ECLI:NL:RBSHE:2004:AO7538
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van WW-uitkering bij seizoensgebonden arbeid en cyclisch arbeidspatroon
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 23 februari 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser A en verweerder, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiser had een aanvraag ingediend voor een WW-uitkering, maar deze was afgewezen omdat verweerder van mening was dat eiser onvoldoende arbeidsuren had verloren en dat zijn werkloosheid voortkwam uit een cyclisch arbeidspatroon. Eiser voerde aan dat hij seizoensgebonden arbeid verrichtte als projectleider van schilders van hoogspanningsmasten, en dat zijn werkzaamheden niet in de winter konden worden uitgevoerd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de door eiser verrichte arbeid inderdaad seizoensgebonden is, omdat deze afhankelijk is van klimatologische omstandigheden. De rechtbank oordeelde dat verweerder ten onrechte had geoordeeld dat er geen sprake was van seizoensmatige arbeid. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening gehouden moet worden met de seizoensgebonden aard van eisers werkzaamheden. Tevens heeft de rechtbank het verzoek van eiser om schadevergoeding afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat eiser aan alle voorwaarden voor een WW-uitkering voldeed. De proceskosten van eiser zijn vastgesteld op € 644,00, die door verweerder moeten worden vergoed.
De uitspraak benadrukt het belang van een juiste toepassing van de regels omtrent seizoensmatige arbeid en de noodzaak voor het UWV om zorgvuldig te oordelen over aanvragen voor WW-uitkeringen, vooral in situaties waarin de aard van het werk seizoensgebonden is. De rechtbank heeft de zaak gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, met de opdracht aan verweerder om een nieuw besluit te nemen in overeenstemming met deze uitspraak.