ECLI:NL:RBSHE:2007:BB3700
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.H.C.M. Schoemaker
- D.J. de Lange
- M.T. van Vliet
- Rechtspraak.nl
Openbaarheid van e-mailwisseling tussen ambtenaren en de toepassing van de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet bescherming persoonsgegevens
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 11 september 2007, staat de openbaarmaking van een e-mailwisseling tussen ambtenaren van de politieregio Brabant Zuid-Oost centraal. Eiser, vertegenwoordigd door mr. H. van Drunen, verzocht om inzage in deze e-mails op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). De rechtbank oordeelt dat het verzoek onder de Wob valt, maar dat de openbaarmaking op grond van artikel 11, eerste lid, van de Wob kan worden geweigerd. Dit artikel beschermt de persoonlijke beleidsopvattingen van ambtenaren die in een vertrouwelijke sfeer zijn geuit. De rechtbank stelt vast dat de e-mailwisseling niet alleen betrekking heeft op de identiteit van eiser, maar ook op de interne beraadslagingen van de betrokken ambtenaren. De rechtbank concludeert dat de betrokken ambtenaren niet instemmen met openbaarmaking, wat het belang van vertrouwelijkheid versterkt. Daarnaast wordt het beroep op de Wbp afgewezen, omdat er geen sprake is van een bestand in de zin van deze wet. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, waarmee de weigering van de openbaarmaking door verweerder wordt bevestigd.