ECLI:NL:RBSHE:2006:AY6503
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verrekening en vaststelling van de vergoedingsvordering op grond van de huwelijkse voorwaarden
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 31 maart 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen een man en een vrouw over de verrekening van hun huwelijkse voorwaarden na echtscheiding. De rechtbank had eerder op 25 maart 2005 de echtscheiding uitgesproken en nevenvoorzieningen vastgesteld. De man en vrouw hebben verschillende standpunten ingenomen over de verrekening van hun bezittingen en schulden, waaronder een appartement in het buitenland, een flexkrediet en levensverzekeringen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen gemeenschap van goederen bestaat tussen de partijen, en dat de echtgenoten verplicht zijn om elkaar te vergoeden wat zij aan elkaars vermogen onttrekken. De vrouw heeft een appartement in [land] dat als vakantiewoning wordt gebruikt, en de man heeft een flexkrediet afgesloten. De rechtbank heeft de waarde van het appartement vastgesteld op € 120.000,-- en heeft bepaald dat de vrouw aan de man een bedrag van € 11.728,-- moet vergoeden voor overgespaard inkomen dat aan het appartement is besteed. Daarnaast moet de vrouw € 11.689,-- vergoeden voor het flexkrediet dat op naam van de man staat, en € 7.417,-- voor door de man betaalde premies van een levensverzekering. De rechtbank heeft ook de saldi van verschillende bankrekeningen en spaarrekeningen in de verrekening betrokken, en heeft bepaald dat de man en vrouw elkaar bedragen moeten vergoeden op basis van hun respectieve eigendommen en schulden. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is openbaar uitgesproken door de vice-presidenten van de rechtbank.