ECLI:NL:RBSHE:2003:AO6391
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.S. van der Meer
- S.J. de Vries
- De M. Jansen
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de schuldsanering wegens niet-nakoming van verplichtingen door de schuldenaar
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 13 mei 2003 uitspraak gedaan over de beëindiging van de schuldsanering van een schuldenaar, geboren op een onbekende datum en thans zonder vaste woon- of verblijfplaats. De schuldenaar was in detentie en is niet verschenen tijdens de zitting. De rechter-commissaris had eerder een verzoek ingediend om de schuldsanering te beëindigen, omdat de schuldenaar zijn verplichtingen niet nakwam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar sinds enige tijd in detentie verblijft vanwege twee vrijheidsstraffen van 120 dagen wegens vermogensdelicten. Pogingen van de bewindvoerder om contact te leggen met de schuldenaar zijn mislukt, onder andere door het ontbreken van een vaste woonplaats en het niet nakomen van afspraken.
De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de schuldenaar geen enkele afdracht aan de boedel heeft verricht. De raadsman van de schuldenaar heeft verklaard dat de schuldenaar bij de aanvang van de schuldsanering een WAO-uitkering ontving, maar dat deze is stopgezet vanwege de detentie. De rechtbank oordeelt dat de schuldenaar verplicht is om zijn inkomen uit de uitkering te behouden en dat het wegvallen van dit inkomen hem verweten kan worden. De raadsman heeft ook aangegeven dat de schuldenaar psychische problemen heeft en dat hij na zijn detentie in behandeling zal worden genomen.
De rechtbank concludeert dat de schuldsanering niet gericht is op hulpverlening en dat de onderliggende problematiek eerst opgelost moet worden voordat de schuldenaar het traject van de schuldsanering kan doorlopen. De rechtbank wijst het verzoek van de raadsman om de termijn van de schuldsanering te verlengen af, omdat de schuldenaar eerst zijn leven op orde moet krijgen. De rechtbank beëindigt de schuldsanering op grond van artikel 350, derde lid sub c, van de Faillissementswet. De kosten van de publicaties in de schuldsanering komen ten laste van de Staat. De rechtbank benoemt ook een rechter-commissaris en curator voor het faillissement van de schuldenaar.