ECLI:NL:RBSHE:2004:AO3867
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van bijstandsuitkering wegens niet in mindering gebrachte heffingskorting
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 22 januari 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, [eiser] en [eiseres], en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de terugvordering van bijstandsuitkeringen over de periode van 16 mei 2002 tot 1 januari 2003, waarbij eisers te veel bijstand hebben ontvangen door het niet in mindering brengen van de algemene heffingskorting. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers recht hadden op een algemene heffingskorting van € 1.647, wat niet was meegenomen in de berekening van hun bijstandsuitkering. Hierdoor hebben zij in totaal € 1.301,32 te veel ontvangen.
De rechtbank heeft overwogen dat de voorlopige teruggaaf van de heffingskorting als inkomen moet worden aangemerkt volgens de artikelen 42 en 47 van de Algemene bijstandswet (Abw). De rechtbank oordeelde dat de gemeente terecht de bijstandsuitkering heeft herzien en het teveel betaalde bedrag heeft teruggevorderd. De eisers hebben geen bewijs geleverd dat de heffingskorting niet tot hun middelen gerekend zou moeten worden, en de rechtbank heeft geen dringende redenen gevonden om van terugvordering af te zien.
De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard, wat betekent dat de beslissing van de gemeente om de bijstandsuitkering te herzien en terug te vorderen in stand blijft. De uitspraak benadrukt het belang van het correct in aanmerking nemen van alle inkomsten bij de beoordeling van recht op bijstandsuitkeringen.