RECHTBANK ’S-HERTOGENBOSCH
Parketnummer: 01/049013-04
Uitspraakdatum: 27 juli 2004
Verkort vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op 5 oktober 1969,
wonende te [woonplaats] [adres]
thans verblijvende: P.I. HvB Grave (Unit A + B) te Grave.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 13 juli 2004.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 25 maart 2004.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
[medeverdachte 1] op of omstreeks 26 december 2003 in de gemeente 's-Hertogenbosch,
althans in het arrondissement 's-Hertogenbosch, tezamen en in vereniging met
(een) ander(en) opzettelijk brand heeft gesticht en/of een ontploffing teweeg
heeft gebracht in een aan het Rivierenplein (nr. 5) gelegen (winkel)pand,
immers heeft die [medeverdachte 1] en/of diens mededader(s) toen aldaar opzettelijk in
dat (winkel)pand en/of over de in dat (winkel)pand staande goederen/voorwerpen
een (grote) hoeveelheid benzine, althans een (grote) hoeveelheid brandbare
en/of vluchtige stof gegoten/gesprenkeld en/of door middel van open vuur die
brandbare en/of vluchtige stof tot ontbranding en/of tot ontploffing gebracht,
terwijl daarvan levensgevaar voor een ander of anderen, te weten de in de
belendende winkels en/of woningen aanwezige personen en/of gemeen gevaar voor
goederen, te weten voor de in dat (winkel)pand aanwezige goederen en/of
voorwerpen en/of voor de belendende winkels en/of woningen te duchten was,
hebbende hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 1 november 2003 tot en
met 26 december 2003 in de gemeente 's-Hertogenbosch en/of elders in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
vorenomschreven misdrijf door giften en/of beloften en/of door het verschaffen
van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen opzettelijk uitgelokt
en/of zijnde hij verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, in of omstreeks de periode gelegen tussen 1 november 2003 en 26
december 2003 in de gemeente 's-Hertogenbosch en/of elders in Nederland bij
het plegen van voremomschreven misdrijf opzettelijk behulpzaam geweest
en/of hebbende hij, verdachte tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen tot het plegen van vorenomschreven misdrijf
opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen verschaft
hierin bestaande dat op tijd en plaats als voormeld
- hij en/of zijn mededader die [medeverdachte 1] heeft/hebben benaderd met de vraag of
hij een slagerij in 's-Hertogenbosch in brand wilde steken;
- hij en/of zijn mededader die [medeverdachte 1] daarvoor 14000,-- Euro in het
vooruitzicht heeft/hebben gesteld;
- hij en/of zijn mededader met die [medeverdachte 1] naar de plaats des misdrijfs
is/zijn gereden en die [medeverdachte 1] heeft/hebben gezegd dat er in de winkel
benzine moest worden gegoten/gesprenkeld;
- hij en/of zijn mededader in die winkel goederen en/of voorwerpen heeft
hebben aangewezen die in ieder geval moesten branden;
- hij en/of zijn mededader een sleutel van genoemde slagerij heeft laten
bijmaken en aan [medeverdachte 1] voornoemd heeft/hebben gegeven;
artikel 157 jo 47/48 wetboek van strafrecht;
De geldigheid van de dagvaarding.
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen.
De bevoegdheid van de rechtbank.
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Schorsing der vervolging.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte:
[medeverdachte 1] op 26 december 2003 in de gemeente `s-Hertogenbosch, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk brand heeft gesticht en een ontploffing teweeg heeft gebracht in een aan het Rivierenplein (nr. 5) gelegen (winkel)pand, immers heeft die [medeverdachte 1] en diens mededader toen aldaar opzettelijk in dat (winkel)pand en over de in dat (winkel)pand staande goederen/voorwerpen een (grote) hoeveelheid benzine, gegoten/gesprenkeld en door middel van open vuur die brandbare en vluchtige stof tot ontbranding en tot ontploffing gebracht, terwijl daarvan levensgevaar voor anderen, te weten de in de belendende woningen aanwezige personen en gemeen gevaar voor goederen, te weten voor de in dat (winkel)pand aanwezige goederen en voorwerpen en voor de belendende winkels en woningen te duchten was,
hebbende hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 1 november 2003 tot en met 26 december 2003 in de gemeente `s-Hertogenbosch en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, vorenomschreven misdrijf door beloften en door het verschaffen van gelegenheid en middelen en inlichtingen opzettelijk uitgelokt
hierin bestaande dat op tijd en plaats als voormeld
- hij en zijn mededader die [medeverdachte 1] hebben benaderd met de vraag of hij een slagerij in `s-Hertogenbosch in brand wilde steken;
- hij en zijn mededader die [medeverdachte 1] daarvoor 14000,-- Euro in het vooruitzicht hebben gesteld;
- hij en zijn mededader met die [medeverdachte 1] naar de plaats des misdrijfs zijn gereden en die [medeverdachte 1] hebben gezegd dat er in de winkel benzine moest worden gegoten/gesprenkeld;
- hij en zijn mededader in die winkel goederen en voorwerpen hebben aangewezen die in ieder geval moesten branden;
- hij en zijn mededader een sleutel van genoemde slagerij hebben laten bijmaken en aan [medeverdachte 1] voornoemd hebben gegeven;
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal-en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 24c, 27, 36f, 47, 57, 157
DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID
De op te leggen straf(fen) en/of maatregel(en).
Bij de beslissing over de die aan verdachte te worden opgelegd heeft de gelet op:
a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan,
b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Bij de strafoplegging zal de enerzijds in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden ten bezware van verdachte:
- de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit;
- de grote materiële schade die het gevolg is van het door verdachte gepleegde strafbare feit;
- het door verdachte gepleegde strafbare feit heeft grote onrust veroorzaakt in de gemeenschap mede doordat verdachte heeft getracht de schijn te wekken dat aan het strafbare feit racistische motieven ten grondslag lagen;
- verdachte heeft door zijn gedragingen welbewust een zeer groot en levensbedreigend gevaar voor medemensen in het leven geroepen;
- verdachte heeft het door hem gepleegde strafbare feit gepleegd in georganiseerd verband;
- verdachte heeft het door hem gepleegde strafbare feit begaan na een periode van voorbereiding en overeenkomstig een welbewust opgesteld plan;
- verdachte heeft bij het plegen van het strafbare feit gehandeld uit winstbejag;
- het door verdachte gepleegde strafbare feit vond plaats tijdens de voor de nachtrust bestemde tijd;
Bij de strafoplegging zal de anderzijds in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden die tot matiging van de straf hebben geleid:
- verdachte ondervindt grote problemen in de privé-sfeer ten gevolge van het door hem gepleegde strafbare feit;
De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden.
De rechtbank zal de hierna te noemen schadevergoedingsmaatregelen opleggen nu verdachte jegens de slachtoffers naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht aan de benadeelden en de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat daadwerkelijk schadevergoeding aan de benadeelden bevordert. Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag, waar van toepassing, door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is voldaan.
De vordering van de benadeelde partij KPN
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij KPN, die hierna zal worden toegewezen, van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in deze strafzaak. Nu voorts is vast komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezenverklaarde strafbare feit door de handelingen van verdachte, rechtstreekse schade, te weten materiële schade, heeft geleden kan deze vordering volledig worden toegewezen.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/ medeplichtige(n) is betaald.
Verdachte zal, als de in het ongelijk gestelde partij, verwezen worden in de door de benadeelde partij terzake haar voeging in deze strafzaak gemaakte kosten, als na te vermelden.
Aan verdachte worden meerdere wijzen van vergoeding van dezelfde schade opgelegd. In verband hiermee zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde zal zijn gekweten tot het bedrag waarvoor verdachte en/of (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) hebben voldaan aan een van de hiervoor genoemde wijzen van schadevergoeding.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2], voor zover die hierna zal worden toegewezen, van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in deze strafzaak. Nu voorts is vast komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezenverklaarde strafbare feit door de handelingen van verdachte, rechtstreekse schade, te weten materiële schade, heeft geleden acht de rechtbank de vordering van EUR 2.360,00 voor een gedeelte van EUR 250,00 (eigen risico) toewijsbaar.
Het overige gedeelte van de vordering van de benadeelde partij is niet van zodanig eenvoudige aard dat die vordering zich leent voor behandeling in dit strafgeding. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet ontvankelijk is en dat zij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/ medeplichtige(n) is betaald.
Verdachte zal, als de deels in het ongelijk gestelde partij, verwezen worden in de door benadeelde partij terzake haar voeging in deze strafzaak gemaakte kosten, als na te vermelden.
Aan verdachte worden meerdere wijzen van vergoeding van dezelfde schade opgelegd. In verband hiermee zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde zal zijn gekweten tot het bedrag waarvoor verdachte en/of (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) hebben voldaan aan een van de hiervoor genoemde wijzen van schadevergoeding.
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
- medeplegen van, door giften en beloften en door het verschaffen van gelegenheid en middelen en inlichtingen opzettelijk uitlokken van medeplegen van opzettelijk brandstichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is
- medeplegen van, door giften en beloften en door het verschaffen van gelegenheid en middelen en inlichtingen opzettelijk uitlokken van medeplegen van opzettelijk brand
stichten, terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is, meermalen
gepleegd
- medeplegen van, door giften en beloften en door het verschaffen van gelegenheid en middelen en inlichtingen opzettelijk uitlokken van medeplegen van opzettelijk een
ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te
duchten is
- medeplegen van, door giften en beloften en door het verschaffen van gelegenheid en middelen en inlichtingen opzettelijk uitlokken van medeplegen van opzettelijk een
ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te
duchten is, meermalen gepleegd
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
BESLISSING:
Gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar en 6 maanden met aftrek overeenkomstig
artikel 27 Wetboek van Strafrecht
Maatregel van schadevergoeding van EUR 463,22 subsidiair 9 dagen hechtenis
legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat, ten
behoeve van het slachtoffer KPN, van een bedrag van EUR 463,22 (zegge:
vierhonderdendrieënzestig euro en tweeëntwintig eurocent), bij gebreke van
betaling en verhaal te vervangen door 9 dagen hechtenis.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij KPN:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot
betaling aan de benadeelde partij KPN van een bedrag van EUR 463,22 (zegge:
vierhonderdendrieënzestig euro en tweeëntwintig eurocent).
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd
voorzover hij of (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Maatregel van schadevergoeding van EUR 250,00 subsidiair 5 dagen hechtenis
legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten
behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2] van een bedrag van EUR 250,00
(zegge: tweehonderdenvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te
vervangen door 5 dagen hechtenis.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij deels toe en veroordeelt verdachte
tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 2] van een bedrag van EUR
250,00 (zegge: tweehonderdenvijftig euro).
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van haar vordering niet
ontvankelijk is en zij dat deel van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van)
zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd
voorzover hij of (een van)zijn mededader(s)/medeplichtige(n) hebben
voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze
schade.
Dit vonnis is gewezen door,
mr. O.T. Brouwer, ,
mr. G.J.W.M. van der Leeuw en mr. C.P.C. Kuijs, leden,
in tegenwoordigheid van mr. H.H.E. Boomgaart, griffier
en is uitgesproken op 27 juli 2004.
Mr. Kuijs is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.