ECLI:NL:RBSHE:2007:AZ7655

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
24 januari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
148872 / FA RK 06-3881
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot opheffing van de ondercuratelestelling van verzoekers

Op 24 januari 2007 heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondercuratelestelling van twee verzoekers. De verzoekers, bijgestaan door hun procureur mr. M.A.E.A. Muurmans, hebben een verzoek ingediend tot opheffing van hun curatele, die in 2000 was ingesteld vanwege geestelijke stoornissen. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en de bijbehorende documenten, waaronder verklaringen van een casemanager en een psychiater. Tijdens de zitting op 9 januari 2007 heeft de curator verklaard dat de gronden voor de curatele nog steeds aanwezig zijn, onderbouwd door de psychische problemen van de verzoekers en hun eerdere opname in een psychiatrische inrichting.

De casemanager heeft in zijn verklaring benadrukt dat verzoeker sub 1 in augustus 2006 gedwongen moest worden opgenomen en dat verzoekster sub 2 al sinds 1985 bekend is bij de geestelijke gezondheidszorg. De casemanager heeft ook gewezen op de negatieve gevolgen van de psychische problemen van verzoekster, die onder druk van financiële zorgen tot excessief gebruik van alcohol en andere middelen neigt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de situatie van de verzoekers nog steeds instabiel is en dat de curatele noodzakelijk is om hen te beschermen tegen financiële uitgaven en om een terugval in hun psychische toestand te voorkomen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot opheffing van de curatele afgewezen, met de overweging dat de gronden voor de curatele nog steeds aanwezig zijn. De beschikking is gegeven door mr. E.J.M. Walstock-Krens en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
Zaaknummer: 148872/FA RK 06-3881
Uitspraak: 24 januari 2007
Beschikking betreffende curatele van:
1. [verzoeker sub 1],
2. [Verzoeker sub 2],
verzoekers,
procureur mr. M.A.E.A. Muurmans.
De curator van verzoekers is:
[naam curator],
kantoorhoudende te [plaatsnaam], [naam bewindvoerderskantoor].
De procedure
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
- het verzoekschrift (met bijlagen), ter griffie ingekomen op 31 oktober 2006.
- brieven (telkens met bijlagen), gedateerd 17 oktober 2006 en 15 november 2006, van mr. Muurmans.
Het verzoekschrift strekt tot opheffing van de curatele van verzoekers, althans tot de instelling van een bewind over alle goederen die verzoekers toebehoren of zullen toebehoren.
De zaak is behandeld ter zitting van 9 januari 2007. Verschenen zijn verzoekers, bijgestaan door mr. Muurmans, en [naam curator], curator.
Van het verhandelde ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.
De beoordeling
Bij beschikking van 30 augustus 2000 van deze rechtbank zijn verzoekers onder curatele gesteld wegens een geestelijke stoornis waardoor zij, al dan niet met tussenpozen, niet in staat zijn de eigen belangen waar te nemen. Tot curator is benoemd [naam curator] voornoemd.
Verzoekers leggen aan hun verzoek ten grondslag, dat de gronden die destijds tot de instelling van de curatele hebben geleid thans niet meer aanwezig zijn. Zij wijzen erop dat destijds de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) op hen van toepassing is verklaard, doch dat zij thans geheel vrij van schulden zijn. Zij erkennen dat zij nog onder ambulante zorg staan van [Geestelijke Gezondheidszorg] en medicijnen gebruiken, doch dat zij als gevolg van dat medicijngebruik goed in staat zijn hun eigen belangen behoorlijk waar te nemen. Verzoekers stellen dat zij sterk de behoefte voelen hun lot in eigen hand te nemen en dat om deze reden thans tot opheffing van de curatele of tot de minder vergaande maatregel van bewind behoort te worden overgegaan. Ook wijzen verzoekers erop, dat zij reeds gedurende 17 jaren samen zijn en dat zij bij voorkomende problemen bij elkaar te rade kunnen gaan.
De curator heeft ter zitting verklaard, dat de gronden welke destijds tot de
ondercuratelestelling van verzoekers hebben geleid nog onverkort aanwezig zijn. Ter onderbouwing van deze stelling, wijst de curator erop dat verzoekers nog in augustus 2006 wegens psychische problemen in [psychiarische inrichting] waren opgenomen. Bij die gelegenheid bleek de woning van verzoekers zodanig ernstig vervuild, dat deze woning met professionele hulp moest worden schoongemaakt.
De rechtbank overweegt als volgt.
Bij brief, gedateerd 17 oktober 2006, heeft de procureur van verzoekers overgelegd een verklaring, gedateerd 4 oktober 2006, van [naam casemanager], casemanager bij de [Geestelijke Gezondheidszorg], welke verklaring door [naam psychiater], psychiater, is mede-ondetekend, inhoudende onder meer, dat verzoeker sub 1 op 17 augustus 2006 (wederom) gedwongen met een rechterlijke machtiging moest worden opgenomen. Na twee weken was de man zodanig hersteld dat hij onder voorwaarden kon worden ontslagen. [De casemanager] meent dat niet kan worden gesproken van een stabiele situatie, die een beëindiging van de curatele zou rechtvaardigen. [De casemanager] wijst erop, dat de man door de curatele wordt behoed voor het doen van externe financiële uitgaven, waardoor een sociaal-maatschappelijke teloorgang wordt voorkomen en de kans op een nieuw psychiatrische terugval wordt verkleind.
In laatstbedoelde verklaring wijst [de casemanager] voorts erop, dat verzoekster sub 2 sedert 1985 bekend is bij de geestelijke gezondheidszorg en dat er diagnostisch sprake is van een atypische psychose bij een gemengde persoonlijkheid met borderline en paranoïde kenmerken. Vooral onder spanning, meestal veroorzaakt door financiële zorgen en daarmee gepaard gaande druk van verzoeker sub 1, wordt de psychiatrische stoornis manifest en wordt verzoekster sub 2 een incoherente, angstige en zeer achterdochtige vrouw die wanhopig grip op de realiteit probeert te houden. De vrouw neigt onder dergelijke omstandigheden, ter reductie van de angst, tot excessief alcohol-, koffie- en tabaksgebruik. In een dergelijke fase is er geen contact mogelijk en schreeuwt de vrouw het letterlijk van zich af, waardoor er hooglopende echtelijke ruzies ontstaan. Een en ander leidt vervolgens tot irritaties in de omgeving. Buurtgenoten en de kinderen voelen zich soms bedreigd en eisen dan maatregelen van de politie, [Geestelijke Gezondheidszorg] en de woningbouwvereniging. [De casemanager] wijst erop, dat sinds de instelling van de curatele, waardoor de financiën zijn geregeld, voormelde excessen tot een minimum beperkt zijn gebleven. Voorts wijst [de casemanager] erop, dat in de periode van april tot augustus 2006 geen contact met de vrouw, al dan niet onder invloed van haar echtgenoot, mogelijk was. Dit heeft geleid tot een vrijwillige opname van de vrouw samen met de man op 17 augustus 2006 in [een psychiatrische inrichting]. Na een periode van een week was de vrouw voldoende hersteld om te worden ontslagen en werd het contact met de hulpverlening weer hersteld.
[De casemanager] adviseert met nadruk de voortzetting van de curatele. Hij wijst erop dat in het verleden de mildere vorm van bewind niet heeft gewerkt.
Gelet op hiervoor weergegeven verklaring van [de casemanager] bij [Geestelijke Gezondheidszorg] te [plaatsnaam], waarbij nog komt de eveneens hiervoor weergegeven verklaring van de curator ter zitting, is de rechtbank van oordeel, dat de gronden die destijds tot de instelling van de curatele van verzoekers heeft geleid nog onverkort aanwezig zijn. De rechtbank onderschrijft de visie van [de casemanager], dat er bij verzoekers geen sprake is van een stabiele situatie waarbinnen ruimte zou zijn voor opheffing van de curatele c.q. de instelling van een bewind.
Op grond van het voorgaande zal de rechtbank als volgt beslissen.
De beslissing
De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.J.M. Walstock-Krens, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2007, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan -uitsluitend door tussenkomst van een procureur (advocaat)- hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden, binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hen op andere wijze bekend is geworden.