ECLI:NL:RBSHE:2007:BB3028

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
10 september 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/833104-06
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke jeugddetentie voor afpersingen en diefstallen met geweld

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 10 september 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij meerdere afpersingen en diefstallen met geweld. De verdachte, geboren in 1990 en woonachtig in Oosterhout, werd beschuldigd van het plegen van deze strafbare feiten in Eindhoven tussen oktober 2006 en september 2007. De tenlastelegging omvatte onder andere het afpersen van slachtoffers door middel van geweld en bedreiging, waarbij gebruik werd gemaakt van scherpe voorwerpen zoals messen en scharen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen handelde en dat de slachtoffers onder bedreigende omstandigheden werden gedwongen tot de afgifte van hun bezittingen.

De rechtbank heeft de feiten bewezen verklaard en de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 360 dagen, waarvan 256 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft daarbij bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder toezicht van de gezinsvoogd en de jeugdreclassering. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van € 366,21 toegewezen aan een benadeelde partij, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling. De beslissing is genomen met inachtneming van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn ontwikkeling en de begeleiding die hij ontvangt.

De rechtbank heeft benadrukt dat de gepleegde feiten ernstige gevolgen hebben gehad voor de slachtoffers en dat dergelijke misdrijven grote maatschappelijke onrust veroorzaken. Ondanks de ernst van de feiten heeft de rechtbank besloten om een voorwaardelijke straf op te leggen, in het belang van de verdachte en zijn verdere ontwikkeling. De rechtbank heeft ook de inbeslaggenomen goederen verbeurd verklaard en onttrokken aan het verkeer, omdat deze zijn gebruikt bij het plegen van de strafbare feiten.

Uitspraak

verkort vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/833104-06
Datum uitspraak: 10 september 2007
Verkort vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte]
[geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
wonende te [woonplaats] [adres]
thans verblijvende op Tender Lievenshove te 4904 SC Oosterhout, Bredaseweg 140.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 27 augustus 2007.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 27 juli 2007.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 29 oktober 2006 te Eindhoven (op of aan de openbare weg,
De Antony van Leeuwenhoeklaan) tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en)
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een
portemonnee met inhoud en/of twee, althans een telefoon(s), in elk geval van
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en)
dat hij, verdachte, en/of zijn mededaders met voormeld oogmerk
- zich vermomd met bandana's en/of mutsen/capuchons naar die [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] heeft/hebben begeven en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] tot stoppen heeft/hebben gedwongen en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] een mes en/of schaar, in elk geval
een scherp en/of puntig voorwerp, tegen hun/diens keel/nek heeft/hebben gezet
en/of
- (vervolgens) met een mes en/of schaar, in elk geval een scherp en/of puntig
voorwerp, een of meer stekende beweging(en) in de richting van die [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben gemaakt, althans die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
(dreigend) een mes en/of een schaar, althans een scherp en/of puntig voorwerp
heeft/hebben voorgehouden en/of
- (daarbij) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (dreigend) de woorden heeft/hebben
toegevoegd: "Je mobiel en je geld" en/of "Leeg je zakken", althans woorden van
soortgelijke dreigende aard en/of strekking;
(artikel 317 jo 47 Wetboek van Strafrecht);
(incident 3)
2.
hij op of omstreeks 17 september 2006 te Eindhoven (op of aan de openbare weg,
Onyx) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met
het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen (onder meer) een
fiets en/of een ring en/of een horloge, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolg van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de
afgifte van (onder meer) een fiets en/of een ring en/of een horloge, in elk
geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 3],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en)
dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met voormeld oogmerk
- vermomd met bandana's/shawls en/of mutsen/capuchons (vanuit de bosjes) naar
[slachtoffer 3] is/zijn gerend althans zich heeft/hebben begeven en/of
- [slachtoffer 3] tot stoppen heeft/hebben gedwongen en/of
- [slachtoffer 3] heeft/hebben ingesloten en/of
- (vervolgens) [slachtoffer 3] een mes, in elk geval een scherp en/of puntig
voorwerp, tegen/bij diens borst en/of keel/nek heeft/hebben gezet/gehouden,
althans [slachtoffer 3] een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp,
heeft/hebben voorgehouden en/of
- (daarbij) [slachtoffer 3] (dwingend) heeft/hebben toegevoegd: "Geld" en/of "Geef
je horloge", althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
- aldus en/of door hun overwicht in aantal personen een dreigende situatie
voor [slachtoffer 3] heeft/hebben geschapen en/of in stand gehouden;
(artikel 312/317 jo 47 Wetboek van Strafrecht);
(incident 8);
3.
hij op of omstreeks 08 oktober 2006 te Eindhoven (op of aan de openbare weg,
Oude Bossche Baan) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen een
fiets en/of twee, althans een telefoon(s) en/of twee, althans een
portemonnee(s) met inhoud en/of een pakje shag, in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolg van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] heeft
gedwongen tot de afgifte van een fiets en/of twee, althans een telefoon(s)
en/of twee, althans een portemonnee(s) met inhoud en/of een pakje shag, in elk
geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met voormeld oogmerk
- vermomd met bandana's/shawls en/of mutsen/capuchons [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5]
tot stoppen heeft/hebben gedwongen en/of
- [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] heeft/hebben ingesloten en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 5] heeft/hebben vastgepakt en/of een mes, in elk
geval een scherp en/of puntig voorwerp, tegen/bij de keel/nek van die
[slachtoffer 5] heeft/hebben gezet/gehouden, althans die [slachtoffer 5] een mes, in elk
geval een scherp en/of puntig voorwerp, heeft/hebben voorgehouden en/of
- [slachtoffer 4] (op korte afstand) een mes, in elk geval een scherp en/of puntig
voorwerp heeft/hebben voorgehouden en/of
- [slachtoffer 4] in/aan de zakken heeft/hebben gevoeld en/of
- (daarbij) [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 5] (dwingend) heeft/hebben toegevoegd:
"Heb je geld", althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
- aldus en/of door hun overwicht in aantal personen een dreigende situatie
voor [slachtoffer 4] en die [slachtoffer 5] heeft/hebben geschapen en/of in stand gehouden;
(artikel 312/317 jo 47 Wetboek van Strafrecht);
(incident 10);
Ter terechtzitting zullen onderstaande strafbare feiten zoals verdachte die
bij de politie heeft erkend ter kennis van de rechter worden gebracht. De
rechter kan aldus bij het bepalen van de straf rekening houden met die feiten.
Doet de rechter dit, dan kunnen die feiten als strafrechtelijk afgedan
worden beschouwd;
a. medeplegen van diefstal met geweld cq afpersing, gepleegd te Eindhoven op
de Schweitzerlaan ten nadele van [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] op of
omstreeks 15 september 2006 (incident 7);
b. medeplegen van diefstal met geweld cq afpersing, gepleegd te Eindhoven op
de Hofstraat ten nadele van [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] op of omstreeks 24 september 2006 (incident 9);
c. medeplegen van diefstal met geweld cq afpersing, gepleegd te Eindhoven op
de Oude Boscche Baan ten nadele van [slachtoffer 11] op of omstreeks 22 oktober
2006 (incident 11);
d. medeplegen van diefstal met geweld cq afpersing, gepleegd te Eindhoven op
de Veldmaarschalk Montgomerylaan ten nadele van [slachtoffer 12] op of omstreeks
17 oktober 2006 (incident 12);
e. medeplegen van diefstal met geweld cq afpersing, gepleegd te Eindhoven op
de Rode Kruislaan ten nadele van [slachtoffer 13] op of omstreeks 21 oktober 2006
(incident 13);
De geldigheid van de dagvaarding.
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen.
De bevoegdheid van de rechtbank.
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Schorsing der vervolging.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte
1.
hij op 29 oktober 2006 te Eindhoven op of aan de openbare weg,
De Antony van Leeuwenhoeklaan tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee met inhoud en twee telefoons, toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte, en/of zijn mededaders met voormeld oogmerk
- zich vermomd met bandana's en/of mutsen/capuchons naar die [slachtoffer 1] /hebben begeven en
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] tot stoppen hebben gedwongen en
- vervolgens die [slachtoffer 1] een scherp en/of puntig voorwerp, tegen diens keel hebben gezet
en
- vervolgens die [slachtoffer 2] dreigend een mes hebben voorgehouden en
- daarbij die [slachtoffer 1] dreigend de woorden hebben toegevoegd: "Je mobiel en je geld" en "Leeg je zakken";
2.
hij op 17 september 2006 te Eindhoven op of aan de openbare weg, Onyx tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen een fiets toebehorende aan [slachtoffer 3], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en
met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een ring en een horloge, toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 3] welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en zijn mededaders met voormeld oogmerk
- vermomd met shawls en/of capuchons (vanuit de bosjes) naar [slachtoffer 3] zijn gerend althans zich hebben begeven en
- [slachtoffer 3] tot stoppen hebben gedwongen en
- [slachtoffer 3] hebben ingesloten en
- vervolgens [slachtoffer 3] een mes tegen diens borst hebben gezet en
-daarbij [slachtoffer 3] (dwingend) hebben toegevoegd: "Geld" en "Geef je horloge", althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en
- aldus en door hun overwicht in aantal personen een dreigende situatie voor [slachtoffer 3] hebben geschapen;
3.
hij op 08 oktober 2006 te Eindhoven op of aan de openbare weg, Oude Bossche Baan tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen een fiets en een portemonnee met inhoud en een pakje shag, toebehorende aan [slachtoffer 4] of een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van een telefoon en een portemonnee toebehorende aan [slachtoffer 5] welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij,
verdachte, en zijn mededaders met voormeld oogmerk
- vermomd met bandana's/shawls en/of mutsen/capuchons [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5]
tot stoppen hebben gedwongen en
- [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] hebben ingesloten en
-vervolgens die [slachtoffer 5] hebben vastgepakt en een mes tegen de keel van die
[slachtoffer 5] hebben gezet/gehouden, en
- [slachtoffer 4] (op korte afstand) een mes hebben voorgehouden en
- [slachtoffer 4] in de zakken hebben gevoeld en
- (daarbij) [slachtoffer 4] (dwingend) hebben toegevoegd: "Heb je geld", althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en
- aldus en door hun overwicht in aantal personen een dreigende situatie voor [slachtoffer 4] en die [slachtoffer 5] hebben geschapen;
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 27, 36f, 77a, 77g, 77h, 77i, 77l, 77v,
77x, 77y, 77z, 77aa, 310, 312, 317
DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID
De eis van de officier van justitie.
Jeugddetentie voor de tijd van 360 dagen waarvan 256 dagen voorwaardelijk met aftrek, met een proeftijd van 2 jaar, met als bijzondere voorwaarde toezicht van de gezinsvoogd en vanaf het moment dat verdachte 18 jaar is door de jeugdreclassering.
Toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 366,21 alsmede oplegging van de schadevergoedingsmaatregel voor een bedrage van € 366,21 subsidiair 7 dagen hechtenis.
Voorts verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen Bandana, onttrekking aan het verkeer van het zakmes en teruggave van de sleutel aan de eigenaar.
De op te leggen straf(fen) en/of maatregel(en).
Bij de beslissing over de straffen die aan verdachte dienen te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op:
a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan,
b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte waaronder de draagkracht.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank enerzijds in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden ten bezware van verdachte:
- de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- verdachte heeft ter terechtzitting toegegeven dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de strafbare feiten die "ad informandum" zijn vermeld op de inleidende dagvaarding, voor welke feiten verdachte niet afzonderlijk is of zal worden vervolgd.
- verdachte heeft gedurende een betrekkelijk korte periode een groot aantal strafbare feiten gepleegd;
- verdachte heeft -samen met anderen- de hiervoor genoemde slachtoffers overvallen, onder voor deze slachtoffers zeer bedreigende omstandigheden. Immers de slachtoffers zijn door verdachte en zijn mededaders, die allen gemaskerd waren, bedreigd met een mes. Slachtoffers van dergelijke overvallen ondervinden daarvan vaak nog gedurende lange tijd de nadelige gevolgen. Bovendien veroorzaken dergelijke feiten grote onrust en gevoelens van onveiligheid in de samenleving.
Nadere overweging met betrekking tot de straf.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in vereniging plegen van een aantal overvallen c.q. berovingen. Dit zijn ernstige feiten die zeer belastend zijn geweest voor de slachtoffers en daarnaast ook veel maatschappelijke onrust hebben veroorzaakt. Op zichzelf genomen zou het opleggen van een onvoorwaardelijke jeugddetentie van aanzienlijke duur een passende reactie zijn op deze feiten. Toch zal de rechtbank daartoe niet over gaan. De rechtbank overweegt daarover het volgende:
De voorlopige hechtenis van verdachte is, na 104 dagen (deels onder beperkingen) te hebben geduurd, op 19 februari 2007 door de rechtbank geschorst, om verdachte in de gelegenheid te stellen civielrechtelijk te worden geplaatst op Tender Lievenshove in Oosterhout. Verdachte is daar opgenomen omdat hij in zijn ontwikkeling werd bedreigd. Er is bij verdachte sprake van PDD-NOS bij een beneden tot laag gemiddeld niveau. Zijn ouders waren onvoldoende in staat verdachte te begeleiden. Verdachte is geplaatst op een woongroep waar 24-uursbegeleiding is. Uit het rapport van het bureau jeugdzorg en het onderzoek ter terechtzitting blijkt dat verdachte een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. De week-end verloven zijn uitgebreid en hij gaat binnenkort een opleiding volgen op het ROC te Breda. Ondanks deze positieve ontwikkeling is de verwachting dat verdachte nog enige tijd op Lievenshove moet verblijven. De gezinsvoogd adviseert een forse voorwaardelijke jeugddetentie met als bijzondere voorwaarde dat hij zich houdt aan de aanwijzingen van de gezinsvoogd en de jeugdreclassering. De gezinsvoogd acht het opleggen van een werkstraf niet gewenst, omdat verdachte weinig spankracht heeft en hij door de behandeling en zijn opleiding al zwaar belast is.
De rechtbank is in het licht van het vorenstaande van mening dat het opleggen van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf die de duur van de voorlopige hechtenis te boven gaat niet gewenst is;. De rechtbank meent dat zowel het belang van de samenleving als het belang dat de jeugdige dader heeft bij het kunnen voortgaan op de inmiddels ingeslagen weg zich in onderhavig geval verzetten tegen het opleggen van een voornamelijk op de ernst van de feiten gebaseerde onvoorwaardelijke detentie. Bij deze jeugdige dader, zonder relevant strafrechtelijk verleden, ziet de rechtbank in het voortgaan op de ingeslagen weg meer waarborgen gelegen voor het voorkomen van recidive dan in het opleggen van een vrijheidsstraf die de duur van de voorlopige hechtenis te boven gaat. Bij het bepalen van de straf zal de rechtbank daarmede rekening houden. Verder zal de rechtbank bij het opleggen van de straf betrekken dat verdachte reeds 104 dagen in voorarrest heeft doorgebracht, waarvan 14 dagen onder volledige beperkingen. Gedurende die 14 dagen mocht verdachte behalve met zijn raadsman en reclasseringsmedewerker en zijn ouders geen enkel contact hebben met de buitenwereld. Onder dit contactverbod viel ook het contact met zijn medegevangenen, het luisteren naar de radio, kijken naar de televisie en ontvangen van tijdschriften.
Tenslotte zal de rechtbank bij het bepalen van de straf in aanmerking nemen dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
Om toch de ernst van de door verdachte gepleegde feiten voldoende te benadrukken zal de rechtbank een forse voorwaardelijke jeugddetentie opleggen.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2].
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Motivering van de hoofdelijkheid.
De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededaders samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
De rechtbank is van oordeel dat het in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerp vatbaar is voor verbeurdverklaring, omdat -zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting- dit een voorwerp is met behulp van welke de feiten zijn begaan of voorbereid en deze voorwerpen ten tijde van het begaan van de feiten aan verdachte toebehoorden;
De rechtbank is van oordeel dat het in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerp vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, omdat -zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting- dit een voorwerp is met behulp van welke de feiten zijn begaan of voorbereid en die van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is in strijd met de wet;
DE UITSPRAAK
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en
terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
T.a.v. feit 2:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te
maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit
wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het
feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
T.a.v. feit 3:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te
maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit
wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het
feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
BESLISSING:
T.a.v. feit 1, feit 2, feit 3:
Jeugddetentie voor de duur van 360 dagen met aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht waarvan 256 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2
jaren en bijzondere voorwaarde:
dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de aanwijzingen
van de gezinsvoogd en met ingang van 14 maart 2008 van de jeugdreclassering.
Verleent opdracht aan voornoemd Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant, Wal 20, 5611 GG
Eindhoven om aan de veroordeelde terzake van de naleving van deze bijzondere
voorwaarde hulp en steun te verlenen.
T.a.v. feit 1:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 366,21 subsidiair 7 dagen jeugddetentie
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat, ten
behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] ,van een bedrag van EUR 366,21
(zegge: driehonderdezesenzestig euro en eenentwintig cent), bij gebreke van
betaling en verhaal te vervangen door zeven dagen hechtenis.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij :
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot
betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van een bedrag van EUR 366,21
(zegge: driehonderdzesenzestig euro en eenentwintig cent ).
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd
voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot
vergoeding van deze schade.
Verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen goederen, te weten: een sjaal,
meerkleurig, een zogenaamde Bandana.
Onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen goederen, te weten: een
zakmes, kleur bruin, merk Mauser.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M. Kooijmans-de Kort, voorzitter, tevens kinerrechter-plv.
mr. M.L.W.M. Viering en mr. G.J. Roeterdink, leden,
in tegenwoordigheid van J.C. de Steur, griffier,
en is uitgesproken op 10 september 2007.
Mr. Roeterdink is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
11
Parketnummer: 01/833104-06
[verdachte]