ECLI:NL:RBSHE:2004:AO4138
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- R.J.M. Cremers
- I.L. Hage
- S.M. van Steenbergen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering gevangenhouding van verdachte met geestelijke gezondheidsproblemen
Op 18 februari 2004 heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch in raadkamer uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot gevangenhouding van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, die eerder was vrijgelaten, niet opnieuw in voorlopige hechtenis genomen kon worden. Dit oordeel was gebaseerd op het feit dat de resultaten van het bloedsporenpatroononderzoek, uitgevoerd door R. Eijkelenboom en S.J.M. Schieveld, niet als nieuwe bezwarende feiten konden worden beschouwd. De rechtbank stelde vast dat deze resultaten niet eerder verkregen hadden kunnen worden tijdens de eerdere detentie van de verdachte, omdat het onderzoek naar de bloedsporen ten tijde van de eerdere detentie al mogelijk was geweest.
De rechtbank weigerde ook de gevangenhouding voor het tweede feit, dat betrekking had op de bedreiging van een personeelslid van een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. De rechtbank erkende dat de geestestoestand van de verdachte gevaar voor recidive met zich meebracht, maar oordeelde dat dit niet voldoende was om de verdachte in een justitiële inrichting te plaatsen. De verdachte was immers opgenomen in een instelling voor geestelijke gezondheidszorg, die beter is toegerust om met zijn situatie om te gaan.
De rechtbank concludeerde dat er geen gronden waren voor de gevangenhouding van de verdachte en wees de vordering van de officier van justitie af. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier en de betrokken rechters, waarbij de rechtbank de noodzaak erkende om de verdachte tijdelijk vast te houden in afwachting van zijn terugplaatsing in de geestelijke gezondheidszorg.