ECLI:NL:RBSHE:2006:AX1422
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.H.C.M. Schoemaker
- W.P.C.G. Derksen
- J.H.G. van den Broek
- Rechtspraak.nl
Subsidieaanvraag en liquiditeitsberekening in het kader van de Regeling delegatie Stichting Fonds MKZ-AI
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 26 april 2006 uitspraak gedaan in een geschil over een subsidieaanvraag op grond van de Regeling delegatie Stichting Fonds MKZ-AI. Eiser, een ondernemer in de agrarische sector, had een verzoek om subsidie ingediend dat door verweerder op 30 juni 2005 ongegrond was verklaard. Eiser stelde dat zijn bedrijf, dat was getroffen door de Aviaire Influenza-epidemie, recht had op subsidie vanwege een liquiditeitstekort. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom de aanvraag en de daaropvolgende afwijzing door verweerder zorgvuldig onderzocht.
De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht had vastgesteld dat er geen liquiditeitstekort was, ondanks de vordering van eiser op een bedrijf ter waarde van € 75.000,00. Verweerder had deze vordering betrokken in de liquiditeitsberekening, wat volgens de rechtbank gerechtvaardigd was. Eiser had aangevoerd dat hij de vordering niet kon innen vanwege de huidige zekerheden en rendementen, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet afdeed aan de opeisbaarheid van de vordering. De rechtbank benadrukte dat een ondernemer in staat moet zijn om zijn vorderingen te innen als onderdeel van zijn normale bedrijfsvoering.
De rechtbank concludeerde dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor subsidie, omdat hij niet had aangetoond dat het financiële tekort niet door hemzelf of door reguliere geldverstrekkers kon worden gefinancierd. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, waarmee de beslissing van verweerder werd bevestigd. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.