ECLI:NL:RBSHE:2006:AZ4447

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 december 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
Awb 06 / 4732
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.H.C.M. Schoemaker
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van verkeersmaatregelen in Eindhoven ten behoeve van verzoekers

In deze zaak hebben verzoekers, een cafetaria en een supermarkt in Eindhoven, bezwaar gemaakt tegen verkeersmaatregelen die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven zijn genomen. Deze maatregelen betroffen onder andere het plaatsen van verkeersborden en het aanbrengen van een knip in de Sliffertsestraat, wat volgens verzoekers hun bedrijven financieel zou schaden. De voorzieningenrechter heeft op 6 december 2006 uitspraak gedaan en geoordeeld dat de belangen van verzoekers niet voldoende zijn meegewogen in de besluitvorming van verweerder. De rechter heeft besloten de verkeersmaatregelen te schorsen tot zes weken na de beslissing op het bezwaar van verzoekers. Dit besluit is genomen op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, dat voorziet in de mogelijkheid om een voorlopige voorziening te treffen indien onverwijlde spoed dat vereist. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat de proceskosten van verzoekers door verweerder vergoed moeten worden, evenals het griffierecht. De uitspraak benadrukt het belang van een deugdelijke motivering van besluiten en de bescherming van de belangen van betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 06/4732
Uitspraak van de voorzieningenrechter d.d. 6 december 2006
inzake
[verzoekster]
gevestigd te De Bilt,
[verzoekster]
gevestigd te Eindhoven,
verzoekers,
tegen
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 11 juli 2006 heeft verweerder besloten de volgende verkeersmaatregelen te nemen:
- het plaatsen van verkeersborden zoals deze zijn aangegeven op de tekeningen met de nummers 65542 d.d. 10 mei 2006 en 65547 d.d. 12 juni 2006, inhoudende realiseren van een geslotenverklaring voor vrachtauto's ter hoogte van de kruising van de Bosfazant met het Zandkasteel;
- ter hoogte van het Zandkasteel aanbrengen van een knip in de Sliffertsestraat zodat deze een voor gemotoriseerd verkeer doodlopende straat wordt;
- de bestaande doorverbinding voor gemotoriseerd verkeer van de Slifferstestraat met de Nieuwe Slifferstestraat ter hoogte van de Grassavanne op te heffen.
Tegen dit besluit hebben verzoekers bij brief van 22 augustus 2006 bezwaar gemaakt.
Op 30 november 2006 hebben verzoekers de voorzieningenrechter verzocht ter zake een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), kan indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
Voor zover de toetsing aan het in artikel 8:81 van de Awb, neergelegde criterium met zich brengt dat een beoordeling van het geschil in de bodemprocedure wordt gegeven, heeft het oordeel van de voorzieningenrechter een voorlopig karakter en is dat niet bindend in die procedure.
In artikel 8:83, vierde lid, van de Awb is bepaald - zakelijk weergegeven - dat de voorzieningenrechter zonder zitting uitspraak kan doen, indien onverwijlde spoed dat vereist en partijen daardoor niet in hun belangen worden geschaad.
Het verzoek tot voorlopige voorziening is tot de voorzieningenrechter gekomen na de behandeling ter zitting van 23 november 2006 van het verzoek tot voorlopige voorziening onder nummer AWB 06/4355. Het verzoek onder nummer AWB 06/4355, waarin de voorzieningenrechter heden uitspraak doet , heeft betrekking op hetzelfde besluit van verweerder als in onderhavig verzoek aan de orde is. De uitspraak onder nummer AWB 06/4355 is in kopie aan deze uitspraak gehecht.
Nu het feitencomplex in beide zaken goeddeels overeenstemt en beide zaken zien op hetzelfde besluit, is de voorzieningenrechter van oordeel dat - zoals bedoeld in artikel 8:83, vierde lid, van de Awb - onverwijlde spoed een uitspraak zonder zitting vereist en dat de belangen van partijen hierdoor niet worden geschaad.
Bij de beoordeling gaat de voorzieningenrechter uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Verzoekers exploiteren een supermarkt aan de [adres], in [plaats] te Eindhoven, nabij de verkeersmaatregelen waarop het bestreden besluit betrekking heeft. De verkeersborden betreffende een geslotenverklaring voor vrachtauto's ter hoogte van de kruising van de Bosfazant met Zandkasteel zijn nog niet geplaatst, zo is ter zitting van 23 november 2006 door verweerder medegedeeld.
Volgens verzoekers leiden deze verkeersmaatregelen ertoe dat de supermarkt voor hun klanten vrijwel onbereikbaar wordt. Verzoekers stellen hierdoor aanzienlijke schade te zullen lijden.
Het wettelijk kader is als volgt.
Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, kunnen krachtens deze wet vastgestelde regels strekken tot:
a. het verzekeren van de veiligheid op de weg;
b. het beschermen van weggebruikers en passagiers;
c. het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;
d. het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.
Ingevolge artikel 2, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994, kunnen krachtens deze wet vastgestelde regels voorts strekken tot:
a. het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer;
b. het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karaker of van de functie van objecten of gebieden.
Ingevolge artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, geschiedt de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens, en onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd, krachtens een verkeersbesluit.
Ingevolge artikel 15, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994, geschieden maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer krachtens een verkeersbesluit, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt.
In de zaak AWB 06/4355 heeft de voorzieningenrechter bij uitspraak van heden het verzoek tot voorlopige voorziening reeds toegewezen in die zin dat het besluit van 11 juli 2006 van verweerder wordt geschorst tot zes weken na de beslissing op het daartegen gemaakte bezwaar, voor zover dit besluit betrekking heeft op de ter hoogte van het Zandkasteel aangebrachte knip in de Sliffertsestraat en de opheffing van de doorverbinding van de Slifferstestraat met de Nieuwe Slifferstestraat.
In onderhavige procedure dient de voorzieningenrechter derhalve enkel nog te beoordelen of het verzoek tot voorlopige voorziening dient te worden toegewezen voor zover dit betrekking heeft op het plaatsen van de verkeersborden als bedoeld in het bestreden besluit.
De voorzieningenrechter stelt vast dat de onderneming van verzoekers in een vergelijkbare situatie verkeert als de onderneming van verzoeker in de zaak AWB 06/4355. De voorzieningenrechter acht het niet onaannemelijk dat de supermarkt door de verkeersmaatregelen voor klanten en ook voor vrachtwagens van leveranciers aanzienlijk slechter te bereiken is. Tevens acht de voorzieningenrechter het niet onaannemelijk dat de supermarkt hierdoor schade lijdt of zal lijden.
Onder verwijzing naar de overwegingen in de uitspraak in de zaak AWB 06/4355 stelt de voorzieningenrechter vast dat het bestreden besluit niet voldoet aan het beginsel als bedoeld in artikel 3:46 van de Awb dat een besluit op een deugdelijke motivering dient te berusten, zodat niet valt te verwachten dat het besluit van verweerder in bezwaar stand zal houden. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen, in die zin dat de voorzieningenrechter het bestreden besluit, voor zover dit betrekking heeft op het plaatsen van de verkeersborden als bedoeld in het bestreden besluit, zal schorsen tot zes weken na de beslissing op het daartegen gemaakte bezwaar.
De voorzieningenrechter acht termen aanwezig verweerder te veroordelen in de door verzoekster gemaakte proceskosten. Deze kosten zijn met inachtneming van het Besluit proceskosten bestuursrecht en de daarbij behorende bijlage begroot op in totaal ? 322,00 voor kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand:
( 1 punt voor het indienen van een (aanvullend) verzoekschrift;
( waarde per punt ? 322,00
( wegingsfactor 1.
Tevens zal de voorzieningenrechter bepalen dat door verweerder aan verzoekster het door haar gestorte griffierecht ad ? 281,00 dient te worden vergoed.
Beslist wordt als volgt.
Beslissing
De voorzieningenrechter,
- wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe in die zin dat het besluit van verweerder van 11 juli 2006 wordt geschorst tot zes weken na de beslissing op het daartegen gemaakte bezwaar, voor zover dit besluit betrekking heeft op de verkeersborden zoals deze zijn aangegeven op de tekeningen met de nummers 65542 d.d. 10 mei 2006 en 65547 d.d. 12 juni 2006, inhoudende realiseren van een geslotenverklaring voor vrachtauto's ter hoogte van de kruising van de Bosfazant met het Zandkasteel;
- gelast verweerder aan verzoekster te vergoeden het door haar gestorte griffierecht ad
? 281,00;
- veroordeelt verweerder in de door verzoekster gemaakte proceskosten vastgesteld op ? 322,00;
- wijst verweerder aan als de rechtspersoon die de proceskosten dient te vergoeden.
Aldus gedaan door mr. P.H.C.M. Schoemaker als rechter in tegenwoordigheid van mr. M.C. Willemsen als griffier en in het openbaar uitgesproken op 6 december 2006.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.
Afschrift verzonden.