ECLI:NL:RBSHE:2003:AN9230

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
13 november 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01/026565-03
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar de identiteit van radiologen in een leeftijdsonderzoek

In deze zaak heeft de politierechter van de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 13 november 2003 een tussenvonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte die wordt verdacht van het gebruik van een vals reisdocument. Tijdens de zitting op 30 oktober 2003 werd duidelijk dat het onderzoek naar de leeftijd van de verdachte, dat op 13 februari 2003 had plaatsgevonden, niet volledig was. De verdachte had geen bewijs van zijn geboortedatum overgelegd en het dossier bevatte geen andere gegevens over zijn leeftijd. De politierechter heeft vastgesteld dat het leeftijdsonderzoek, uitgevoerd door radiologen, niet kon worden gebruikt omdat de identiteit van deze deskundigen niet bekend was en hun verslag niet was ondertekend. Dit leidde tot de conclusie dat de resultaten van het onderzoek niet betrouwbaar waren zonder de mogelijkheid tot controle op de kwaliteit van het onderzoek.

De politierechter heeft daarom besloten het onderzoek te heropenen en de officier van justitie te verzoeken om aanvullende informatie over de identiteit van de radiologen en om het onderzoeksverslag te laten ondertekenen. Indien deze gegevens niet kunnen worden verkregen, zal de officier van justitie een nieuw onderzoek naar de leeftijd van de verdachte moeten laten uitvoeren. De zaak is terugverwezen naar de officier van justitie, die de nodige stappen moet ondernemen om de ontbrekende informatie te verkrijgen. De politierechter heeft ook bevolen dat de verdachte en een tolk voor de Engelse taal worden opgeroepen voor de nadere zitting.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Parketnummer : 01/026565-03
Uitspraakdatum: 13 november 2003
TUSSENVONNIS
Verkort vonnis van de politierechter in bovengenoemde rechtbank 's-Hertogenbosch in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]
thans in het kader van de vreemdelngenbewaring verblijvende in de penitentiaire inrichting te Tilburg
Dit vonnis is op tegenspraak
gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 30 oktober 2003.
De politierechter heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 21 februari 2003. Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 09 februari 2003 te Eindhoven opzettelijk gebruik heeft
gemaakt van een niet op zijn naam gesteld reisdocument, te weten een (vals)
Frans paspoort op naam van [naam tenaamgestelde], welk gebruik hierin bestond dat hij
verachte dat reisdocument ter gelegenheid van een paspoortcontrole
-desgevraagd- heeft getoond en/of overhandigd aan een ambtenaar van de
Koninklijke Marechaussee;
[artikel 231/2 Wetboek van Strafrecht]
Heropening van het onderzoek
De raadsman heeft aangevoerd dat de politierechter niet bevoegd is kennis te nemen van het ten laste gelegde feit. Verdachte stelt geboren te zijn op 1 januari 1987. Hij wordt er van verdacht een strafbaar feit te hebben gepleegd op 9 februari 2003. Verdachte had op die datum de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt. Om die reden zou niet de politierechter, maar de kinderrechter bevoegd zijn. In het dossier bevindt zich een leeftijdsonderzoek, waaruit zou blijken dat verdachte 20 jaar oud zou zijn. Onder overlegging van een uitspraak van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State van 23 oktober 2003, wordt door de raadsman de stelling ingenomen dat het onderzoek niet kan dienen tot bewijs van de leeftijd van zijn cliënt.
Ter terechtzitting van 30 oktober 2003 heeft de politierechter naar aanleiding van voornoemd verweer besloten schriftelijk vonnis te wijzen. Nu de politierechter is gebleken dat het onderzoek ter terechtzitting niet volledig is geweest wordt het onderzoek heropend.
De politierechter overweegt als volgt.
Verdachte heeft geen document overgelegd waaruit zijn geboortedatum blijkt. Behoudens het leeftijdsonderzoek bevat het dossier ook overigens geen gegevens betreffende de leeftijd van verdachte.
Op 13 februari 2003 is verdachte, met zijn instemming, onderworpen aan een leeftijdsonderzoek (bot-scan). Bij een leeftijdsonderzoek geldt als algemeen uitgangspunt steeds dat indien de mediale uiteinden van de sleutelbeenderen zijn uitgerijpt, aangenomen wordt dat de jeugdige tenminste 20 jaar oud is. Om vast te kunnen stellen dat de mediale uiteinden van de sleutelbeenderen zijn uitgerijpt en geen sprake is van pathologie is uitsluitend radiologische deskundigheid vereist.
De politierechter stelt voorop dat de verdediging niet de toegepaste methode tot vaststelling van de leeftijd in twijfel heeft getrokken. De raadsman verzet zich tegen het gebruik van de resultaten van het onderzoek, omdat onvoldoende duidelijk is welke deskundigen het onderzoek hebben verricht, waardoor enige controle op de kwaliteit van het in het geding zijnde onderzoek niet mogelijk is.
Van het leeftijdsonderzoek is door drs. H.Th. van der Pas een verslag opgemaakt. Op basis van dit onderzoek wordt ten aanzien van de leeftijd van verdachte geconcludeerd dat verdachte een leeftijd heeft van 21 jaar of ouder (betrouwbaarheid 95% of hoger) of optioneel 20 jaar of ouder (betrouwbaarheid 99.9%).
Aan deze conclusies liggen ten grondslag de radiologische beoordelingen van twee onafhankelijk van elkaar opererende radiologen. De identiteit van de beide radiologen is niet bekend gemaakt. Het verslag van hun beoordelingen is niet door hen ondertekend. Drs. H. TH. van der Pas heeft getekend voor de authenticiteit van de beoordelingen. Blijkens mededeling van wachtmeester Stigter van de Koninklijke Marechaussee is drs. Van der Pas een medewerker van de vreemdelingenpolitie. Het verslag bevat geen gegevens over de functie of deskundigheid van Van der Pas.
De politierechter is van oordeel dat, om te kunnen beoordelen of het deskundige- onderzoek waarvan de resultaten worden gebruikt ter vaststelling van een voor de beoordeling van de strafzaak relevant feit (zoals in casus de leeftijd van verdachte) voldoende zorgvuldig en met vereiste deskundigheid is verricht, het noodzakelijk is dat kenbaar is wie het onderzoek heeft verricht.
Voorts acht de politierechter het van belang dat het verslag van het onderzoek wordt ondertekend door de deskundige die het onderzoek heeft verricht. Met de ondertekening neemt de deskundige het onderzoek voor zijn rekening en kan hij door betrokkenen, indien gewenst, ter verantwoording of ter nadere toelichting worden geroepen.
Nu in het door de officier van justitie overgelegde rapport niet is vermeld welke radiologen het onderzoek hebben verricht en het verslag van hun onderzoek niet door hen is ondertekend zullen de resultaten van het overgelegde leeftijdsonderzoek van 13 februari 2003 vooralsnog niet worden gebruikt om de leeftijd van verdachte vast te stellen.
Het onderzoek ter terechtzitting zal worden heropend en de zaak zal worden terugverwezen naar de officier van justitie teneinde de officier in de gelegenheid te stellen het betreffende leeftijdsonderzoek aan te vullen met gegevens betreffende de identiteit van de beide radiologen en de ondertekening van hun verslag. Indien deze gegevens niet kunnen worden verkregen zal de officier van justitie een nieuw onderzoek moeten verrichten naar de leeftijd van verdachte.
UITSPRAAK
BESLISSING:
De politierechter:
Heropent het onderzoek
Schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd.
Beveelt de officier van justitie een nader onderzoek te verrichten naar de
identiteit van de radiologen die het onderzoek van 13 februari 2003 naar de
leeftijd van verdachte hebben verricht en de betreffende deskundigen te
verzoeken het onderzoeksverslag te ondertekenen.
Gelast de officier van justitie in de situatie dat hiervoor bedoelde gegevens
niet kunnen worden verkregen een nader onderzoek te verrichten naar de leeftijd
van verdachte.
Stelt de stukken met dat doel in handen van de officier van justitie.
Beveelt de oproeping van verdachte tegen het tijdstip van de nadere
terechtzitting met kennisgeving van dat tijdstip aan de raadsman van verdachte.
Beveelt de oproeping van een tolk in de Engelse taal tegen het tijdstip van de
nadere terechtzitting.
Dit vonnis is gewezen door,
mr. A.M. Kooijmans-de Kort, politierechter,
in tegenwoordigheid van L.D. Wittenberg, griffier
en is uitgesproken op 13 november 2003.