ECLI:NL:RBSHE:2003:AN9846
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.J.H. Bruggink
- J. Buhrs
- R.C. Stijnen
- Rechtspraak.nl
Ontuchtige handelingen met minderjarigen en bezit van kinderporno
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 2 december 2003 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van ontuchtige handelingen met minderjarigen en het in bezit hebben van kinderporno. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte. De tenlastelegging omvatte drie hoofdpunten: het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige, het plegen van ontucht in het buitenland met een minderjarige, en het in bezit hebben en verspreiden van afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij minderjarigen betrokken zijn.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldeed aan de wettelijke eisen en dat de bewijsmiddelen betrekking hadden op de feiten die aan de verdachte waren tenlastegelegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte niet schuldig was aan een deel van de tenlastelegging, maar heeft de overige feiten bewezen verklaard. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur, die kan worden omgezet in 120 dagen hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht, en een gevangenisstraf van 12 maanden, die niet ten uitvoer zal worden gelegd onder bepaalde voorwaarden.
De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringscontact en deelname aan een behandeling. De uitspraak is gedaan in het kader van de ernst van de gepleegde feiten en de omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft de beslissing gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, waaronder artikel 240b, 245 en 248b, die betrekking hebben op ontucht en kinderporno. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, en de rechtbank heeft de verdachte gewaarschuwd voor de gevolgen van zijn daden.