ECLI:NL:RBSHE:2003:BO3560
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van onverschuldigde ziektekostenpremie door gemeente Son en Breugel
In deze zaak gaat het om de terugvordering van een onterecht betaalde tegemoetkoming in de premie van de ziektekostenverzekering aan eiser door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Son en Breugel. Eiser, die van 1998 tot 2000 een tegemoetkoming ontving, werd door verweerder op 10 januari 2002 geïnformeerd dat deze betalingen onterecht waren, omdat hij verzekerd was via de Interprovinciale Ziektekostenregeling (IZR). Verweerder verzocht eiser het bedrag van € 4449,43 terug te betalen. Eiser maakte bezwaar tegen deze terugvordering, wat leidde tot een rechtszaak.
De rechtbank heeft op 8 december 2003 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat de brief van 10 januari 2002 als een terugvorderingsbesluit moet worden aangemerkt, ondanks dat verweerder dit niet expliciet als zodanig had geformuleerd. De rechtbank stelde vast dat eiser redelijkerwijs had moeten weten dat hij geen recht had op de tegemoetkoming, gezien zijn verzekeringsstatus. De rechtbank oordeelde dat de terugvordering rechtmatig was, maar dat de verrekening van een eenmalige vergoeding van de gemeente Boekel met de APPA-uitkering niet correct was. Dit onderdeel van het besluit werd vernietigd.
De rechtbank gelastte verweerder om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen en veroordeelde de gemeente Son en Breugel tot vergoeding van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 644,00. De uitspraak biedt inzicht in de verantwoordelijkheden van ambtenaren met betrekking tot hun verzekeringsstatus en de gevolgen van onterecht ontvangen betalingen.