ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8587

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
27 april 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01/089135-02
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van poging tot moord en wapenoverdracht

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 27 april 2004 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van medeplegen van poging tot moord en wapenoverdracht. De verdachte was betrokken bij een plan om een drietal personen om het leven te brengen, waarbij zij samen met anderen handelingen verrichtte die gericht waren op het uitvoeren van deze moord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 december 2000 tot en met 10 oktober 2002, in de gemeenten Arnhem en Oss, samen met anderen heeft geprobeerd om een persoon te bewegen tot het plegen van moord door middel van giften en beloften. Dit omvatte het aanbieden van geldbedragen en het verschaffen van een vuurwapen aan een beoogde huurmoordenaar. De verdachte heeft ook deelgenomen aan ontmoetingen en telefoongesprekken waarin deze plannen werden besproken.

De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar heeft de bewezenverklaring van de poging tot moord en de wapenoverdracht als wettig en overtuigend bewezen beschouwd. Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar ondergeschikte rol in het geheel en haar psychische toestand. De rechtbank heeft uiteindelijk een gevangenisstraf van 4 jaar en 6 maanden opgelegd, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is op tegenspraak gewezen, na een onderzoek ter terechtzitting op 13 april 2004.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Parketnummer: 01/089135-02
Uitspraakdatum: 27 april 2004
VERKORT VONNIS
Verkort vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te (geboorteplaats) op (geboortedatum) 1971,
wonende te (woonplaats),
doch thans preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting voor Vrouwen "Breda" te Breda.
Dit vonnis is op tegenspraak
gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 13 april 2004.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht
.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 14 februari 2003.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
zij in de periode van 1 december 2000 tot en met 10 oktober 2002 in de gemeente Arnhem en/of Oss, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, heeft gepoogd om een persoon genaamd (naam persoon), door een of meer van de in artikel 47, eerste lid onder 2 van het Wetboek van Strafrecht vermelde middelen, te weten door giften en/of beloften en/of het verschaffen van inlichtingen en/of middelen, te bewegen om opzettelijk en met voorbedachten rade een of meer ander(en), te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], althans een of meer perso(o)n(en), van het leven te beroven, bestaande (onder meer)
- die belofte in de toezegging aan genoemde [naam beoogde huurmoordenaar] tot het betalen van enig(e) geldbedrag(en) en/of tot het als geschenk geven van een Mercedes personenauto en/of
- die gift in het aan genoemde [naam beoogde huurmoordenaar] als voorschot geven van f.5000,-, althans enig geldbedrag, en/of
- het verschaffen van inlichtingen in het geven van aanwijzingen en/of het doen van mededelingen aan genoemde [naam beoogde huurmoordenaar] over de wijze waarop die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3], althans een of meer perso(o)n(en), van het leven zou(den) dienen te worden beroofd en/of over de wijze waarop genoemde [naam beoogde huurmoordenaar] in het bezit kon komen van een of meer wapen(s) en/of
het verschaffen van middelen in het aan genoemde [naam beoogde huurmoordenaar] ter beschikking stellen van een wapen, te weten een machinepistool, en/of munitie;
(artikel 46a juncto 289 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij in of omstreeks de periode van 1 januari 2002 tot en met 10 oktober 2002 te Arnhem en/of Zutphen en/of Oss en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten het misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade een of meer ander(en), te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], althans een of meer perso(o)n(en), van het leven te beroven, opzettelijk (een) voorwerp(en), te weten een machinepistool met munitie, kennelijk bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad;
(artikel 46 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2.
zij op of omstreeks 7 juli 2002, in ieder geval in of omstreeks de periode van 1 januari 2002 tot en met 26 september 2002 te Oss en/of Best, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een wapen van categorie II, te weten een machinepistool, merk Zastava, model 84, kaliber 7,65 mm en/of
- munitie van categorie III, te weten 20, althans enig aantal, patronen, kaliber 7,65 mm en/of
- een of meer onderde(e)l(en) en/of hulpstuk(ken) die specifiek bestemd was/waren voor voormeld wapen en van wezenlijke aard was/waren, te weten twee patroonhouders, heeft overgedragen aan een of meer anderen;
(artikel 31 lid 1 Wet Wapens en Munitie)
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 7 juli 2002, in ieder geval in of omstreeks de periode van 1 januari 2002 tot en met 26 september 2002 te Oss en/of Best, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een wapen van categorie II, te weten een machinepistool, merk Zastava, model 84, kaliber 7,65 mm, en/of
- munitie van categorie III, te weten 20, althans enig aantal, patronen, kaliber 7,65 mm en/of
- een of meer onderde(e)l(en) en/of hulpstuk(ken) die specifiek bestemd was/waren voor voormeld wapen en van wezenlijke aard was/waren, te weten twee patroonhouders, voorhanden heeft gehad;
(artikel 26 lid 1 Wet Wapens en Munitie)
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
De geldigheid van de dagvaarding.
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen.
De bevoegdheid van de rechtbank.
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Schorsing der vervolging.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de feiten heeft begaan zoals is weergegeven op het in dit vonnis opgenomen afgestreepte afschrift van de dagvaarding.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te hare laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen
Wetboek van Strafrecht art. 10, 27, 46a, 47, 57, 91, 289;
Wet wapens en munitie art. 1, 2, 31, 55, 56, 60.
DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID
De eis van de officier van justitie.
Bewezenverklaring van feit 1 primair en feit 2 primair.
Een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar met aftrek overeenkomstig het gestelde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
De op te leggen straf(fen) en/of maatregel(en).
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op:
a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan,
b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden ten bezware van verdachte.
Verdachte heeft vanaf, in elk geval, begin 2002 actief meegewerkt aan de uitvoering van het door medeverdachte (naam medeverdachte) beraamde plan om een drietal personen met behulp van een vuurwapen om het leven te doen brengen. Aldus heeft zij voor de levens van de drie betrokkenen een ernstige bedreiging gevormd.
Verdachte was, blijkens onder meer getuigenverklaringen en opgenomen telefoongesprekken, op de hoogte van dit plan en heeft ter realisering daarvan telefonisch afspraken gemaakt en persoonlijke ontmoetingen gehad met de beoogde huurmoordenaar (naam beoogde huurmoordenaar). Zo nam ze deel aan een ontmoeting tussen (naam beoogde huurmoordenaar) en medeverdachte (naam medeverdachte) in het Huis van Bewaring te Zutphen alwaar laatstgenoemde toen gedetineerd zat, waarbij de levering van een voor het beoogde doel noodzakelijk vuurwapen werd besproken. In de contacten met (naam beoogde huurmoordenaar) bracht verdachte aanwijzingen en instructies van medeverdachte (naam medeverdachte) over, maar ontplooide zij ook zelf initiatieven. Zo leverde ze na een eerdere vergeefse poging tijdens een vervolgafspraak een automatisch vuurwapen aan (naam beoogde huurmoordenaar).
Verdachte heeft zodoende welbewust belangrijke uitvoeringshandelingen verricht ter ondersteuning van (het plan van) haar medeverdachte (naam medeverdachte).
In haar oordeel weegt de rechtbank verder mee dat op geen enkele wijze is gebleken dat verdachte gehandeld heeft onder druk van haar levenspartner en medeverdachte (naam medeverdachte). Tevens betrekt de rechtbank in haar strafoverwegingen dat verdachte noch in de over haar uitgebrachte rapporten, noch in haar houding ter zitting er blijk van heeft gegeven de ernst te onderkennen van de haar verweten gedragingen, terwijl deze haar toch volledig zijn toe te rekenen, zoals blijkt uit de conclusie van het Pieter Baan Centrum-onderzoek.
Naar het oordeel van de rechtbank strekt tot matiging van de straf het gegeven dat verdachte een meer ondergeschikte rol heeft gespeeld, zij geen relevante strafdocumentatie heeft en dat zij langdurige depressieve klachten heeft ontwikkeld ten gevolge van haar detentie.
De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden.
DE UITSPRAAK
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt haar daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1 primair:
Medeplegen van poging om een ander door giften, beloften en het verschaffen van inlichtingen en middelen te bewegen tot het plegen van moord, meermalen gepleegd
T.a.v. feit 2 primair:
Medeplegen van handelen in strijd met artikel 31, eerste lid van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
BESLISSING:
T.a.v. feit 1 primair, feit 2 primair:
Gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar en 6 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
Dit vonnis is gewezen door,
mr. O.T. Brouwer, voorzitter,
mr. G.J.W.M. van der Leeuw en mr. H.E.G. Peters, leden,
in tegenwoordigheid van mr. C.A.M. Cox-Wentholt, griffier
en is uitgesproken op 27 april 2004.
Mr. Peters is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
De bewezenverklaring:
zij in de periode van 1 december 2000 tot en met 10 oktober 2002 in de gemeente Arnhem en/of Oss, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, heeft gepoogd om een persoon genaamd (naam persoon), door een of meer van de in artikel 47, eerste lid onder 2 van het Wetboek van Strafrecht vermelde middelen, te weten door giften en/of beloften en/of het verschaffen van inlichtingen en/of middelen, te bewegen om opzettelijk en met voorbedachten rade anderen, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], van het leven te beroven, bestaande
- die belofte in de toezegging aan genoemde [naam beoogde huurmoordenaar] tot het betalen van enig geldbedrag en/of tot het als geschenk geven van een Mercedes personenauto en/of
- die gift in het aan genoemde [naam beoogde huurmoordenaar] als voorschot geven van enig geldbedrag, en/of
- het verschaffen van inlichtingen in het geven van aanwijzingen en/of het doen van mededelingen aan genoemde [naam beoogde huurmoordenaar] over de wijze waarop die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] van het leven zou(den) dienen te worden beroofd en/of over de wijze waarop genoemde [naam beoogde huurmoordenaar] in het bezit kon komen van een of meer wapen(s) en/of
het verschaffen van middelen in het aan genoemde [naam beoogde huurmoordenaar] ter beschikking stellen van een wapen, te weten een machinepistool, en munitie;
2.
zij op 7 juli 2002 te Best, tezamen en in vereniging met een ander
- een wapen van categorie II, te weten een machinepistool, merk Zastava, model 84, kaliber 7,65 mm en
- munitie van categorie III, te weten 20 patronen, kaliber 7,65 mm en
- onderdelen die specifiek bestemd waren voor voormeld wapen en van wezenlijke aard waren, te weten twee patroonhouders, heeft overgedragen aan een ander.