ECLI:NL:RBSHE:2006:AY8206
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.W.H. Renneberg
- A.M. Kooijmans-de Kort
- P.H.P.H.M.C. van Kempen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens poging tot zware mishandeling met neppistool
Op 14 september 2006 heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot zware mishandeling en andere geweldsdelicten. De zaak was aanhangig gemaakt na een dagvaarding op 29 mei 2006, waarbij de verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan een persoon genaamd [slachtoffer] op 11 maart 2006 in Eindhoven. De officier van justitie had een vordering ingediend, maar de rechtbank heeft na het horen van getuigen en de verklaringen van de verdachte geconcludeerd dat niet bewezen kon worden dat de verdachte de tenlastegelegde feiten had gepleegd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte met een neppistool drie klappen heeft gegeven aan [slachtoffer] en dat hij deze ook meermalen heeft geschopt. Echter, de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte daadwerkelijk met een mes had gestoken of dat hij samen met anderen had gehandeld in een bewuste en nauwe samenwerking. De rechtbank concludeerde dat het letsel dat [slachtoffer] had opgelopen, een bloeduitstorting was, en dat het niet kon worden vastgesteld dat het slaan met het neppistool zou leiden tot zwaar lichamelijk letsel.
Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten, omdat het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen was. Tevens heeft de rechtbank de teruggave gelast van inbeslaggenomen goederen aan de verdachte, en de benadeelde partij werd in haar vordering niet-ontvankelijk verklaard. De voorlopige hechtenis van de verdachte werd opgeheven, en het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank.