ECLI:NL:RBSHE:2005:AT2775

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
30 maart 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01/036038-94
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hervatting van verpleging van overheidswege van terbeschikkinggestelde na eerdere voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 30 maart 2005 een beslissing genomen over de hervatting van de verpleging van overheidswege van een terbeschikkinggestelde. Deze beslissing volgt op een onherroepelijk arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 15 november 1994, waarin werd gelast dat de terbeschikkinggestelde ter beschikking zou worden gesteld en van overheidswege zou worden verpleegd. De rechtbank had eerder op 23 februari 2004 de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd en op 29 april 2004 de verpleging voorwaardelijk beëindigd. De vordering tot hervatting van de verpleging werd behandeld in openbare raadkamers op 22 december 2004 en 16 maart 2005, waarbij de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman en een getuige-deskundige aanwezig waren.

De rechtbank oordeelde dat de vordering tot hervatting van de verpleging moest worden toegewezen, gezien de niet-naleving van de eerder gestelde voorwaarden door de terbeschikkinggestelde. De voorwaarden omvatten onder andere het zich onthouden van misdrijven, het volgen van aanwijzingen van de reclassering, en het melden van politiecontacten. De rechtbank concludeerde dat de terbeschikkinggestelde zich niet aan de voorwaarden had gehouden, wat leidde tot de beslissing om de verpleging van overheidswege te hervatten. De rechtbank baseerde haar oordeel op rapporten van de reclassering en het dossier van de strafzaak tegen de terbeschikkinggestelde, waarin ook eerdere misdrijven werden genoemd, waaronder doodslag en poging tot doodslag.

De beslissing werd genomen door de voorzitter en twee leden van de rechtbank, en is uitgesproken in de openbare raadkamer. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde gelast om zich te houden aan de nieuwe voorwaarden die aan de hervatting van de verpleging zijn verbonden.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Parketnummer: 01/036038-94
Uitspraakdatum: 30 maart 2005
BESLISSING INGEVOLGE ARTIKEL 38k WETBOEK VAN STRAFRECHT
(hervatting verpleging)
Beslissing in de zaak van:
[ter beschikking gestelde]
geboren te (geboorteplaats) op (geboortedatum)1976
verblijvende in PI Vught, Nieuw Vosseveld 2 HvB Vught.
Het onderzoek van de zaak.
De vordering van de officier van justitie strekt ertoe dat met betrekking tot de terbeschikkinggestelde de hervatting van de verpleging van overheidswege zal worden bevolen.
Bij onherroepelijk geworden arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch d.d. 15 november 1994 in deze zaak is gelast dat (terbeschikkinggestelde) voornoemd ter beschikking zal worden gesteld en is bevolen dat deze van overheidswege zal worden verpleegd.
Bij beslissing van deze rechtbank van 23 februari 2004 is de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd. Vervolgens is bij beslissing van deze rechtbank van 29 april 2004 bepaald dat de verpleging van overheidswege voorwaardelijk is beëindigd.
Daarbij zijn als voorwaarden gesteld:
1. dat de ter beschikking gestelde zich niet aan enig misdrijf zal schuldig maken.
2. dat de ter beschikking gestelde zich gedurende de terbeschikkingstelling zal gedragen naar de aanwijzingen hem door of namens de Reclassering Nederland, Leeghwaterlaan 14 te 's-Hertogenbosch en meer bepaald door (reclasseringswerker), zolang deze instelling en/of (reclasseringswerker) zulks noodzakelijk acht;
3. dat betrokkene niet van verblijfplaats zal veranderen - ook niet voor één nacht - zonder voorafgaand overleg met de reclasseringsbegeleider;
4. dat betrokkene zijn reclasseringsbegeleider op de hoogte houdt van nieuwe relationele en sociale contacten en van de relatie met zijn (ex)vriendin en zijn zoontje;
5. dat betrokkene zorg draagt voor voldoende dagbesteding in de vorm van betaald werk en zich daarbij houdt aan de gemaakte afspraken inzake arbeidsintegratie met de daarvoor aangewezen begeleidende instantie WSD te Boxtel;
6. dat betrokkene zich zal onthouden van het gebruik van harddrugs en zich zal onderwerpen aan urinecontroles;
7. dat betrokkene geen steek- of vuurwapens bij zich zal dragen;
8. dat betrokkene elke politiecontact meldt aan de reclasseringsbegeleider, zich onthoudt van alle maatschappelijke ongeoorloofde activiteiten en risicovolle situaties vermijdt;
9. dat betrokkene inzicht verschaft over zijn financiële positie en zijn vrijetijdsbesteding aan zijn reclasseringsbegeleider.
Deze vordering is behandeld ter openbare raadkamer van deze rechtbank van 22 december 2004 en 16 maart 2005. Hierbij zijn de officier van justitie, de ter beschikking gestelde en zijn raadsman en de getuige-deskundige (getuige-deskundige), reclasseringswerker, gehoord.
De rechtbank heeft gezien:
- een rapport van de Reclassering Nederland, regio 's-Hertogenbosch, Reguliere Unit 's-Hertogenbosch, d.d. 11 oktober 2004, van (reclasseringswerker), reclasseringswerker SPW en (unitmanager), unitmanager;
- het dossier met betrekking tot de strafzaak tegen verdachte met parketnummer 01/049116-04, met onder meer de processen-verbaal van politie Brabant-Noord, met bijlagen, dossiernummer.
24-044478 en dossiernummer 24-044481;
De beoordeling.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft in openbare raadkamer geconcludeerd tot afwijzing van de vordering tot hervatting van de terbeschikkingstelling, waarbij de raadsman onder meer heeft verwezen naar het in de nieuwe strafzaak uitgebrachte rapport van het Pieter Baan Centrum d.d. 2 maart 2005.
De rechtbank is van oordeel dat het nieuwe in de zaak met parketnummer 01/049116-04 uitgebrachte rapport van het Pieter Baan Centrum d.d. 2 maart 2005 voor de beslissing in deze zaak niet relevant is.
Relevant is of de ter beschikking gestelde zich aan de bij beslissing van de rechtbank
's-Hertogenbosch d.d. 29 april 2004 gestelde voorwaarden heeft gehouden.
Uit het onderzoek in openbare raadkamer is gebleken dat de terbeschikkinggestelde de bovengenoemde bijzondere voorwaarden onder 1 en 7 niet heeft nageleefd.
Bij vonnis van deze rechtbank van heden 30 maart 2005 is (terbeschikkinggestelde) veroordeeld terzake het misdrijf doodslag gepleegd op 27 of 28 april 2004 te 's-Hertogenbosch, waarbij de terbeschikkinggestelde het slachtoffer met een mes heeft gestoken en het misdrijf van poging tot doodslag gepleegd op 2 juli 2004 te Eindhoven.
De rechtbank is gelet op het vorenstaande van oordeel dat de vordering dient te worden toegewezen en zal een last tot hervatting van de verpleging van overheidswege geven.
Gezien artikel 38k van het Wetboek van Strafrecht.
DE BESLISSING.
Gelast de hervatting van de verpleging van overheidswege van de terbeschikkinggestelde
(de terbeschikkinggestelde).
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.A. van Biesbergen, voorzitter,
mr. I.L.P. Crombeen en mr. D.G.M. van den Hoogen, leden,
in tegenwoordigheid van L. Scholl, griffier
en is uitgesproken ter openbare raadkamer van deze rechtbank van 30 maart 2005.
Mr. Van den Hoogen en mr. Crombeen zijn buiten staat deze beslissing te ondertekenen.