ECLI:NL:RBSHE:2005:AT6530
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.J.W.M. van der Leeuw
- E.C.M. de Klerk
- P.H.P.H.M.C. van Kempen
- Rechtspraak.nl
Opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, meermalen gepleegd
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 6 juni 2005 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder het verkopen, afleveren en verstrekken van cocaïne en heroïne in de periode van 1 november 2003 tot en met 8 november 2004. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden verklaard voor de meeste tenlastegelegde feiten, met uitzondering van feit 3, waarbij hij opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de Opiumwet. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de overige tenlasteleggingen, waaronder geweld en dwang ten opzichte van twee slachtoffers, die betrokken waren bij prostitutie en drugsgebruik. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte een gevangenisstraf van 12 maanden moet ondergaan, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken en is openbaar gemaakt op 6 juni 2005.