ECLI:NL:RBSHE:2003:AO1746
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurprijsvaststelling en huurverhoging in geschil tussen verhuurder en huurder
In deze zaak heeft de kantonrechter te 's-Hertogenbosch op 24 oktober 2003 uitspraak gedaan in een geschil over de huurprijs van een woning gelegen aan de [adres] te Schaijk. Het verzoekschrift, ingediend op 10 september 2003, was gericht op de vaststelling van de huurprijs van de woonruimte, die door de verhuurder, [verzoeker], was voorgesteld op 805 euro per maand. De huurder, [verweerder], had bezwaar gemaakt tegen deze huurverhoging, die meer dan 250% van de huidige huurprijs van 317,65 euro zou bedragen. De mondelinge behandeling vond plaats op 21 oktober 2003, waarbij beide partijen hun standpunten toelichtten.
De kantonrechter oordeelde dat de huurprijs niet zomaar kon worden verhoogd tot het door de verhuurder voorgestelde bedrag. De wettelijke regels omtrent huurprijsverhoging, zoals vastgelegd in de Huurprijzenwet Woonruimte, werden in acht genomen. De kantonrechter stelde vast dat de door de Huurcommissie eerder vastgestelde huurprijsverhoging van 2,60% tot 325,91 euro per maand redelijk was, maar dat de door [verzoeker] verzochte verhoging niet aanvaardbaar was. De kantonrechter concludeerde dat de maximale huurprijs voor de woning 805,67 euro bedraagt, maar dat de huurprijs gefaseerd moest worden verhoogd volgens de wettelijke percentages.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de huurprijs per 1 juni 2002 vastgesteld op 329,72 euro per maand en per 1 juni 2003 op 345,22 euro per maand. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt. Deze uitspraak benadrukt het belang van de wettelijke kaders bij huurprijsverhogingen en de noodzaak voor verhuurders om zich aan deze regels te houden.