ECLI:NL:RBSHE:2005:AT6449
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- F.A. van der Reijt
- K. Visser
- R.C. Stijnen
- Rechtspraak.nl
Poging tot brandstichting in moskee
Op 1 juni 2005 heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot brandstichting in een moskee te Uden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, in de periode van 6 tot 7 november 2004, samen met anderen of alleen, opzettelijk brand heeft willen stichten in de moskee, wat gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar met zich meebracht. De verdachte heeft een steen door een ruit van de moskee gegooid en geprobeerd een molotovcocktail in brand te steken en deze naar de moskee te gooien. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het strafverzwarende element van levensgevaar niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, omdat niet kon worden vastgesteld of er mensen in de moskee aanwezig waren op het moment van de poging.
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de niet bewezen verklaarde onderdelen van de tenlastelegging, maar heeft het bewezen verklaarde feit, namelijk de medepleging van poging tot opzettelijk brandstichten, als strafbaar aangemerkt. Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met een rapport van een psycholoog, waaruit bleek dat de verdachte in verminderde mate toerekeningsvatbaar was. De rechtbank heeft een jeugddetentie van 240 dagen opgelegd, waarvan 202 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is er een werkstraf van 180 uren opgelegd, alsook een leerstraf in de vorm van de cursus 'Pubers in de Knel'. De rechtbank heeft ook de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat deze onvoldoende onderbouwd was. De uitspraak is gedaan in het kader van de rechtsgang en is gebaseerd op de feiten en omstandigheden die tijdens de zitting naar voren zijn gekomen.