ECLI:NL:RBSHE:2003:AN9804

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
2 december 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01/025421.03
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring van bewezenverklaring en strafoplegging in een kinderpornozaak

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 2 december 2003 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het verspreiden en in bezit hebben van kinderporno. De zaak is aanhangig gemaakt op basis van een dagvaarding van 15 oktober 2003, en het onderzoek ter terechtzitting vond plaats op 18 november 2003. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 oktober 2002 tot en met 14 juli 2003 in Ittervoort meerdere afbeeldingen en gegevensdragers met seksuele gedragingen van minderjarigen heeft verspreid en in bezit heeft gehad. De rechtbank heeft geoordeeld dat het bewijs niet onrechtmatig is verkregen, ondanks de discussie over de rol van de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE). De verdachte is vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan een deel voorwaardelijk is, onder de voorwaarde dat hij zich gedurende de proeftijd niet aan strafbare feiten schuldig maakt en zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering. De rechtbank heeft ook de teruggave gelast van bepaalde inbeslaggenomen goederen, terwijl andere goederen, waaronder een personal computer en videobanden met kinderporno, zijn verbeurd verklaard. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, en de noodzaak van normhandhaving. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, en de rechtbank heeft de conclusies van een psychiater over de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte overgenomen.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Parketnummer dagvaarding : 01/025421-03
Parketnummer vordering : 04/610005-02
Uitspraakdatum: 2 december 2003
VERKORT VONNIS
Verkort vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te (geboorteplaats) op (geboortedatum) 1966,
wonende te (woonplaats), (adres).
thans verblijvende: P.I. Breda - HvB De Boschpoort te Breda
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 18 november 2003.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte/veroordeelde naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 15 oktober 2003.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2002
tot en met 14 juli 2003 te Ittervoort, gemeente Hunsel, in elk geval in
Nederland één of meermalen een afbeelding en/of een gegevensdrager bevattende
een of meer afbeelding(en) van seksuele gedragingen, te weten een of meer
(digitale) fotobestand(en) en/of een of meer (digitale) filmbestand(en) en/of
een of meer videoband(en) met daarop (onder meer) (telkens)
- het naakte lichaam en/of de (stijve) penis van (slachtoffer) (geboren (geboortedatum) 1989) en/of die (slachtoffer), terwijl hij zich aftrekt, althans zijn penis in zijn hand(en) houdt, en/of
- (een) (nagenoeg) naakt(e) kind(eren) met geschatte leeftijd tussen 6 en 14
jaar die/dat zichzelf en/of elkaar aftrekken/aftrekt en/of die/dat zichzelf
en/of elkaar anaal penetreren/penetreert met een vinger en/of penis en/of die
elkaar pijpen en/of
_ (een) (nagenoeg) naakt(e) kind(eren) met geschatte leeftijd tussen 4 en 14
jaar die/dat volwassenen aftrekken/aftrekt en/of pijpen/pijpt en/of die door
volwassenen anaal met de vinger en/of penis worden/wordt gepenetreerd en/of
worden/wordt gepijpt en/of afgetrokken, en/of
- (een) kind(eren) die/dat word(t)(en) vastgebonden en/of die/dat aan hun/zijn
geslachtde(e)l(en) worden/wordt vastgebonden,
bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had(den) bereikt, waren/was
betrokken of schijnbaar waren/was betrokken, (telkens) heeft verspreid en/of
vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad,
en/of van het plegen van een of meerdere van deze vorenomschreven misdrijven
een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
(artikel 240 b lid 1 en lid 3 van het Wetboek van Strafrecht)
De vordering na voorwaardelijke veroordeling.
Tengevolge van een kennelijke vergissing in de vordering, staat daarin dat deze is gebaseerd op een onherroepelijk vonnis van de meervoudige kamer in de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch van 24 september 2002 terwijl uit het verhandelde ter terechtzitting en de stukken is gebleken dat het een onherroepelijk vonnis van de rechtbank te Roermond betreft. De rechtbank herstelt deze vergissing en leest voormelde zinsnede zoals hiervoor is vermeld. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De zaak met parketnummer 04/610005-02 is aangebracht bij vordering van 5 november 2003. Deze vordering heeft betrekking op het vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Roermond. Een kopie van de vordering is aan dit vonnis gehecht.
De geldigheid van de dagvaarding.
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen.
De bevoegdheid van de rechtbank.
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
Voorzover de raadsvrouwe heeft betoogd dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat het onderzoek is gebaseerd op informatie van de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE) die op onrechtmatige wijze tot stand is gekomen, verwerpt de rechtbank dat verweer.
De rechtbank is van oordeel dat het onderzoek in deze strafzaak niet is aangevangen op basis van informatie van de CIE, maar op basis van getuigenverklaringen van (getuige 1) en (getuige 2), zodat eventueel onrechtmatig verkregen CIE-informatie niet tot gevolg kan hebben dat het bewijs in deze strafzaak onrechtmatig is verkregen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn ook voor het overige geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Schorsing der vervolging.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de feiten heeft begaan zoals is weergegeven op het in dit vonnis opgenomen afgestreepte afschrift van de dagvaarding.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 14g, 14h, 14i, 14j, 24, 27, 33, 33a, 36b, 36c, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID.
De eis van de officier van justitie.
- een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
- verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen personal computer;
- onttrekking aan het verkeer van de videobanden 1 en 2, en de foto-negatieven;
- teruggave van de inbeslaggenomen reisbescheiden en de overige videobanden;
- toewijzing van de vordering na voorwaardelijke veroordeling.
De op te leggen straf(fen) en/of maatregel(en).
Bij de beslissing over de straffen die aan verdachte dienen te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op:
a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan,
b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waaronder de draagkracht.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank enerzijds in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden ten bezware van verdachte:
- de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feit in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- verdachte werd terzake van strafbare feiten soortgelijk aan het door hem gepleegde feit blijkens een hem betreffend uittreksel uit het algemeen documentatieregister reeds eerder veroordeeld en wel in 2000 en 2002;
- verdachte heeft het onderhavige strafbare feit gepleegd tijdens proeftijden van eerdere veroordelingen;
- door het in het bezit hebben (afnemen) en het verspreiden van kinderporno wordt de productie daarvan in stand gehouden, terwijl van algemene bekendheid is dat kinderen bij de productie van dergelijk pornomateriaal op mensonwaardige wijze worden geëxploiteerd.
Op 13 oktober 2003 heeft de psychiater I. Brugman een rapport omtrent verdachte uitgebracht.
De in dit rapport vermelde conclusie luidt onder meer: "Betrokkene is zich zeer wel bewust van de wederrechtelijkheid van zijn handelen en maakt bewust de keuze de kinderporno in zijn bezit te houden en te gebruiken. Ondergetekende meent dat er sprake is van een licht verminderde toerekeningsvatbaarheid omdat de pedofilie enerzijds en de persoonlijkheidsstoornis anderzijds betrokkene wel beïnvloeden in het afwegen van zijn keuzes. "
De rechtbank neemt deze conclusie en de gronden waarop zij berust over en maakt deze tot de hare.
Zij zal hiermede bij het opleggen van de straf rekening houden.
De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden.
Met betrekking tot een deel van de op te leggen gevangenisstraf zal de rechtbank bepalen dat dat deel van die straf niet zal worden tenuitvoergelegd mits verdachte zich gedurende een hierna vast te stellen proeftijd aan de voorwaarde houdt dat hij zich niet aan een strafbaar feit zal schuldig maken en de hierna te melden bijzondere voorwaarde naleeft. De rechtbank wil met een en ander enerzijds de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit tot uitdrukking brengen en anderzijds door invloed uit te oefenen op het gedrag van de verdachte het door verdachte opnieuw plegen van een strafbaar feit tegengaan.
De rechtbank is tot de beslissing gekomen om toch weer een voorwaardelijke straf op te leggen, hoewel eerdere voorwaardelijke straffen verdachte niet van strafbaar handelen hebben kunnen afhouden op grond van de onderstaande overwegingen van psychiater I. Brugman, welke zij deelt:
"Naar de mening van ondergetekende heeft betrokkene veel te winnen bij een behandeling die gericht is op verbreding van zijn mogelijkheden zodat zijn pedofiele geaardheid niet zijn enige invulling in het leven is.
Het recidiverisico is hoog, de worsteling van betrokkene met de maatschappij zal voortduren evenals zijn onvrede over zijn eigen situatie.
Indien het oordeel is dat recidive voorkomen moet worden en de maatschappij beschermd moet worden tegen de handelingen en de geaardheid van betrokkene dan is behandeling in een dwingend kader de enige keus.
De behandeling zal naar de mening van ondergetekende gericht moeten zijn op geleidelijke individualisatie van betrokkene zodat hij zijn leven breder zal kunnen invullen dan alleen met zijn pedofilie. De behandeling zal moeten plaatsvinden onder toezicht van de reclassering. Behandeling met libidoremmers kan wellicht een rol spelen omdat de onrust die veroorzaakt wordt door voortdurende sexuele prikkeling afneemt, waardoor ruimte voor andere interesses kan toenemen. Indien betrokkene bereid is mee te werken is medicatie het uitproberen waard. Met de ambulante tak van het Forensisch Psychiatrisch Circuit in Eindhoven is reeds contact gelegd over de behandelmogelijkheden."
De rechtbank is van oordeel dat het in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerp vatbaar is voor verbeurdverklaring, omdat -zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting- dit een voorwerp is
met betrekking tot welke het feit is begaan.
De rechtbank is van oordeel dat de in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerpen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, omdat -zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting- dit voorwerpen zijn
met betrekking tot welke het feit begaan en de voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerpen aan verdachte nu naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van de inbeslaggenomen goederen.
Motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling.
De vordering voldoet aan alle wettelijke eisen. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd tot behandeling van deze vordering. Uit onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bijzondere omstandigheden die aan de tenuitvoerlegging in de weg staan zijn niet aanwezig. De rechtbank zal dan ook de gevorderde tenuitvoerlegging gelasten.
DE UITSPRAAK
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
Een afbeelding van een seksuele gedraging -en/of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging-, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreiden, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt,
(artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht) en,
een afbeelding van een seksuele gedraging -en/of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging-, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
(artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht)
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op:
Een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden.
Beveelt, dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, in mindering zal worden gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke gedeelte van de aan veroordeelde opgelegde gevangenisstraf.
Beveelt dat een deel van deze gevangenisstraf te weten: 3 maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt bepaald op drie jaar aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, danwel niet heeft nageleefd de hierna te noemen bijzondere voorwaarde:
dat veroordeelde zich gedurende voornoemde proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen hem te geven door of namens de Reclassering Nederland, Arrondissementaal Secretariaat van de Reclassering, Leeghwaterlaan 14 te 's-Hertogenbosch, zolang deze instelling zulks noodzakelijk acht, ook indien deze aanwijzingen inhouden het gebruiken van zogenaamde libidoremmers en/of het ondergaan van een ambulante behadeling bij het FPC van de GGzE te Eindhoven.
Verleent aan de Reclassering voornoemd de opdracht als bedoeld in artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht.
Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen personal computer, type: 48T MTRP.
Onttrekt aan het verkeer de twee inbeslaggenomen videobanden, die kinderporno bevatten en de twee inbeslaggenomen foto-negatieven.
Gelast de teruggave van de inbeslaggenomen plattegrond en de vier inbeslaggenomen videobanden, die geen kinderporno bevatten.
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling:
Last tot tenuitvoerlegging van de straf, voorzover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige kamer te rechtbank te Roermond d.d. 24 september 2002 , gewezen onder parketnummer 04/610005-02 , te weten: een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen.
Dit vonnis is gewezen door,
mr. R.C. Stijnen, voorzitter rechtbank,
mr. J.J.H. Bruggink en J. Buhrs, leden,
in tegenwoordigheid van E. Roelofsen, griffier
en is uitgesproken op 2 december 2003
De bewezenverklaring:
Hij op tijdstippen in de periode van 1 oktober 2002 tot en met 14 juli 2003 te Ittervoort, gemeente Hunsel meermalen een afbeelding en/of een gegevensdrager bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten
digitale fotobestanden en digitale filmbestanden en
een of meer videoband(en) met daarop (onder meer) (telkens)
- het naakte lichaam en/of de (stijve) penis van (slachtoffer) (geboren (geboortedatum) 1989) en/of die (slachtoffer), terwijl hij zich aftrekt en
- (nagenoeg) naakte kinderen met geschatte leeftijd tussen 6 en 14
jaar die zichzelf en/of elkaar aftrekken en die zichzelf
en/of elkaar anaal penetreren met een vinger of penis en/of die
elkaar pijpen en
_ (nagenoeg) naakte kinderen met geschatte leeftijd tussen 4 en 14
jaar die volwassenen aftrekken en/of pijpen en die door
volwassenen anaal met de vinger en/of penis worden gepenetreerd en/of
worden gepijpt en/of afgetrokken, en
- kinderen die worden vastgebonden en/of die/dat aan hun/zijn
geslachtde(e)l(en) worden/wordt vastgebonden,
bij welke vorenbedoelde afbeeldingen (telkens) (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had(den) bereikt, waren/was
betrokken, telkens heeft verspreid en/of in bezit heeft gehad,
en van het plegen van deze vorenomschreven misdrijven een gewoonte heeft gemaakt;