ECLI:NL:RBSHE:2004:AR6723

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 november 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01/994024-04
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deelneming aan een organisatie met het oogmerk tot BTW-fraude en valsheid in geschrifte

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 11 november 2004 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van deelname aan een organisatie die tot oogmerk had het plegen van misdrijven, waaronder BTW-fraude en valsheid in geschrifte. De verdachte, geboren in 1964 en thans preventief gedetineerd, werd beschuldigd van het opzetten en uitvoeren van een zogenaamde BTW-carrousel, waarbij hij samen met medeverdachten valse facturen en bestelbonnen opmaakte en gebruikte om de Nederlandse Staat financieel te benadelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een cruciale rol speelde in deze organisatie en dat hij opzettelijk valse informatie verstrekte op facturen, met als doel om geen BTW aan te geven en af te dragen. De rechtbank heeft de dagvaarding partieel nietig verklaard, maar het onder 1 en 2 tenlastegelegde bewezen verklaard. De verdachte werd schuldig bevonden aan het medeplegen van valsheid in geschrifte en deelname aan een organisatie met het oogmerk tot het plegen van misdrijven. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar en een geldboete van €500.000,00, subsidiair één jaar hechtenis. De rechtbank overwoog dat de verdachte gedurende een periode van 15 maanden belastingfraude heeft gepleegd, wat resulteerde in een aanzienlijke schade voor de Staat der Nederlanden. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard, omdat niet was komen vast te staan dat de gevorderde schade rechtstreeks was toegebracht door de bewezenverklaarde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Parketnummer: 01/994024-04
Uitspraakdatum: 11 november 2004
VERKORT VONNIS
Verkort vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te (geboorteplaats) op (geboortedatum) 1964,
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans preventief gedetineerd in Penitentiair Ziekenhuis Scheveningen te
's- Gravenhage.
Dit vonnis is op tegenspraak
gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 15 juni 2004, 29 juni 2004, 14 september 2004, 26 oktober 2004 en 28 oktober 2004.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 28 mei 2004.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
Hij, in of omstreeks de periode van 01 september 2000 tot 01 april 2002 te
's-Hertogenbosch en/of Wolvega en/of Utrecht en/of Eindhoven en/of Amsterdam
en/of Goirle en/of Neerpelt en/of Hamont-Achel en/of Genk, althans in
Nederland en/of in Belgie, heeft deelgenomen aan een organisatie, welke
gedurende (een deel van) die periode (mede) werd gevormd door verdachte en/of
de natuurlijke perso(o)n(en):
- [medeverdachte 1] en/of
- [medeverdachte 2] en/of
- [medeverdachte 3] en/of
- [medeverdachte 4] en/of
- [medeverdachte 5] en/of een of meer andere natuurlijke perso(o)n(en)
en/of de rechtsperso(o)n(en):
- [bedrijf 1] en/of
- [bedrijf 2] en/of
- [bedrijf 3] en/of
- [bedrijf 4] en/of
- [bedrijf 5] en/of
- [bedrijf 6] en/of
- [bedrijf 7]
en/of een of meer andere rechtsperso(o)n(en),
welke organisatie tot oogmerk heeft/had het plegen van misdrijven, te weten:
- valsheid in geschrifte en/of
- als degene die ingevolge de belastingwet verplicht is tot het voor
raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden, andere
gegevensdragers of de inhoud daarvan, deze opzettelijk in valse of vervalste
vorm beschikbaar stellen;
(art. 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2.
ten eerste,
Hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 september
2000 tot 01 april 2002 te Amsterdam en/of Wolvega en/of Goirle en/of
's-Hertogenbosch en/of Utrecht en/of Eindhoven en/of Neerpelt en/of
Hamont-Achel en/of Genk, in elk geval in Nederland en/of in Belgie, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens)
- 1. (een) factu(u)r(en) (blijkens de opdruk afkomstig van [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en gericht a[bedrijf 8] 8] en/of [bedrijf 9]) (D1001 t/m D1009, D1011 t/m D1043, D1046 t/m D1105, D1107 t/m
D1128) en/of
- 2. (een) factu(u)r(en) (blijkens de opdruk afkomstig van [bedrijf 4] en gericht aan [bedrijf 6]) (D/1201-1 t/m D1201-8) en/of
- 3. (een) bestelbon(nen) (blijkens de opdruk afkomstig van [bedrijf 4] en/of [bedrijf 3] en gericht aan [bedrijf 9] en/of
[bedrijf 8]) (D1184, D1184-1 t/m D1184-6, D1207-1 t/m D1207-7) -
zijnde die factu(u)r(en) en/of die bestelbon(nen) (telkens) (een)
geschrift(en) bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk
heeft/hebben opgemaakt en/of vervalst, zulks met het oogmerk om die
factu(u)r(en) en/of die bestelbon(nen) als echt en onvervalst te gebruiken
en/of door een ander of anderen te doen gebruiken, immers heeft/hebben hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s) alstoen aldaar (telkens) opzettelijk:
valselijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -
- op (een of meer van) die factu(u)r(en) en/of op (een of meer van) die
bestelbon(nen) vermeld dat
1. [bedrijf 9] en/of [bedrijf 8] (een) factuurbedrag(en) terzake
(een) levering(en) van goederen (geheugenmodules) diende(n) te betalen aan
[bedrijf 1] en/of aan [bedrijf 2][bedrijf 6]6]een) factuurbedrag(en) terzake (een)
levering(en) van goederen (geheugenmodules) diende te betalen aan [bedrijf 4] en/of dat
3. [bedrijf 4] en/of [bedrijf 3] goederen
(geheugenmodules) bestelde(n) bij [bedrijf 9] en/of [bedrijf 8],
als was er sprake van (een) tussen
1. [bedrijf 9] en/of [bedrijf 8] enerzijds en [bedrijf 1]
en/of [bedrijf 2] anderzijds en/of (een) tussen
2. [bedrijf 6] enerzijds en [bedrijf 4] anderzijds
en/of (een) tussen
3. [bedrijf 9] en/of [bedrijf 8] enerzijds en [bedrijf 4]
en/of [bedrijf 3] anderzijds overeengekomen transactie(s),
zoals gebruikelijk in het handelsverkeer, zulks
- terwijl er in werkelijkheid geen sprake was van door of namens 1. [bedrijf 9] en/of [bedrijf 8] enerzijds en [bedrijf 1] en/of
[bedrijf 2] anderzijds en/of 2. [bedrijf 6]
enerzijds en [bedrijf 4] anderzijds en/of 3. [bedrijf 9]
en/of [bedrijf 8] enerzijds en [bedrijf 4] en/of [bedrijf 3] anderzijds overeengekomen transactie(s), zoals gebruikelijk in
het handelsverkeer en/of
- terwijl er in werkelijkheid sprake was van (een) door of namens 1. [bedrijf 9] en/of [bedrijf 8] enerzijds en [bedrijf 1] en/of
[bedrijf 2] anderzijds en/of 2. [bedrijf 6]
enerzijds en [bedrijf 4] anderzijds en/of 3. [bedrijf 9]
en/of [bedrijf 8] enerzijds en [bedrijf 4] en/of [bedrijf 3] anderzijds opgezette (schijn)transactie(s) met het
(vooropgezette) doel om (in het kader van een zogenaamde BTW-carrousel) de
Nederlandse Staat financieel te benadelen (op het terrein van de
omzetbelasting) en/of om zichzelf/henzelf financieel te bevoordelen ten koste
van de Nederlandse Staat en/of
- op (een of meer van) die factu(u)r(en) 17,5% en/of 19% BTW vermeld,
zulks terwijl in werkelijkheid het (vooropgezette) doel was om geen BTW in
rekening te brengen en/of aan te geven en/of af te dragen;
ten tweede,
Hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 september
2000 tot 01 april 2002 te Amsterdam en/of Wolvega en/of Goirle en/of
's-Hertogenbosch en/of Utrecht en/of Eindhoven en/of Neerpelt en/of
Hamont-Achel en/of Genk, in elk geval in Nederland en/of in Belgie, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, althans met een
strafrechtelijk niet aansprakelijke derde(n), (telkens) (een) factu(u)r(en)
(blijkens de opdruk afkomstig van [bedrijf 9] (D1203-0, D1203-1 t/m
D1203-13) en/of [bedrijf 8] (D1188-1 t/m D1188-7, D1108-0) en/of gericht
aan [bedrijf 4] en/of [bedrijf 3]) - zijnde die
factu(u)r(en) (telkens) (een) geschrift(en) bestemd om tot bewijs van enig
feit te dienen - valselijk heeft/hebben doen opmaken en/of doen vervalsen,
zulks met het oogmerk om die factu(u)r(en) als echt en onvervalst te doen
gebruiken en/of door een ander of anderen te doen gebruiken, immer
heeft/hebben hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s) alstoen
aldaar (telkens) opzettelijk:
valselijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -
op (een of meer van) die factu(u)r(en) doen vermelden dat [bedrijf 4] en/of [bedrijf 3] (een) factuurbedrag(en) terzake
levering(en) van goederen (geheugenmodules) diende(n) te betalen aan [bedrijf 9] en/of [bedrijf 8], als was er sprake van (een) tussen [bedrijf 4] en/of [bedrijf 3] enerzijds en [bedrijf 9] en/of [bedrijf 8] anderzijds overeengekomen transactie(s), zoals
gebruikelijk in het handelsverkeer, zulks
- terwijl er in werkelijkheid geen sprake was van door of namens [bedrijf 4] en/of [bedrijf 3] enerzijds en [bedrijf 9] en/of [bedrijf 8] anderzijds overeengekomen transactie(s),
zoals gebruikelijk in het handelsverkeer en/of
- terwijl er in werkelijkheid sprake was van (een) door of namens [bedrijf 4] en/of [bedrijf 3] enerzijds en [bedrijf 9] en/of [bedrijf 8]] anderzijds opgezette (schijn)transactie(s)
met het (vooropgezette doel om (in het kader van een zogenaamde
BTW-carrousel) de Nederlandse Staat financieel te benadelen (op het terrein
van de omzetbelasting) en/of om zichzelf/henzelf financieel te bevoordelen ten
koste van de Nederlandse Staat en/of
op (een of meer van) die factu(u)r(en) 17,5% en/of 19% BTW doen vermelden,
zulks terwijl in werkelijkheid het (vooropgezette) doel was om geen BTW in
rekening te brengen en/of aan te geven en/of af te dragen;
(Art. 225 lid 1, 47 Wetboek van Strafrecht)
Een afschrift van de dagvaarding d.d. 28 mei 2004 is bij dit vonnis gevoegd.
De tenlastelegging is op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 29 juni 2004 aangepast en ter terechtzitting van 28 oktober 2004 (voortzetting van 26 oktober 2004) gewijzigd. Van deze vorderingen is een kopie aan dit vonnis gehecht.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De geldigheid van de dagvaarding.
De rechtbank is van oordeel dat de dagvaarding ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde partieel nietig dient te worden verklaard, voor zover het betreft de woorden "en /of een of meer andere natuurlijke perso(o)n(en)" in regel 11 en de woorden "en/of een of meer andere rechtsperso(o)n(en)" in regel 20 van de tenlastelegging. Uit het dossier is onvoldoende gebleken op welke natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en) deze zinsneden betrekking hebben. De officier van justitie heeft ter terechtzitting ook niet nader aangegeven op welke natuurlijke personen en/of rechtspersonen deze woorden betrekking zouden hebben.
De dagvaarding voldoet voor het overige aan alle wettelijke eisen.
De bevoegdheid van de rechtbank.
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Schorsing der vervolging.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de feiten heeft begaan zoals is weergegeven op het in dit vonnis opgenomen afgestreepte afschrift van de dagvaarding.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs.
De raadsman van verdachte heeft kort samengevat aangevoerd dat verdachte zich niet aan enig strafbaar feit heeft schuldig gemaakt noch ook wetenschap had van de door zijn medeverdachten mogelijk gepleegde valsheid in geschrift. Verdachte kocht geheugenmodules bij (bedrijf 8) dan wel (bedrijf 9) en verkocht deze aan (bedrijf 7) dan wel aan (bedrijf 6). Volgens verdachte heeft hij reële transacties gesloten. Er zijn facturen en vervoersbonnen opgemaakt en in de administratie van zijn bedrijven verwerkt. De betalingen die zijn verricht zijn te traceren. Omzetbelasting heeft hij niet betaald, omdat er sprake was van intra-communautaire handel waarvoor het 0% tarief gold.
Verdachte wist niet dat de door hem bij (bedrijf 8) of (bedrijf 9) gekochte en aan (bedrijf 7) en (bedrijf 6) geleverde geheugenmodules via (bedrijf 1) en (bedrijf 2) weer werden doorverkocht aan (bedrijf 8) en (bedrijf 9).
De rechtbank acht evenwel bewezen dat aan de facturen en bestelbonnen betreffende inkoop- en verkoop van geheugenmodules door de partijen (bedrijf 1)/(bedrijf 2), (bedrijf 8)/(bedrijf 9), (bedrijf 7)/(bedrijf 6) en (bedrijf3/4) geen reële overeenkomsten tot levering van goederen ten grondslag hebben gelegen, maar dat de betreffende (schijn)transacties slechts tot doel hadden BTW-fraude mogelijk te maken, zodat uit dien hoofde de facturen en bestelbonnen vals waren (HR 12 juli 2002). Voorts acht de rechtbank niet alleen bewezen dat verdachte wist dat er in alle schakels van de zogeheten BTW-carrousel sprake was van schijntransacties en dat dus ook zijn bedrijven (bedrijf 3) en (bedrijf 4) onderdeel uitmaakten van de BTW-carrousel, maar ook dat hij bij het opzetten en uitvoeren van de BTW-carrousel een cruciale rol heeft gespeeld.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Uit de in de bewijsmiddelen opgenomen verklaringen van medeverdachte (medeverdachte 2) blijkt dat (medeverdachte 2) door verdachte is gevraagd om medewerking te verlenen aan een BTW-carrousel. De medewerking bestond er uit dat (medeverdachte 2) zijn positie binnen het bedrijf (bedrijf 9) gebruikte om te regelen dat (bedrijf 9) geheugenmodules verkocht aan (bedrijf 3 / 4 ), het bedrijf van verdachte, en dat (bedrijf 9) deze modules inkocht van de bedrijven (bedrijf 1) en later (bedrijf 2). (Medeverdachte 2) ontving voor deze bemiddeling en begeleiding van de transacties van verdachte een vergoeding van tenminste f 40.000,-. Volgens (medeverdachte 2) had verdachte de regie in handen. Verdachte bepaalde wie de leverancier was van de geheugenmodules, welke modules het precies betrof, alsmede in welke aantallen en tegen welke prijzen bestellingen moesten worden gedaan.
Ook medeverdachte (medeverdachte 3) is door verdachte benaderd om, met het oog op BTW-fraude, van zijn netwerk gebruikt te maken voor bemiddeling bij transacties van geheugenmodules. Via bemiddeling van (medeverdachte 3) zijn geheugenmodules verkocht door (bedrijf 1) aan (bedrijf 3 / 4) via het bedrijf (bedrijf 8). Volgens (medeverdachte 3) heeft verdachte, nadat (medeverdachte 3) ondermeer vanwege de grote omvang van de handel en vanwege de omstandigheid dat verdachte geen andere leverancier accepteerde was gaan twijfelen aan de aard van de handel, toegegeven dat er een BTW-carrousel liep.
De verklaring van (medeverdachte 2) dat het verdachte was die de regie in handen had vindt steun in de e-mail van verdachte gericht aan medeverdachte (medeverdachte 1) van 9 september 2001 (D 1192). De e-mail heeft als titel "een nieuwe ronde." In de e-mail worden door verdachte voor drie leveringen die in die week plaats zouden moeten vinden (en blijkens de facturen bestelbonnen en bankafschriften die zich in het dossier bevinden ook hebben plaatsgevonden) de aantallen, type geheugenmodules en de prijzen genoemd voor alle schakels in de keten. Hieruit kan worden afgeleid dat de goederen rondgingen van (bedrijf 1) naar (bedrijf 9), van (bedrijf 9) naar (bedrijf 3 / 4) en van (bedrijf 3 / 4) naar (bedrijf 6), een aan (bedrijf 1) gelieerd bedrijf. Bovendien blijkt hieruit dat verdachte bekend was met alle transacties binnen de keten en de inhoud van de transacties mede bepaalde. De verklaring van verdachte voor de inhoud van deze e-mail (verdachte zou per ongeluk de door hem bekende inkoopprijs van (bedrijf 9) hebben doorgemaild) komt de rechtbank mede in het licht van de verklaringen van (medeverdachte 2) en (medeverdachte 3) betreffende de rol van verdachte volstrekt ongeloofwaardig voor.
Ook de verklaringen van onder meer de getuigen (getuige) en (getuige), beiden werkzaam in de IT-sector, en bekend met de handel in geheugenmodules, dragen bij aan het bewijs dat er geen sprake was van reële handel. Zij verklaren dat de omvang van de handel in de betreffende geheugenmodules ten minste uitzonderlijk is te noemen en dat voor bepaalde modules prijzen in rekening werden gebracht die beduidend hoger lagen dan gebruikelijk. Verder blijkt uit de verklaringen van de door de diverse partijen ingeschakelde vervoersbedrijven, dat de in dozen verpakte geheugenmodules veelal zonder enige controle werden doorgezonden naar de volgende afnemer. Tenslotte wekt het bevreemding dat geen van de partijen kan aangeven wat de grondslag was in het economische verkeer voor de schijnbaar nodeloze en omslachtige leveringen van de geheugenmodules door (bedrijf 1) aan (bedrijf 3 / 4) via derden, in casu (bedrijf 9)/ (bedrijf 8), hetgeen immers slechts prijsverhogend werkte.
De kwalificatie.
Artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht is met ingang van 10 augustus 2004 gewijzigd.
In het midden latend of deze wijziging berust op een gewijzigd inzicht van de wetgever nopens de strafwaardigheid van de onderwerpelijke gedraging, is duidelijk dat de nieuwe bepaling voor zover hier van belang, in geen enkel opzicht gunstiger voor verdachte is. Daarom wordt het recht toegepast dat gold ten tijde van het bewezen verklaarde.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 23, 24, 24a, 24c, 27, 47, 57, 140, 225(oud).
DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID
De op te leggen straf(fen) en/of maatregel(en).
Bij de beslissing over de straffen die aan verdachte dienen te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op:
a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan,
b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte waaronder de draagkracht.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van 15 maanden schuldig gemaakt aan belastingfraude door deel te nemen aan een BTW-carrousel met geheugenmodules. Hij heeft in het kader daarvan meermalen met zijn mededaders valsheid in geschrift gepleegd door in administraties van bedrijven reeksen valse facturen en bestelbonnen te verwerken. Verdachte heeft in het kader van een misdadige organisatie deelgenomen aan deze misdrijven.
Door het plegen van deze feiten heeft verdachte met zijn mededaders een aanzienlijk bedrag (ruim ? 6.000.000,--) aan niet betaalde omzetbelasting aan de Staat der Nederlanden onttrokken. Verdachte heeft hiermee ook indirect de maatschappij en de gewone belastingbetaler benadeeld. Zijn handelen was daarbij uitsluitend gericht op persoonlijk financieel gewin.
De belastingdienst moet - met name in het kader van de omzetbelasting- erop kunnen vertrouwen dat bij de aangiften omzetbelasting betrokken formulieren en facturen correct zijn. Het omzetbelastingstelsel kan nagenoeg uitsluitend functioneren op basis van voornoemd vertrouwen en ondermijning van dit vertrouwen ondergraaft in ernstige mate het ingevoerde stelsel.
Uit het dossier is gebleken dat het initiatief tot het plegen van de strafbare feiten van verdachte uitging. Verdachte was de spil binnen de organisatie.
Gelet op de ernst van de feiten, de lengte van de periode waarin de feiten zijn gepleegd en de hoogte van het door verdachte en zijn mededaders ten onrechte onttrokken bedrag acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf als hierna te melden passend. Gelet op de forse winst die verdachte blijkens de afschriften van de bankrekeningen rechtstreeks heeft genoten, acht de rechtbank naast een gevangenisstraf een geldboete als hierna te melden passend.
De vordering van de benadeelde partij.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is niet komen vast te staan dat de door de benadeelde partij (naam benadeelde partij) gevorderde schade rechtstreeks is toegebracht door het onder 1 en/of 2 ten laste van verdachte bewezenverklaarde. De benadeelde partij dient derhalve niet ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering.
De rechtbank zal de proceskosten compenseren, aldus dat elke partij de eigen kosten draagt.
DE UITSPRAAK
Verklaart de dagvaarding partieel nietig ten aanzien van de woorden "en /of een of meer andere natuurlijke perso(o)n(en)" in regel 11 en de woorden "en/of een of meer andere rechtsperso(o)n(en)" in regel 20 van het onder 1 tenlastegelegde.
Verklaart het onder 1 en 2 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven :
T.a.v. feit 1:
Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven
T.a.v. feit 2:
ten eerste: medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd
ten tweede: medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
BESLISSING:
T.a.v. feit 1, feit 2:
Gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar met aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht
T.a.v. feit 1, feit 2:
Geldboete van ? 500.000,00 subsidiair 1 jaar hechtenis.
Beslissing vordering benadeelde partij
Verklaart de benadeelde partij (naam benadeelde partij) niet-ontvankelijk.
Compenseert de proceskosten aldus dat elke partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M. Kooijmans-de Kort, voorzitter,
mr. O.T. Brouwer en mr N.M. Spelt, leden,
in tegenwoordigheid van L.M. Scholl , griffier
en is uitgesproken op 11 november 2004.
De bewezenverklaring
Hij, in de periode van 01 november 2000 tot 01 februari 2002 te in
Nederland en in België, heeft deelgenomen aan een organisatie, welke
gedurende die periode werd gevormd door verdachte en de natuurlijke personen):
- (medeverdachte 1) en/of
- (medeverdchte 2) en/of
- (medeverdachte 3)
en rechtspersonen:
- (bedrijf 1) en/of
- (bedrijf 2) en/of
- (bedrijf 3) en/of
- (bedrijf 4) en/of
- (bedrijf 5) en/of
- (bedrijf 6) en/of
- (bedrijf 7)
welke organisatie tot oogmerk /had het plegen van misdrijven, te weten:
- valsheid in geschrift en
- als degene die ingevolge de belastingwet verplicht is tot het voor
raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden, andere
gegevensdragers of de inhoud daarvan, deze opzettelijk in valse
vorm beschikbaar stellen;
2.
ten eerste,
Hij, op tijdstippen in de periode van 01 november 2000 tot 01 februari 2002 in Nederland en in België, tezamen en in vereniging met anderen telkens
- 1. Een factuur blijkens de opdruk afkomstig van (bedrijf 1) of (bedrijf 2) en gericht aan (bedrijf 8) of (bedrijf 9) (D1001 t/m D1009, D1011 t/m D1043, D1046 t/m D1105, D1107 t/m
D1128) en
- 2. Een factuur (blijkens de opdruk afkomstig van (bedrijf 4) en gericht aan (bedrijf 6) (D/1201-1 t/m D1201-8) en/of
- 3. Een bestelbon (blijkens de opdruk afkomstig van (bedrijf 4) of (bedrijf 3) en gericht aan (bedrijf 9) of (bedrijf 8) (D1184, D1184-1 t/m D1184-6, D1207-1 t/m D1207-7) -
zijnde die facturen en die bestelbonnen telkens geschriften bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk opgemaakt, zulks met het oogmerk om die facturen en die bestelbonnen als echt te gebruiken en/of door een ander of anderen te doen gebruiken, immers hebben hij,
verdachte, en zijn mededaders alstoen aldaar telkens opzettelijk:
valselijk en in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -
- op die facturen of op die bestelbon(nen) vermeld dat
1. (bedrijf 9) en/of (bedrijf 8) factuurbedragen terzake leveringen van goederen (geheugenmodules) dienden te betalen aan (bedrijf 1) of aan (bedrijf 2), of dat
2. (bedrijf 6) factuurbedragen terzake leveringen van goederen (geheugenmodules) diende te betalen aan (bedrijf 4) of dat
3. (bedrijf 4) of (bedrijf 3) goederen (geheugenmodules) bestelden bij (bedrijf 9) of (bedrijf 8),
als was er sprake van tussen
1. (bedrijf 9) of (bedrijf 8) enerzijds en (bedrijf 1) of (bedrijf 2) anderzijds en tussen
2. (bedrijf 6) enerzijds en (bedrijf 4) anderzijds
en tussen
3. (bedrijf 9) of (bedrijf 8) enerzijds en (bedrijf 4) of (bedrijf 3) anderzijds overeengekomen transacties), zoals gebruikelijk in het handelsverkeer, zulks
- terwijl er in werkelijkheid geen sprake was van door of namens 1. (bedrijf 9) of (bedrijf 8) enerzijds en (bedrijf 1) of (bedrijf 2) anderzijds en 2. (bedrijf 6) enerzijds en (bedrijf 4) anderzijds en 3. (bedrijf 9)en (bedrijf 8) enerzijds en (bedrijf 4) of (bedrijf 3) anderzijds overeengekomen transacties, zoals gebruikelijk in het handelsverkeer en
- terwijl er in werkelijkheid sprake was van door of namens 1. (bedrijf 9) of (bedrijf 8) enerzijds en (bedrijf 1) of (bedrijf 2) anderzijds en 2. (bedrijf 6)
enerzijds en (bedrijf 4) anderzijds en 3. (bedrijf 9) of (bedrijf 8) enerzijds en (bedrijf 4) of (bedrijf 3) anderzijds opgezette schijntransactie(s) met het vooropgezette doel om in het kader van een zogenaamde BTW-carrousel de Nederlandse Staat financieel te benadelen op het terrein van de
omzetbelasting en om zichzelf/henzelf financieel te bevoordelen ten koste
van de Nederlandse Staat en
- op die facturen 17,5% /of 19% BTW vermeld,
zulks terwijl in werkelijkheid het vooropgezette doel was om geen BTW aan te geven en af te dragen;
ten tweede,
Hij op tijdstippen in de periode van 01 november 2000 tot 01 februari 2002 in Nederland en in België, tezamen en in vereniging met anderen telkens een factuur
(blijkens de opdruk afkomstig van (bedrijf 9) ( D1203-1 t/m
D1203-13) en/of (bedrijf 8) (D1188-1 t/m D1188-7) en gericht
aan (bedrijf 4) of (bdrijf 3)) - zijnde die facturen telkens geschriften bestemd om tot bewijs van enig
feit te dienen - valselijk heeft doen opmaken, zulks met het oogmerk om die factuur als echt en onvervalst te doen gebruiken, immers hebben hij, verdachte, en zijn mededaders alstoen
aldaar telkens opzettelijk:
valselijk en in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -
op die facturen doen vermelden dat (bedrijf 4) of (bedrijf 3) factuurbedragen terzake
leveringen van goederen (geheugenmodules) diende(n) te betalen aan (bedrijf 9) of (bedrijf 8), als was er sprake van tussen (bedrijf 4) of (bedrijf 3) enerzijds en (bedrijf 9) of (bedrijf 8) anderzijds overeengekomen transacties), zoals gebruikelijk in het handelsverkeer, zulks
- terwijl er in werkelijkheid geen sprake was van door of namens (bedrijf 4) of (bedrijf 3) enerzijds en (bedrijf 9) of (bedrijf 8) anderzijds overeengekomen transacties, zoals gebruikelijk in het handelsverkeer en
- terwijl er in werkelijkheid sprake was van door of namens (bedrijf 4) of (bedrijf 3) enerzijds en (bedrijf 9) of (bedrijf 8) anderzijds opgezette schijntransacties met het vooropgezette doel om in het kader van een zogenaamde BTW-carrousel de Nederlandse Staat financieel te benadelen op het terrein van de omzetbelasting en om zichzelf/henzelf financieel te bevoordelen ten
koste van de Nederlandse Staat.