ECLI:NL:RBSHE:2006:AY9815

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 oktober 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/889102-05
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting van een minderjarig meisje en vervaardiging van kinderporno met terbeschikkingstelling

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 11 oktober 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ernstige seksuele misdrijven, waaronder verkrachting van een minderjarig meisje en het vervaardigen en verspreiden van kinderporno. De rechtbank heeft de zaak behandeld op tegenspraak, waarbij het onderzoek ter terechtzitting plaatsvond op 3 augustus en 27 september 2006. De tenlastelegging is gewijzigd op vordering van de officier van justitie. De verdachte werd beschuldigd van het seksueel binnendringen van een 4 tot 5-jarig meisje in Roemenië, alsook van het vervaardigen en verspreiden van kinderpornografisch materiaal van verschillende minderjarigen, waaronder Nederlandse en Roemeense meisjes.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die in de periode van 2001 tot 2006 meerdere misdrijven heeft gepleegd, een ernstig gevaar voor recidive vormt. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gedeeltelijk toegewezen, maar verklaarde het openbaar ministerie niet-ontvankelijk voor bepaalde tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar en zes maanden, met terbeschikkingstelling en verpleging van overheidswege, gezien de ernst van de feiten en de noodzaak van behandeling om recidive te voorkomen.

De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de gepleegde feiten, de kwetsbaarheid van de slachtoffers en de noodzaak om de samenleving te beschermen tegen de verdachte. De rechtbank heeft ook de geestelijke toestand van de verdachte in overweging genomen, waarbij werd vastgesteld dat hij lijdt aan een ziekelijke stoornis die zijn gedragingen beïnvloedde. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte niet anders kan worden behandeld dan in het kader van een terbeschikkingstelling met verpleging, om de kans op herhaling van dergelijke misdrijven te minimaliseren.

Uitspraak

RECHTBANK ’S-HERTOGENBOSCH
Parketnummer: 01/889102-05
Uitspraakdatum: 11 oktober 2006
VERKORT VONNIS
Verkort vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te (geboorteplaats) op (geboortedatum) 1975,
wonende te [woonplaats], [adres],
thans gedetineerd in de P.I. Zuid Oost, HvB Roermond te Roermond.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 3 augustus 2006 en 27 september 2006.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 11 april 2006.
De tenlastelegging is op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 3 augustus 2006 en 27 september 2006 gewijzigd.
Aan verdachte is met inbegrip van deze wijzigingen tenlastegelegd dat:
1. hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2003 tot en met 31 december 2003 te Boekarest, in elk geval in Roemenie, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) een tot op heden onbekend gebleven meisje, welk meisje destijds naar schatting 4 tot 5 jaar oud was, heeft gedwongen tot het
ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van dat tot op heden onbekend gebleven meisje, hebbende verdachte zijn penis in de mond en/of in de vagina van dat meisje geduwd en/of gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte, zijnde een voor dat meisje onbekende volwassen man, tijdens de nachtelijke uren dat meisje tegen betaling van een geldbedrag (tijdelijk) heeft afgezonderd van haar moeder en/of haar heeft meegenomen naar zijn appartement en/of haar aldaar heeft ontkleed en/of op haar is gaan liggen en/of misbruik heeft gemaakt van zijn, verdachte's, uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of (aldus) voor dat meisje een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
artikel 242 Wetboek van strafrecht;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2003 tot en met 31 december 2003 te Boekarest, in elk geval in Roemenie, met een tot op heden onbekend gebleven meisje, welk meisje destijds naar schatting 4 tot 5 jaar oud was, in elk geval de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van dat meisje, hebbende hij, verdachte, zijn penis in de mond en/of in de vagina van dat meisje geduwd en/of gebracht;
artikel 244 Wetboek van strafrecht;
2. hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 11 maart 1995 en met 31 december 1998 te Nuenen, gemeente Nuenen Ca, met [slachtoffer 1] geboren op 11 maart 1983, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] hebbende
verdachte zijn penis in de vagina en/of mond van [het slachtoffer] geduwd/gebracht;
artikel 245 Wetboek van strafrecht;
3. hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 16 december 2001 tot en met 15 december 2003 te Nuenen, gemeente Nuenen Ca,en/of elders in Nederland en/of in Roemenie (telkens) met [slachtoffer 2], geboren 16 december 1987, die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], hebbende verdachte (telkens) zijn penis in de vagina en/of mond van die [slachtoffer 2]
geduwd/gebracht;
artikel 245 Wetboek van strafrecht;
4. hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2002 tot en met 30 januari 2006 te Nuenen, gemeente Nuenen Ca, althans in Nederland, en/of Roemenie en/of Cuba, één of meermalen afbeeldingen en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende één of meer afbeeldingen en/of film(fragmenten) van seksuele gedragingen, bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had/hadden bereikt, was/waren betrokken of
schijnbaar was/waren betrokken en- die op zodanige wijze poseren en/of zijn afgebeeld, dat hun ontblote geslachtsdelen nadrukkelijk en/of uitdagend in beeld zijn gebracht (op een wijze kennelijk bedoeld, althans mede bedoeld, om seksuele prikkeling op te wekken) en/of
- die (een) seksuele gedraging(en) met zichzelf en/of een of meer andere perso(o)n(en) verrichten en/of laten verrichten (op een wijze kennelijk bedoeld, althans mede bedoeld, om seksuele prikkeling op te wekken) en/of bestaande die seksuele gedraging(en) onder meer uit - het seksueel betasten en/of binnendringen van het lichaam van zichzelf en/of
het dulden van dat seksueel betasten en/of binnendringen door een ander persoon en/of
- het seksueel betasten van het lichaam van een ander persoon, heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad, te weten onder meer videobanden en/of cd-roms en/of DVD's en/of diskette's en/of een of meer harde schijven uit een computer en/of lectuur en/of andere gegevensdragers, telkens bevattende kinderpornografische afbeeldingen, te weten onder andere
- van een Nederlands meisje, genaamd [slachtoffer 1] geboren 11 maart 1983
- van een Roemeens meisje, genaamd [slachtoffer 2], geboren 16 december 1987
en/of
- van een tot op heden onbekend gebleven Cubaans meisje, welk meisje destijds naar schatting 8 tot 12 jaar oud was (zoals afgebeeld in de zogenaamde Chica-serie) en/of
- van een tot op heden onbekend gebleven Roemeens meisje, welk meisje destijds naar schatting 4 tot 5 jaar oud was,
terwijl hij, verdachte, van het plegen van deze misdrijven een gewoonte heeft gemaakt;
artikel 240b, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht;
en/of
hij in of omstreeks de periode van 01 februari 1996 tot en met 30 september 2002 te Nuenen, gemeente Nuenen Ca, althans in Nederland, één of meermalen afbeeldingen en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende één of meer afbeeldingen en/of film(fragmenten) van seksuele gedragingen, bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet had/hadden bereikt, was/waren betrokken en
- die op zodanige wijze poseren en/of zijn afgebeeld, dat hun ontblote geslachtsdelen nadrukkelijk en/of uitdagend in beeld zijn gebracht (op een wijze kennelijk bedoeld, althans mede bedoeld, om seksuele prikkeling op te wekken) en/of
- die (een) seksuele gedraging(en) met zichzelf en/of een of meer andere personen verrichten en/of laten verrichten (op een wijze kennelijk bedoeld, althans mede bedoeld, om seksuele prikkeling op te wekken) en/of bestaande die seksuele gedraging(en) onder meer uit
- het seksueel betasten en/of binnendringen van het lichaam van zichzelf en/of het dulden van dat seksueel betasten en/of binnendringen door een ander persoon en/of
- het seksueel betasten van het lichaam van een ander persoon, heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in voorraad heeft gehad, te weten/onder meer videobanden en/of cd-roms en/of DVD's en/of diskette's en/of een of meer harde schijven uit een computer en/of lectuur en/of andere gegevensdragers, telkens bevattende kinderpornografische afbeeldingen, te weten onder andere
- van een Nederlands meisje, genaamd [slachtoffer 1] geboren 11 maart 1983 (afgebeeld op de CD-R "Private Label 0") en/of
- van een Roemeens meisje, genaamd [slachtoffer 2], geboren 16 december 1987 en/of
- van een tot op heden onbekend gebleven Cubaans meisje, welk meisje destijds naar schatting 8 tot 12 jaar oud was (zoals afgebeeld in de zogenaamde Chica-serie) terwijl hij, verdachte, van het plegen van deze misdrijven een gewoonte heeft
gemaakt;
artikel 240b, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht;
5. hij in of omstreeks de periode van 01 april 2001 tot en met 30 april 2001te Cuba met een tot op heden nog onbekend gebleven meisje (zoals afgebeeld op de zogenaamde Chica-tape), welk meisje destijds naar schatting 8 tot 12 jaar oud was, in elk geval de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd en / of bovenbedoeld meisje tot het plegen en / of dulden van (een) zodanige handeling(en) heeft verleid, bestaande die ontuchtelijke handeling(en) hierin dat hij, verdachte, bovenbedoeld meisje heeft ontkleed en/of haar borsten
en/of haar vagina heeft betast en/of gestreeld en/of de hand van dat meisje heeft vastgepakt en/of vervolgens daarmee over haar schaamstreek heeft gewreven en/of dat meisje heeft bewogen tot het spreiden van haar benen en/of haar schaamlippen;
artikel 247 Wetboek van strafrecht;
6. hij in of omstreeks de periode van 01 januari 1996 tot en met 30 januari 2006 te Nuenen, gemeente Nuenen Ca, en/of in Roemenie en/of elders in de wereld, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een internetnetwerk bekend onder de na(a)m(en), "Shadowz Brotherhood" en/of "Unicycle Hockey League", welke organisatie(s) bestond(en) uit (een) samenwerkingsverband(en) van hem verdachte en/of een of meer andere personen, te weten personen op dat netwerk
bekend onder de zogenaamde "nicknames" GFC en/of Motorola en/of The Reposter en/of Twipsy en/of Santa en/of een of meer andere personen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het vervaardigen van
kinderpornografische opnamen en/of het via internet en/of anderszins verspreiden van kinderpornografische opnamen;
Wetboek van Strafrecht artikel 140;
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De geldigheid van de dagvaarding.
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen.
De bevoegdheid van de rechtbank.
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
De rechtbank zal het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaren ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde. Ten aanzien van dit feit is er niet voldaan aan het ten tijde van het tenlastegelegde geldende klachtvereiste.
De rechtbank zal het openbaar ministerie eveneens niet-ontvankelijk verklaren ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde. Ook ten aanzien van dit feit is er niet voldaan aan het ten tijde van het tenlastegelegde geldende klachtvereiste, nu op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet is komen vast te staan dat het in de tenlastelegging bedoeld meisje jonger was dan 12 jaar maar wel dat zij jonger was dan zestien jaar.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn aangaande overige feiten geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
De Nederlandse strafwet is toepasselijk op de in Roemenië en Cuba gepleegde feiten, aangezien verdachte de Nederlandse nationaliteit bezit en ook ten tijde van het plegen van de feiten die nationaliteit bezat, terwijl de in Roemenië en Cuba gepleegde feiten, die hier bewezen verklaard worden, door de Nederlandse strafwet als misdrijven worden beschouwd en op die feiten door de Roemeense en Cubaanse strafwet ook straf is gesteld.
Schorsing der vervolging.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
De bewijsbeslissing met betrekking tot feit 3:
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder 3 is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De rechtbank acht met name niet bewezen dat de in de tenlastelegging genoemde [slachtoffer 2] ten tijde van de beschreven handelingen beneden de leeftijd van zestien jaar was.
Bewijsoverweging met betrekking tot feit 4:
Onder feit 4 is verdachte onder meer tenlastegelegd dat hij in de periode van 1 oktober 2002 tot en met 30 januari 2006 in Cuba kinderpornografie heeft verspreid en/of vervaardigd, en/of ingevoerd, en/of uitgevoerd en/of in bezit gehad. De rechtbank acht weliswaar bewezen dat verdachte pornografische filmopnames heeft vervaardigd van het door hem met een Cubaans meisje van ongeveer 12 jaar gepleegde seksueel misbruik, maar dit misbruik en deze opnames vonden plaats in april 2001. Nu in dat deel van de tenlastelegging dat betrekking heeft op de periode 1 januari 1999 tot en met 30 september 2002 de pleegplaats Cuba niet is genoemd kan het vervaardigen van de kinderporno in Cuba (de zogeheten Chica-tapes) niet worden meegenomen bij de bewezenverklaring.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de feiten heeft begaan zoals is weergegeven op het in dit vonnis opgenomen afgestreepte afschrift van de dagvaarding.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 5 (oud) 5, 10, 27, 37a, 37b, 57, 140 (oud),140, 240b (oud), 240b, 242.
DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID
De eis van de officier van justitie.
Niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie ten aanzien van feit 2. Ten aanzien van de feiten 1 primair, 3, 4, 5 en 6 een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar met aftrek van voorarrest en terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging. In het geval de rechtbank niet zal overgaan tot oplegging van terbeschikkingstelling met verpleging eist de officier van justitie een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaar met aftrek van voorarrest.
De op te leggen straf.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op:
a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan,
b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank enerzijds in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden ten bezware van verdachte:
- verdachte heeft gedurende een langere periode een zeer groot aantal strafbare feiten gepleegd dan wel is hij bij het plegen van die strafbare feiten betrokken geweest;
- verdachte heeft de door hem gepleegde strafbare feiten zoals bewezenverklaard onder 4 en 6 gepleegd in georganiseerd verband. Hij maakte deel uit van verschillende internationale kinderpornonetwerken en heeft willens en wetens zijn rol in die organisatie vervuld;
- de zeer jeugdige leeftijd van het onder feit 1 aangeduid slachtoffer (4 à 5 jaar oud) en de afhankelijke en weerloze positie waarin dit slachtoffer zich ten opzichte van verdachte bevond;
- verdachte heeft een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en seksuele integriteit en de persoonlijke levenssfeer van dit slachtoffer, hetgeen in zijn algemeenheid door een slachtoffer als zeer ingrijpend wordt ervaren en nadelige psychische gevolgen van mogelijk lange duur met zich kan brengen. Verdachte heeft zijn eigen belang voorop gesteld zonder oog te hebben voor de wijze waarop het slachtoffer een en ander zou ervaren.
- door het gedurende een lange periode via internet verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen, heeft verdachte direct dan wel indirect bijgedragen aan seksueel misbruik van kinderen. Door dit verspreiden van kinderporno is het verdachte mede toe te rekenen dat uiterst verwerpelijke en mensonterende handelingen, die plaatsvinden met kinderen van veelal zeer jeugdige leeftijd in stand worden gehouden en bevorderd. Buiten kijf staat dat kinderen, als zij op jeugdige leeftijd worden onderworpen aan dit soort seksuele handelingen, grote psychische, lichamelijke en emotionele schade kunnen oplopen die hun verdere ontwikkeling ernstig kan schaden. Kinderen dienen beschermd te worden tegen dergelijke praktijken en handelingen. De rechtbank acht het bijzonder kwalijk dat verdachte, door zich met deze praktijken in te laten, de distributie van dit materiaal mede in stand houdt. Verdachte heeft ook zelf zogeheten bronmateriaal vervaardigd. Hij heeft onder andere filmopnamen gemaakt van de seksuele handelingen die hij verrichtte met het Cubaanse meisje van 4 tot 5 jaar oud, deze opnamen gedigitaliseerd en verspreid.
- de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank anderzijds in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheid die tot matiging van de straf heeft geleid:
- uit de omtrent de geestvermogens van verdachte uitgebrachte rapportage, alsook uit de door de deskundige Van Nunen ter terechtzitting van 27 september 2006 gegeven toelichting, blijkt dat de door hem gepleegde strafbare feiten in (licht)verminderde mate aan hem kunnen worden toegerekend.
De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de op te leggen straf de ernst van het bewezenverklaarde voldoende tot uitdrukking brengt en omdat de rechtbank het openbaar ministerie behalve voor feit 2 ook niet-ontvankelijk zal verklaren ten aanzien van het onder feit 5 tenlastegelegde en verdachte zal vrijspreken van het onder 3 tenlastegelegde. Bovendien zal door de rechtbank, gelet op hetgeen onder feit 4 bewezen is verklaard, bij de strafoplegging het vervaardigen van de kinderporno in Cuba niet worden meegewogen.
Motivering van de matregel:
Op 27 april 2006 heeft de klinisch psycholoog Van Nunen een rapport omtrent verdachte uitgebracht.
Dit rapport houdt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende in:
Betrokkene is lijdende aan een ziekelijke stoornis/gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van pedofiele gerichtheid bij een onderliggende lichte persoonlijkheidsstoornis. Hiervan was sprake ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde. Deze ziekelijke stoornis/gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens beïnvloedde betrokkenes gedragskeuzes c.q. gedragingen ten tijde van het tenlastegelegde zodanig dat het tenlastegelegde daaruit mede verklaard kan worden. Mede vanuit zijn seksuele fixatie op jonge meisjes en in zijn algemeenheid behoefte aan kicks is betrokkene tot seksueel grensoverschrijdend gedrag gekomen waarvan minderjarige kinderen het slachtoffer zijn geworden. Zijn seksuele pedofiele fixatie en de geconstateerde persoonlijkheidsstoornis (met het onrijpe, het gebrek aan gewetens/impulscontrole, het gebrek aan empathie met de slachtoffers en sociaalcontactueel onvermogen) staan in directe relatie met het aan hem tenlastegelegde gedrag, waarvoor hij als licht verminderd tot verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd moet worden. Er is kans op recidive, de seksuele fixatie en drang zijn nog steeds aanwezig en er is onvoldoende controle om aan deze seksuele fixatie en drang blijvend weerstand te kunnen bieden. Een factor welke hierbij in ogenschouw genomen kan worden is in hoeverre hij zich op emotioneel en seksueel gebied kan verbinden met een volwassen partner en/of hij zijn leven verder kan vullen met andere sociaal aangepaste zaken. Om de kans op recidive van soortgelijke en/of andere strafbare feiten te voorkomen is intensieve begeleiding gewenst. Er dient stevig ingezet te worden en te denken is hierbij aan een intensieve behandeling waar het grensoverschrijdende symptoom maar ook de gehele persoonlijkheid waarin dit symptoom is ingebed aangepakt dient te worden.
Op 18 september 2006 heeft Van Nunen voornoemd een aanvullend rapport omtrent verdachte uitgebracht.
Dit rapport houdt behoudens het hiervoor weergegevene – zakelijk weergegeven – onder meer nog het volgende in:
Er dient bij een behandeling tevens aandacht te zijn voor zijn sociale vaardigheden en de rol van eventueel alcoholmisbruik.
In augustus 2006 heeft de psychiater Lemmen een rapport omtrent verdachte uitgebracht.
Dit rapport houdt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende in:
Bij betrokkene is sprake van een ziekelijke stoornis/gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een pedofilie en een misbruik van alcohol bij een onderliggende cluster B persoonlijkheidsstoornis. Ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde was deze stoornis ook aanwezig. Deze ziekelijke stoornis/gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens beïnvloedde onderzochtes gedragskeuzes, c.q. zijn gedragingen ten tijde van het tenlastegelegde zodanig dat het tenlastegelegde mede daaruit verklaard kan worden. Betrokkene is te kenmerken als een pedofiel en voelt zich seksueel aangetrokken tot jonge (tiener)meisjes. Frustraties opgelopen in zijn kinderleeftijd en adolescentie in contacten zowel met meisjes als met jongens maken dat hij niet in staat is tot het aangaan van een seksuele relatie met een leeftijdgenoot. Deze scheefgroei in zijn ontwikkeling heeft gemaakt dat hij ook in zijn persoonlijkheidsopbouw een scheefgroei heeft doorgemaakt. Deze persoonlijkheidspathologie maakt vervolgens ook dat hij in het normale sociale verkeer weinig aansluiting vindt. Betrokkene zelf lijkt hier niet onder te lijden. Ondanks het feit dat betrokkene enigszins inziet dat hij deze problematiek vertoont (en zich er zelfs enigszins achter verschuilt), zoekt hij actief situaties op waar hij in contact kan komen met jonge meisjes. Betrokkene moet ten aanzien van het tenlastegelegde als licht verminderd toerekeningsvatbaar worden beschouwd. De geconstateerde stoornis van een pedofilie is een “trait” en daarmee een constante factor met betrekking tot recidive. Van belang is of betrokkene in staat is tot het onder controle houden van zijn seksuele fixatie en drang. Zijn persoonlijkheid met kenmerken als weinig inlevingsvermogen en neiging tot impulsief grensoverschrijdend gedrag zijn daarbij geen gunstige factoren, zeker niet in combinatie met fors alcoholgebruik. Om recidive te voorkomen is het van belang dat betrokkene behandeld wordt. Een behandeling van pedofilie in de vorm van “genezing” valt niet te verwachten. De behandeling zal gericht moeten zijn op voorkoming van recidive door het aanleren van alternatief gedrag maar ook het vergroten van sociale vaardigheden en egoversterking gezien het negatieve zelfbeeld van betrokkene. Bij deze behandeling dient ook het problematisch alcoholgebruik betrokken te worden. Gedacht wordt aan een intensieve behandeling binnen een forensisch psychiatrische setting. Betrokkene geeft zelf aan dat hij behandeld wil worden omdat hij vindt dat hij te ver is gegaan.
In het omtrent verdachte uitgebracht voorlichtingsrapport van de Reclassering Nederland d.d. 27 september 2006 wordt ook de noodzaak van behandeling ter voorkoming van recidive en gevaarsrisico’s benadrukt.
De psycholoog Van Nunen voornoemd en de rapportrice Van Wely van de Reclassering Nederland hebben ter terechtzitting van 27 september 2006 een verklaring afgelegd die er kort gezegd op neer komt dat het gevaar voor recidive onverkort aanwezig is en dat een behandeling ter voorkoming daarvan noodzakelijk is.
De rechtbank neemt de conclusies, de adviezen en de gronden waarop zij berusten, zoals die hiervoor zijn opgenomen, over en maakt die tot de hare.
De rechtbank is van oordeel dat - gelet op de ernst en de aard van de feiten, de ernst en de aard van de problematiek bij verdachte en het grote gevaar voor recidive - zijn behandeling niet anders kan geschieden dan in het kader van een terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege.
De rechtbank overweegt daartoe dat de hierna te kwalificeren feiten misdrijven betreffen waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld terwijl de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging eist en het misdrijven betreft die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
DE UITSPRAAK
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
t.a.v. feit 1 primair:
Verkrachting.
t.a.v. feit 4:
Een gewoonte maken van een afbeelding en een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, vervaardigen, invoeren, uitvoeren en in bezit hebben.
en
Een gewoonte maken van een afbeelding en een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreiden, vervaardigen, invoeren, uitvoeren en in voorraad hebben.
t.a.v. feit 6:
Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
BESLISSING:
t.a.v. feit 2 en feit 5:
Openbaar Ministerie niet ontvankelijk.
t.a.v. feit 3:
vrijspraak, achtende de rechtbank het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen.
t.a.v. feit 1 primair, feit 4, feit 6:
een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar en zes maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
t.a.v. feit 1 primair, feit 4, feit 6:
terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M. Kooijmans-de Kort, voorzitter,
mr. L.G.J.M. van Ekert en mr. I.M. Nusselder, leden,
in tegenwoordigheid van G.A.M. de Laat, griffier
en is uitgesproken op 11 oktober 2006.