RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Zaaknummer : 91970 / FA RK 03-719
Uitspraak : 11 juni 2003
Beschikking ex artikel 1:24 van het Burgerlijk Wetboek in de zaak van
[Moeder] en [Vader],
beiden wonende te Eindhoven,
procureur mr. G.M. de Winther-Meijers,
DE AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND VAN DE GEMEENTE EINDHOVEN,
zetelende te Eindhoven,
partijen, ook wel aan te duiden als respectievelijk verzoekers en de ambtenaar.
De rechtbank heeft kennis genomen van het verzoekschrift (met bijlagen) van verzoekers, ter griffie ingekomen op 21 februari 2003.
De zaak is behandeld ter zitting van 14 mei 2003. Verschenen zijn verzoekers, bijgestaan door mr. De Winther-Meijers, en mevr. [X], ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Eindhoven. Van het verhandelde ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.
Ter zitting hebben verzoekers het onder a. in het verzoekschrift geformuleerde verzoek gewijzigd in dier voege, dat zij thans verzoeken de ambtenaar van de burgerlijke stand te gelasten, onder vernietiging van de destijds opgemaakte geboorteakte, over te gaan tot het opmaken van een nieuwe geboorteakte betreffende hun dochter.
De behandeling ter zitting is geschorst, teneinde verzoekers in de gelegenheid te stellen nader van hun standpunt te doen blijken.
De rechtbank heeft vervolgens kennisgenomen van de nadere correspondentie, te weten een brief (met bijlagen), gedateerd 27 mei 2003, van mr. De Winther-Meijers.
Verzoekers, die beiden de Spaanse nationaliteit bezitten, zijn op [datum] te Eindhoven gehuwd. Uit dit huwelijk is op 10 januari 2003 te Eindhoven hun dochter [het kind] geboren. Blijkens de op 13 januari 2003 door de ambtenaar onder nummer 100091 opgemaakte akte van geboorte draagt [het kind] de geslachtsnaam [geslachtsnamen vader].
Ingevolge de bepalingen van artikel 3, derde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap heeft [het kind], naast de Spaanse nationaliteit, ook de Nederlandse nationaliteit, omdat zij is geboren uit een in Nederland wonende moeder, die zelf ook is geboren uit een in Nederland wonende moeder. Bij besluit van 13 januari 2003 heeft de ambtenaar geweigerd Spaans naamrecht toe te passen bij het opmaken van vorenbedoelde akte van geboorte.
Verzoekers komen op tegen het besluit van de ambtenaar. Zij verzoeken thans:
a. de ambtenaar te gelasten, onder vernietiging van de destijds opgemaakte geboorteakte, over te gaan tot het opmaken van een nieuwe akte van geboorte van hun dochter [het kind], in welke akte als geslachtsnaam van het kind [eerste geslachtsnaam vader; eerste geslachtsnaam moeder] zal worden vermeld;
b. de ambtenaar te gelasten bij het opmaken van de geboorteakte van de kinderen, die nog uit het huwelijk van verzoekers zullen worden geboren, eveneens Spaans naamrecht toe te passen opdat ook de latere kinderen als geslachtsnaam zullen hebben: [eerste geslachtsnaam vader; eerste geslachtsnaam moeder].
Verzoekers leggen aan het verzoek ten grondslag, dat naar Spaans naamrecht [het kind] van ieder der ouders één geslachtsnaam zou krijgen. Haar eerste geslachtsnaam zou de eerste geslachtnaam van haar vader en haar tweede geslachtsnaam zou de eerste geslachtsnaam van haar moeder zijn. Naar Spaanse naamrecht zou de geslachtsnaam van [het kind] luiden: [eerste geslachtsnaam vader; eerste geslachtsnaam moeder].
Verzoekers stellen dat bij de aangifte van de geboorte van [het kind] de ambtenaar ten overstaan van de man heeft geweigerd Spaans naamrecht toe te passen en vervolgens, onder toepassing van Nederlands naamrecht, de akte van geboorte betreffende [het kind] heeft opgemaakt. Verzoekers verklaren geen prijs te stellen op de aan hun dochter toegekende Nederlandse nationaliteit. Zij stellen te leven volgens de Spaanse cultuur en hun kind in die cultuur te willen opvoeden. Daarbij komt dat zij ook een woning in Spanje bezitten en aldaar regelmatig verblijven en nauwe banden met familie en bekenden in Spanje onderhouden. Zij wijzen erop dat de huidige geslachtsnaam van [het kind] in Spanje tot verwarring zal leiden, omdat men aldaar zal menen dat [het kind] een zuster van de man is en niet zijn dochter. Verzoekers voeren aan dat [het kind] door haar huidige geslachtsnaam wordt losgemaakt van de nadrukkelijk aanwezige Spaanse identiteit van hun gezin. Verzoekers wijzen erop dat hun ouders, zodra zij de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, zich in Spanje zullen vestigen. Verzoekers sluiten niet uit dat te zijner tijd zij samen met hun kind hun ouders naar Spanje zullen volgen. Verzoekers ervaren de handelwijze van de ambtenaar als een ongerechtvaardigde inmenging in hun gezinsleven. Zij menen dat de gevolgde gang van zaken strijdig is met de bepalingen van artikel 8 van het Verdrag inzake de rechten van het kind.
De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft verklaard dat op grond van het gegeven dat het betrokken kind ook tevens de Nederlandse nationaliteit heeft, hem bij het opmaken van de desbetreffende geboorteakte niets anders restte dan het Nederlands naamrecht toe te passen, waardoor het kind de geslachtsnaam van haar vader kreeg. De ambtenaar wijst op de mogelijkheid dat de "Spaanse" geslachtsnaam van het kind in de vorm van een latere vermelding aan de geboorteakte kan worden toegevoegd.
De rechtbank begrijpt het gewijzigde onder a. geformuleerde verzoek aldus, dat verzoekers op de voet van de bepalingen van artikel 1:24 van het Burgerlijk Wetboek de rechtbank vragen de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Eindhoven te gelasten de onder nummer 100091 van het jaar 2003 opgemaakte akte betreffende de geboorte van hun dochter Elias op 10 januari 2003 te Eindhoven te verbeteren door de geslachtsnaam [geslachtsnaam vader]te wijzigen in de geslachtsnaam [eerste geslachtsnaam vader; eerste geslachtsnaam moeder].
Verzoekers voeren aan dat de naamgeving van hun dochter strijdig is met de bepalingen van artikel 8 van het het Verdrag inzake de rechten van het kind, gesloten te New York op 20 november 1989 (Trbl 1990, 170). Deze bepaling luidt als volgt: "De Staten die partij zijn, verbinden zich tot eerbiediging van het recht van het kind zijn of haar identiteit te behouden, met inbegrip van de nationaliteit, naam en familierechtelijke betrekkingen zoals wettelijk erkend, zonder onrechtmatige inmenging".
Naar het oordeel van de rechtbank hebben verzoekers genoegzaam aannemelijk gemaakt dat de Spaanse taal en cultuur in hun gezin en leefwereld sterk aanwezig is. Daarbij komt dat verzoekers niet uitsluiten dat zij zich samen met hun dochter binnen enkele jaren in Spanje zullen vestigen. Op grond van dit een en ander kan aan verzoekers worden toegegeven, dat door het toedelen aan hun dochter van de "Nederlandse" geslachtsnaam [geslachtsnaam vader] het kind tot op zekere hoogte is losgemaakt van de aanwezige en uitdrukkelijk gewenste Spaanse identeiteit van het gezin waartoe het kind behoort. Deze gang van zaken rondom [het kind] komt de rechtbank voor als strijdig met vorenaangehaalde verdragsbepaling, temeer nu verzoekers verklaren geen prijs te stellen op de ingevolge de bepalingen van artikel 3 lid 3 van de Rijkswet op het Nederlanderschap van rechtswege verkregen Nederlandse nationaliteit van het kind.
Het door de ambtenaar van de burgerlijke stand geformuleerde voorstel om de "Spaanse" achternaam op de voet van de bepalingen van artikel 3 van de Wet conflictenrecht namen als latere vermelding aan de geboorteakte toe te voegen, doet naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende recht aan de wens van verzoekers om de Spaanse identiteit van hun gezin tot uitdrukking te brengen.
Ook de weg als bedoeld in artikel 1:7 BW (wijziging van de geslachtsnaam door de Koning) komt de rechtbank in dit geval niet opportuun voor.
Op grond van het voorgaande komt de rechtbank tot de slotsom, dat het verzoek sub a. strekkende tot verbetering van de geboorteakte van [het kind] door wijziging te gelasten van de geslachtsnaam [geslachtsnaam vader] in de geslachtsnaam [eerste geslachtsnaam vader; eerste geslachtsnaam moeder] behoort te worden ingewilligd.
Met betrekking tot het onder b. geformuleerde verzoek is de rechtbank van oordeel, dat het hier een onzekere toekomstige gebeurtenis betreft waaromtrent thans nog niet kan worden geoordeeld en beslist. Laatstbedoeld verzoek zal dan ook worden afgewezen.
De rechtbank neemt evenwel aan, dat bij het eventueel opmaken van geboorteakten betreffende de volgende kinderen van verzoekers zal worden gehandeld in het licht van de regelgeving van artikel 1:5 lid 8 BW, inhoudende dat volgende kinderen van dezelfde ouders dezelfde geslachtsnaam als het eerste kind dragen.
De beslissing
gelast de verbetering van de onder nummer 100091 in het register van geboorten van het jaar 2003 van de gemeente Eindhoven voorkomende akte van geboorte door wijziging van de geslachtsnaam van het kind [geslachtsnaam vader] in de geslachtsnaam [eerste geslachtsnaam vader; eerste geslachtsnaam moeder]
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.J.J. Bogaerts-Tholen, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2003 in tegenwoordigheid van de griffier.
conc. pms
------------------------------------------
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een procureur (advocaat) - hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoeker en door de in de procedure verschenen belanghebbenden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.