ECLI:NL:RBSHE:2006:AY1546
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van politiek verlof voor wethouder in relatie tot arbeidsovereenkomst
In deze zaak verzoekt werknemer A, die als wethouder in een gemeente met minder dan 18.000 inwoners is gekozen, om vaststelling van zijn politiek verlof op 28 uur per week. A is sinds 22 oktober 2001 in dienst bij B, waar hij als manager werkvoorbereiding werkt. Tijdens zijn sollicitatie in 2001 heeft A aangegeven dat hij, indien gekozen als wethouder, slechts parttime zou kunnen werken. B heeft aanvankelijk aangegeven dat het wethouderschap gefaciliteerd zou worden, maar later werd dit standpunt herzien. A verzocht in mei 2006 om tijdelijk 28 uur per week onbetaald verlof, maar dit verzoek werd door B afgewezen. B stelt dat de combinatie van werk en wethouderschap niet mogelijk is en dat er geen functies zijn voor minder dan 20 uur per week.
De kantonrechter weegt de belangen van A en B tegen elkaar af. A heeft voldoende aangetoond dat zijn wethouderschap niet volledig bezoldigd wordt en dat hij recht heeft op politiek verlof op basis van artikel 7:643 BW. De kantonrechter oordeelt dat A's verzoek om 28 uur politiek verlof niet redelijk is, gezien de omstandigheden en de werkweek van 36 uur. Uiteindelijk wordt het aan A toe te kennen politiek verlof vastgesteld op 12 uur per week, wat de kantonrechter als een redelijke oplossing beschouwt. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt.