dat [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] in de nacht van 7 augustus 2004 op8 augustus 2004, althans op of omstreeks 8 augustus 2004, te Eindhoven,tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans tezamen, althans een van hen, opzettelijk brand heeft gesticht in een aan de [adres] gelegen woning, immers heeft die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of (een of meer van) zijn/hun mededader(s) toen aldaar opzettelijk
- een hoeveelheid benzine, althans een hoeveelheid brandbare en/of licht ontvlambare vloeistof, door middel van een gieter, althans door middel van een daartoe geschikt voorwerp, door de brievenbus van die woning gegoten en/of uitgeschonken en/of gebracht,
en/of
- (vervolgens) die benzine, althans die brandbare en/of licht ontvlambare vloeistof, in aanraking gebracht met open vuur, door met een aansteker, althans een vuurmakend/vuurveroorzakend voorwerp, een (stuk) krant, althans papier, aan te steken en/of daarbij of vervolgens die/dat aangestoken (stuk) krant, althans papier, door de brievenbus van die woning te duwen en/of te
brengen, waardoor die, in die woning gegoten en/of uitgeschonken en/of gebrachte, benzine, althans die brandbare en/of licht ontvlambare vloeistof, vlamvatte, althans is gaan branden, ten gevolge waarvan (een deel van) die woning is gaan branden, althans brand is ontstaan in die woning,
welk feit de dood van de in voornoemde woning aanwezige (14-jarige) [slachtoffer 1]
en/of (8-jarige) [slachtoffer 2] ten gevolge heeft gehad, en/of terwijl daarvan levensgevaar, althans gevaar voor zwaar lichamelijk letsel, voor een ander of anderen, te weten voor een of meer zich in de
naastgelegen woning(en) en/of in de nabijheid van de woning [adres] staande woning(en) zich bevindende perso(o)n(en), te duchten was, en/of terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten voor het niet in brand gestoken deel van de inventaris van de woning [adres] en/of de inventaris van de naast- en nabijgelegen woning(en) te duchten was,
welk bovenomschreven strafbaar feit hij,verdachte, tevoren op of omstreeks 7 augustus 2004 te Eindhoven en/of elders in Nederland door het verschaffen van giften en/of beloften en/of door het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen opzettelijk heeft uitgelokt door:
- aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te vragen of hij/zij voor hem,verdachte, een klusje op wilde(n) knappen, althans te vragen of hij/zij de tegenoverliggende woning in brand wilde(n) steken, en/of
- aan die [medeverdachte 1] een geldbedrag van 50 euro te geven voor de uitvoering van voormeld klusje, en/of
- een hoeveelheid benzine, althans een brandbare en/of licht ontvlambare vloeistof, en/of een jas en/of een (stuk) krant, althans papier, aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] te geven, althans ter beschikking te stellen, en/of
- aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] mede te delen - zakelijk weergegeven - dat de familie woonachtig in het pand gelegen aan de [adres] gedurende een periode van 10 jaar zijn,verdachtes, vader had geterroriseerd en/of dat hij een hekel had aan die Turken aan de overkant en/of dat het gezin thuis was en/of dat het gezin lag te slapen en/of dat het geen klein brandje moest zijn en/of (daarbij) letterlijk te zeggen: "Het liefst met doden";
(artikel 157 juncto 47 Wetboek van Strafrecht)