ECLI:NL:RBSHE:2006:AY0169
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak groepsverkrachting, veroordeling voor ontuchtige handelingen
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 10 juli 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van groepsverkrachting en ontuchtige handelingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldeed aan de wettelijke eisen, maar heeft de verdachte vrijgesproken van de primair tenlastegelegde verkrachting. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van dwang in de zin van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat het slachtoffer handelingen tegen haar wil heeft ondergaan. De rechtbank benadrukte dat voor een veroordeling op basis van dwang, geweld of bedreiging met geweld vereist is, wat in dit geval niet kon worden aangetoond.
De rechtbank heeft echter wel geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen, zoals omschreven in artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht. Dit oordeel is gebaseerd op de omstandigheden waaronder de seksuele handelingen hebben plaatsgevonden, waarbij het slachtoffer, een minderjarige, zonder dat er expliciet werd gevraagd of zij instemde met de handelingen, werd geconfronteerd met vergaande seksuele contacten door meerdere jongens. De rechtbank heeft de ernst van de situatie en de impact op het slachtoffer in overweging genomen bij de strafoplegging.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder reclasseringstoezicht. Daarnaast is er een werkstraf opgelegd van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis. De vordering van de benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard, waardoor deze alleen bij de burgerlijke rechter kan worden ingediend. De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden van de zaak, waarbij de rechtbank de belangen van het slachtoffer en de verdachte in balans heeft gebracht.