk werd bestempeld. De kantonrechter oordeelt dat Prym het CWI onjuist heeft geïnformeerd over de bedrijfseconomische redenen voor het ontslag. De werkgever stelde dat de vestiging in Nederland gesloten moest worden vanwege aanhoudende verliezen, terwijl de rechter vaststelde dat er geen sprake was van een precaire financiële situatie. De kantonrechter concludeert dat Prym de werknemers niet adequaat heeft behandeld en dat er onvoldoende overleg heeft plaatsgevonden over de sluiting van de vestiging en de gevolgen daarvan voor de werknemers.
De kantonrechter oordeelt dat het ontslag van [eiseres] kennelijk onredelijk is en kent een schadevergoeding toe van € 15.000,-- bruto, ondanks dat [eiseres] een hogere schadevergoeding had gevorderd. De rechter houdt rekening met de omstandigheden van de zaak, waaronder de leeftijd en vaardigheden van [eiseres], die het waarschijnlijk maken dat zij zonder al te veel moeite een nieuwe baan kan vinden. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid en transparantie van werkgevers bij ontslagprocedures, vooral in situaties waarin de financiële situatie van een bedrijf niet zo precair is als wordt voorgesteld.
De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de verantwoordelijkheden van werkgevers bij ontslagprocedures onderstreept, vooral in het kader van de informatievoorziening aan het CWI en de behandeling van werknemers tijdens een ontslagprocedure.