ECLI:NL:RBSHE:2007:BA8651
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.M.P. Willemse
- M.E. Bartels
- P.J.H. van Dellen
- Rechtspraak.nl
Poging tot doodslag en opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet
Op 10 juli 2007 heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot doodslag en opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De zaak was aanhangig gemaakt na een incident op 10 maart 2007 te Helmond, waar de verdachte met een mes een slachtoffer heeft gestoken, wat resulteerde in een steekwond en andere verwondingen. De verdachte had ook ongeveer 6 gram cocaïne in zijn bezit. Tijdens de rechtszitting heeft de officier van justitie de poging tot doodslag en het bezit van cocaïne als wettig en overtuigend bewezen beschouwd. De verdediging voerde aan dat de verdachte enkel had willen dreigen met het mes en dat de verwondingen per ongeluk waren ontstaan tijdens een worsteling. De rechtbank oordeelde echter dat de verklaringen van de verdachte, die eerder had toegegeven het slachtoffer te hebben gestoken, geloofwaardiger waren dan zijn latere ontkenningen. De rechtbank achtte de poging tot doodslag bewezen, evenals het bezit van cocaïne. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en de verplichting tot reclasseringscontact. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan het slachtoffer van €617,50. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de aanbevelingen van deskundigen over de noodzaak van klinische behandeling voor zijn verslavingsproblematiek. De rechtbank besloot dat de verdachte niet alleen gestraft moest worden, maar ook geholpen moest worden om recidive te voorkomen.