ECLI:NL:RBSHE:2004:AR7705
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bijstandsuitkering en immateriële schadevergoeding in het bestuursrecht
In deze zaak heeft eiseres, die een bijstandsuitkering op grond van de Algemene bijstandswet (Abw) heeft aangevraagd, een geschil met het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond over de korting op haar uitkering. Eiseres ontving maandelijks een bedrag van € 400,- dat was uitgekeerd aan haar kinderen als schadevergoeding voor het overlijden van hun vader. De gemeente heeft dit bedrag in mindering gebracht op de bijstandsuitkering van eiseres, onder verwijzing naar artikel 42 van de Abw. Eiseres betwistte deze korting en voerde aan dat het bedrag van € 400,- niet als inkomen moet worden aangemerkt, omdat het een uitkering betreft in verband met geleden immateriële schade, wat volgens artikel 43, tweede lid, onder k, van de Abw niet tot de middelen gerekend mag worden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het aan de kinderen uitgekeerde bedrag inderdaad een uitkering was voor immateriële schade. De rechtbank oordeelde dat de gemeente ten onrechte artikel 43, tweede lid, onder k, van de Abw niet had betrokken bij de besluitvorming. Hierdoor was de korting van € 400,- per maand, die was toegepast op de bijstandsuitkering, in strijd met de wet. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en de gemeente opgedragen om een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening gehouden moet worden met de immateriële schadevergoeding.
Daarnaast heeft de rechtbank de gemeente Helmond veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 644,-. De rechtbank benadrukte dat eiseres niet in een nadeliger positie mag komen te verkeren dan voor het instellen van beroep. De uitspraak is gedaan op 14 oktober 2004, en belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de datum van toezending hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.