Uitspraak
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 4]
[eiser sub 4]
[gedaagde sub 3]
[gedaagde sub 3]
1.De procedure
- de dagvaarding
- de akte vermeerdering van eis tevens houdende producties
- de akte in incident (intrekking incidentele vordering) en hoofdzaak, houdende producties en aanvulling en vermindering van eis in de hoofdzaak
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
- de conclusie van dupliek in reconventie.
2.De feiten
“Partij sub 2( [eiser sub 3] i.o.)
zal toetreden tot de maatschap waarin partij sub 1( [gedaagde sub 1] )
samen met anderen haar dierenartsenpraktijk uitoefent, met ingang van 1 juni 1993, zulks voor een tijd van 1 jaar tegen een voorschot op de winst van ƒl.30.000 per kwartaal. Deze voorschotten zullen worden verrekend met het aandeel in de winst dat aan partij sub 2 toekomt.”Blijkens de overeenkomst worden partijen geacht een nieuwe overeenkomst te zijn aangegaan, indien zij na 1 jaar de relatie voortzetten.
“De onderneming wordt gedreven in de vorm van een Besloten Vennootschap. De naam van de BV is Dierenartsenpraktijk [naam werkmaatschappij] (werkmaatschappij), waarvan 100% aandeelhouder is: Dierenartsenpraktijk [gedaagde sub 2] (beheermaatschappij). De andere 4 maten nemen niet deel in de werkmaatschappij, maar ontvangen alleen een winstdeel. Winstgerechtigd zijn de onderscheidene maten. Dit geschiedt in de vorm van:
, de volgende afspraak gemaakt: …”.
“Tijdens de controle is naar voren gekomen dat er sprake is van een dierenartspraktijk in maatschapsverband. De maten zijn geen aandeelhouder in [gedaagde sub 1] maar ontvangen wel een winstdeel.”Als maten worden, naast [gedaagde sub 1] , genoemd [naam BV eis sub 4] (enig aandeelhouder [eiser sub 4] ), [eiser sub 3] , (enig aandeelhouder [naam oprichter] ), Dierenartspraktijk [naam DAP eis sub 1] (enig aandeelhouder [eiser sub 1] ), [eiser sub 2] (enig aandeelhouder [eiser sub 2] ).
wordt vastgesteld op de netto-winst + de vaste winstaandelen vermenigvuldigd met de door de Maatschappij voor diergeneeskunde gehanteerde factoren voor de berekening van de goodwill (1,5 x 1,25=1,875) en gedeeld door de afschrijvingsperiode van goodwill (5 jaar).
2. Het ondernemingsrisico voor
wordt vastgesteld op de netto-winst + de vaste winstaandelen vermenigvuldigd met de door de Maatschappij voor diergeneeskunde gehanteerde factoren voor de berekening van de goodwill (1,5 x 1,25=1,875) en gedeeld door de afschrijvingsperiode van goodwill (5 jaar).
4. De winst voor belastingen zoals ... berekend minus de winst voor belastingen na vast winstaandeel is de nabetaling over het boekjaar. Dit bedrag wordt gedeeld door 5 personen…”
3.Het geschil en de beoordeling in conventie en in reconventie
27 februari 2006dan wel totdat de maatschap rechtsgeldig zal zijn beëindigd en met terugwerkende kracht tot 1 januari 1995, dient te worden afgerekend op basis van gelijkwaardigheid tussen [eisers] en [gedaagde sub 3] , althans diens BV, althans [gedaagde sub 1] . [gedaagden] zijn van mening dat geen sprake is van een maatschap, maar van langjarige overeenkomsten van opdracht, althans overeenkomsten sui generis. [gedaagden] stellen zich op het standpunt dat er tot 27 februari 2006 niets te verrekenen valt, maar dat de inkomsten die [eisers] na die datum hebben gegenereerd, aan hen toekomen.
in conventie, na vermindering en vermeerdering van eis samengevat –
- [gedaagde sub 1] te veroordelen om de wederrechtelijk toegeëigende omzetgelden terug te storten op de door [eisers] nader te noemen bankrekening, ter vaststelling en uitdeling aan ieder der vijf maten;
- [gedaagde sub 2] te veroordelen de van [gedaagde sub 1] verkregen dividenden over de jaren 1995 tot en met 2005 te storten op de door [eisers] nader te noemen bankrekening ter vaststelling en uitdeling aan ieder der vijf maten;
- [gedaagde sub 3] te veroordelen de van [gedaagde sub 2] verkregen dividenden en/of arbeidsbeloning over de jaren 1995 tot en met 2005 te storten op de door [eisers] nader te noemen bankrekening ter vaststelling en uitdeling aan ieder der vijf maten;
de rechtbank begrijpt: onder 5 en 6) gevorderde tot het moment dat aan de samenwerking tussen [gedaagde sub 1] en [eisers] rechtsgeldig een einde zal zijn gekomen;
haar medewerking aande contractsoverneming. Dat is op zichzelf juist, maar er is niet alleen sprake van “stilzwijgen” van [eisers] . Vast staat dat [gedaagden] zijn blijven samenwerken met [eiser sub 1] respectievelijk [eiser sub 4] , telkens nadat zij hadden meegedeeld niet meer met hun BV, maar als privépersoon te willen samenwerken. Bovendien is niet betwist dat de voorschotbetalingen en winstuitkeringen daarna op hun privé-rekeningen werden overgemaakt. Dit betekent naar het oordeel van de rechtbank dat [gedaagden] het telkens met de contractsoverneming eens waren en daaraan medewerking hebben verleend. Ingevolge artikel 6:159 lid 2 BW zijn door de contractsoverneming alle (vorderings)rechten en verplichtingen op [eiser sub 1] respectievelijk [eiser sub 4] overgegaan, zodat zij kunnen worden ontvangen in hun vorderingen (ook) voor zover zij deze hebben ingesteld in hun hoedanigheid van rechtsopvolger van Dierenartsenpraktijk [naam DAP eis sub 1] respectievelijk [naam BV eis sub 4]
“ [gedaagde sub 3] fraudeert en schuift met gelden”, “ [gedaagde sub 3] heeft geld ontvreemd”, “ [gedaagde sub 3] fraudeert in de praktijk”.Zo hebben [eisers] zich ook gewend tot collegapraktijken te Deurne en Someren met de bedoeling dat die praktijken geen helpende hand aan [gedaagde sub 3] zouden bieden, aldus [gedaagden] .
4.De beslissing
2 januari 2008voor het opgeven van de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden februari 2008 tot en met april 2008, waarna dag en uur van de comparitie zullen worden bepaald,