ECLI:NL:RBSHE:2005:AU6761

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
14 november 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01/050468-04
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak rondom ongevallen met quad en kinderen

In deze strafzaak, behandeld door de rechtbank 's-Hertogenbosch, is de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten die verband houden met een dodelijk ongeval met een quad. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 27 september 2004, waarbij een kind, dat met een quad reed, betrokken was bij een aanrijding met een personenauto. De verdachte had de quad ter beschikking gesteld aan kinderen onder de twaalf jaar, terwijl hij wist dat het voertuig ongeschikt en gevaarlijk was voor gebruik door deze leeftijdsgroep. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op het moment van het ongeval niet thuis was, wat een cruciale factor was in de beoordeling van de verwijtbaarheid. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de verdachte een zekere mate van onvoorzichtigheid kon worden verweten, deze niet aanmerkelijk genoeg was om tot een veroordeling te leiden. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie en de verdediging in overweging genomen en kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De uitspraak werd gedaan op 14 november 2005, na een onderzoek ter terechtzitting op 31 oktober 2005, en de dagvaarding was geldig en voldeed aan alle wettelijke eisen.

Uitspraak

RECHTBANK ’S-HERTOGENBOSCH
Parketnummer: 01/050468-04
Uitspraakdatum: 14 november 2005
STRAFVONNIS
Vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
(verdachte)
geboren te (geboortedatum) 1969,
wonende [adres]
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van
31 oktober 2005.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 26 september 2005.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, op of omstreeks 27
september 2004 te Nistelrode, gemeente Bernheze, grovelijk, althans
aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onachtzaam en/of nalatig een Quad, zijnde een
gemotoriseerd voertuig,
- aan een of meer aan zijn, verdachtes en/of zijn mededaders zorg en/of
toezicht en/of waakzaamheid toevertrouwde kinderen beneden de leeftijd van 12
jaar, te weten (dochter) (geboren (geboortedatum) 1996) en/of (slachtoffer). (geboren (geboortedatum) 1995), voor direct gebruik ter beschikking heeft
gesteld en/of
- niet heeft voorkomen dat (een van) voornoemde kinderen gebruik kon(den)
maken van die Quad en/of
- heeft toegelaten dat (een van) die kinderen gebruik maakte(n) van die Quad
en/of
-geen, althans onvoldoende toezicht heeft uitgeoefend en/of
- niet heeft zorggedragen dat die kinderen toen bij het gebruik van die Quad
beschermende kleding en/of een helm droegen en/of
- niet heeft voorkomen dat die, door een van die kinderen (dochter)
bestuurde Quad, waarop beide genoemde kinderen gezeten waren, de openbare weg,
de (straat), op kon rijden,
(mede) waardoor de door die (dochter) bestuurde, hierboven bedoelde Quad,
waarop beide genoemde kinderen gezeten waren vanuit een uitrit van het perceel
(adres) (deels) de openbare weg (straat) op reed, waar op dat
moment een personenauto (Volvo) reeds dicht was genaderd, en er (vervolgens)
een aanrijding ontstond tussen die personenauto en die Quad tengevolge waarvan
(slachtoffer) van die Quad is gevallen, waardoor het (mede) aan
zijn, verdachtes schuld te wijten is geweest dat die (slachtoffer) zodanig
letsel, te weten schedelletsel, heeft bekomen dat deze (mede) aan de gevolgen
daarvan is overleden.
De geldigheid van de dagvaarding.
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen.
De bevoegdheid van de rechtbank.
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Schorsing der vervolging.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
De bewijsbeslissing.
Naar het oordeel van de rechtbank kan aan verdachte weliswaar het verwijt worden gemaakt dat verdachte een gemotoriseerd voertuig, te weten een quad, aan kinderen die nog geen twaalf jaar oud waren en aan zijn toezicht en waakzaamheid waren toevertrouwd, ter beschikking heeft gesteld voor direct gebruik, terwijl verdachte wist dat dit voertuig aangemerkt diende te worden als ongeschikt en gevaarlijk voor het gebruik door kinderen van (ongeveer) eenzelfde leeftijd als zijn eigen kinderen en het slachtoffer (slachtoffer), maar uit het onderzoek ter terechtzitting is naar het oordeel van de rechtbank komen vast te staan dat verdachte op of omstreeks het tijdstip van het ongeval, tengevolge waarvan (slachtoffer) is overleden, op 27 september 2004 te omstreeks 17.15 uur niet thuis was. Gelet op deze omstandigheid kan aan verdachte geen aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid worden verweten.
De rechtbank acht derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
DE UITSPRAAK
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E.C.M. de Klerk, voorzitter,
mr. E.S.G.N.A.I. van de Griend en mr. H.E.G. Peters, leden,
in tegenwoordigheid van J.F.A. Verhagen, griffier
en is uitgesproken op 14 november 2005.