ECLI:NL:RBSHE:2005:AT2731
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervoer van AI-gevoelige dieren tijdens vervoersverbod in verband met de vogelpestcrisis
In deze zaak, behandeld door de economische politierechter mr. G.A.F.M. Wouters, werd de verdachte beschuldigd van het opzettelijk vervoeren van AI-gevoelige dieren (kippen) op 4 juni 2003, binnen een gebied waar een vervoersverbod van kracht was vanwege de vogelpestcrisis. De zitting vond plaats op 15 maart 2005, waar de officier van justitie zijn vordering indiende en de verdachte zijn verdediging voerde. De rechter oordeelde dat er geen bewijs was dat de verdachte onder druk was gezet door de AID-medewerkers, waardoor de ontvankelijkheid van de officier van justitie niet in het geding was. De rechter concludeerde dat de verdachte samen met anderen had gehandeld, wat leidde tot de conclusie van medeplegen van de overtreding van de gezondheidswetgeving.
De rechter verklaarde het tenlastegelegde bewezen, maar sprak de verdachte vrij van andere beschuldigingen die niet bewezen konden worden. De economische politierechter oordeelde dat de verdachte strafbaar was voor het medeplegen van de overtreding van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. De opgelegde straf bestond uit een geldboete van EUR 1250,00, met een voorwaardelijk deel van EUR 500,00 en een proeftijd van twee jaar. De rechter hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de tijd die verstreken was sinds het delict. De uitspraak werd gedaan op 29 maart 2005.