ECLI:NL:RBSHE:2006:AV2521
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van vredesactivist wegens niet bevoegd gegeven bevel tot verwijdering nabij vliegbasis Volkel
In deze zaak heeft de politierechter van de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 24 februari 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een vredesactivist. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk niet voldoen aan een bevel van een ambtenaar van de Koninklijke Marechaussee, dat haar verzocht zich 100 meter uit de nabijheid van de vliegbasis Volkel te verwijderen. De politierechter heeft vastgesteld dat de verdachte op 6 augustus 2005, samen met een medeverdachte, een spandoek ophing met een anti-kernwapenboodschap nabij de vliegbasis. De officier van justitie had de verdachte vervolgd op basis van artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht, maar de verdediging voerde aan dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard vanwege een vermeende schending van de beginselen van een behoorlijke procesorde.
De politierechter oordeelde dat het bevel tot verwijdering niet bevoegd was gegeven, omdat er geen noodverordening of andere regeling van kracht was die de aanwezigheid van de verdachte op die locatie verbood. Bovendien was er geen sprake van een dreigende verstoring van de openbare orde. De rechter concludeerde dat de verdachte op vreedzame wijze haar mening over de aanwezigheid van kernwapens kenbaar maakte, wat valt onder de vrijheid van meningsuiting. Aangezien het bevel niet rechtsgeldig was, kon de verdachte niet worden veroordeeld voor het niet opvolgen ervan.
Uiteindelijk sprak de politierechter de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen was dat zij zich schuldig had gemaakt aan de beschuldiging. Dit vonnis benadrukt het belang van de rechtsgeldigheid van ambtelijke bevelen en de bescherming van de vrijheid van meningsuiting.