ECLI:NL:RBSHE:2006:AY7329
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J.F.M. Strijbos
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verzoek tot ontheffing van relatiebeding in faillissement
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 3 augustus 2006 uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door een appellant tegen een beschikking van de rechter-commissaris. De appellant had verzocht om de curator te bevelen hem te ontheffen van zijn verplichtingen uit een relatiebeding, dat voortvloeide uit zijn arbeidsovereenkomst met een failliete besloten vennootschap. De rechtbank oordeelde dat op grond van artikel 69 van de Faillissementswet een dergelijke bevel niet kan worden gegeven. De rechtbank benadrukte dat de rechtsgang die in dit artikel is voorzien, bedoeld is om crediteuren de mogelijkheid te geven invloed uit te oefenen op de afwikkeling van het faillissement, en niet voor het oplossen van complexe juridische geschillen zoals in dit geval. De rechtbank concludeerde dat de curator verantwoordelijk is voor het beheer van de boedel en dat de appellant niet als schuldeiser in de zin van de Faillissementswet kan worden aangemerkt, omdat zijn vorderingen op de failliete vennootschap mogelijk door het UWV zijn overgenomen. De rechtbank verwierp het hoger beroep en handhaafde de beslissing van de rechter-commissaris, waarbij werd vastgesteld dat de curator niet verplicht was om het verzoek van de appellant in te willigen. De uitspraak benadrukt de scheiding tussen de verantwoordelijkheden van de curator en de rechten van individuele schuldeisers in faillissement.