ECLI:NL:RBSHE:2006:AW3513
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in moordzaak zonder technisch bewijs van aanwezigheid verdachte
In de strafzaak tegen de verdachte, die op 14 april 2005 in Maarheeze wordt beschuldigd van de moord op een slachtoffer, heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 25 april 2006 uitspraak gedaan. De zaak kwam aanhangig na een dagvaarding op 26 juli 2005, waarbij de tenlastelegging op verschillende momenten is aangepast. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van acht jaar, maar de rechtbank oordeelde dat het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Er was weliswaar een belastende verklaring van een medeverdachte, maar er ontbrak technisch bewijs dat de verdachte op het moment van het delict in de woning van het slachtoffer aanwezig was. De rechtbank heeft de verklaringen van de medeverdachten kritisch beoordeeld, waarbij inconsistenties en gebrek aan bewijs leidde tot de conclusie dat de verdachte niet kan worden veroordeeld. De rechtbank heeft daarom de vrijspraak uitgesproken, waarbij het vonnis op tegenspraak is gewezen na het onderzoek ter terechtzitting op 18 april 2006. De uitspraak benadrukt het belang van technisch bewijs in strafzaken en de noodzaak voor een overtuigende bewijsvoering om tot een veroordeling te komen.