ECLI:NL:RBSHE:2005:AU3182
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.A. Brouwer
- E.C.M. de Klerk
- R.B. Milo
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet
Op 26 september 2005 heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte. De tenlastelegging omvatte onder andere het verkopen, afleveren en aanwezig hebben van cocaïne in de periode van 1 januari 2005 tot en met 26 mei 2005 te Helmond. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewijsmiddelen voldoende zijn om de verdachte schuldig te verklaren voor de feiten die hem zijn tenlastegelegd, met uitzondering van hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, waar de verdachte van is vrijgesproken.
De rechtbank heeft overwogen dat een gevangenisstraf noodzakelijk is voor een juiste normhandhaving en heeft een gevangenisstraf van 183 dagen opgelegd, waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast is er een leerstraf van 26 uren opgelegd, bestaande uit een sociale vaardigheidstraining. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen snorfiets gelast, omdat deze is gebruikt voor het plegen van de strafbare feiten. De GSM van de verdachte wordt aan hem teruggegeven.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de rol van de verdachte in de strafzaak, zijn jeugdige leeftijd en het feit dat hij de gepleegde feiten als een eenmalige misstap beschouwt. De beslissing is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. H.A. Brouwer, en is op tegenspraak gewezen.