ECLI:NL:RBSHE:2003:AF4958

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
25 februari 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
90653 / KG ZA 03-43
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.F.M. Strijbos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over intrekking van kredietlimieten door kredietverzekeraar

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch op 25 februari 2003 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres], een confectiebedrijf, en Euler-Cobac Services B.V. en Euler-Cobac Nederland N.V., kredietverzekeraars. [Eiseres] vorderde de onmiddellijke herstelling van alle ingetrokken kredietlimieten door Euler, die in januari 2003 volledig waren ingetrokken. De intrekking was het gevolg van onbetaalde vorderingen van een verzekerde van Euler, YKK Nederland B.V., door [eiseres]. De voorzieningenrechter oordeelde dat Euler als kredietverzekeraar het recht heeft om kredietlimieten in te trekken op basis van de verzekeringsovereenkomst, vooral in situaties van verminderde kredietwaardigheid van de debiteur. De rechter concludeerde dat Euler niet onrechtmatig heeft gehandeld door de kredietlimieten in te trekken, aangezien er geen bewijs was dat Euler met deze actie de bedoeling had om [eiseres] te schaden. Bovendien was er geen verplichting voor Euler om [eiseres] voorafgaand aan de intrekking te consulteren. De vordering van [eiseres] werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. De rechter oordeelde ook dat Services, die zich bezighoudt met het incasseren van vorderingen, niet als wederpartij in deze procedure kon worden beschouwd, waardoor de vordering tegen hen eveneens werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
VONNIS IN KORT GEDING
Zaaknummer : 90653 / KG ZA 03-43
Datum uitspraak: 25 februari 2003
Vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch in de zaak van:
de vennootschap onder firma
[eiseres]
gevestigd te [vestigingsplaats],
eiseres,
procureur mr. J.E. Benner,
advocaat mr. H. Loonstein te Amsterdam,
tegen:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Euler-Cobac Services B.V.
gevestigd te `s- Hertogenbosch,
gedaagde,
2. de naamloze vennootschap
Euler-Cobac Nederland N.V.
gevestigd te `s- Hertogenbosch,
gedaagde,
procureur mr. A.J.van den Hoven.
Partijen zullen hierna "[eiseres]", " Services" en "Euler" worden genoemd en de laatsten, voorzover beiden aangaande, met "Euler c.s."
1. De procedure
1.1. [Eiseres] heeft in kort geding gesteld en gevorderd zoals hierna verkort is weergegeven.
1.2. De advocaat van [eiseres] heeft de vordering ter terechtzitting toegelicht, mede aan de hand van de door hem overgelegde pleitnotities en producties.
1.3. De procureur van Euler c.s. heeft verweer gevoerd, mede aan de hand van de door hem overgelegde pleitnotities en een drietal in het geding gebrachte producties.
1.4. Na gevoerd debat hebben partijen vonnis gevraagd.
2. De feiten
2.1. [Eiseres] is een confectiebedrijf met diverse toeleveranciers, waarvan (tenminste) enkelen leveranties doen aan [eiseres] onder verstrekking van (enig) leverancierskrediet.
2.2. Euler is een kredietverzekeringsmaatschappij. In die hoedanigheid verzekert zij ten behoeve van haar verzekerden het risico van non-betaling, dat voortspruit uit het verlenen van leverancierskrediet door die verzekerden aan hun afnemers /debiteuren. De hoogte van het maximale bedrag dat Euler op die wijze aan risico overneemt wordt uitgedrukt in de vorm van een per debiteur vast te stellen "kredietlimiet", die aan de verzekerden wordt medegedeeld.
2.3. Ten behoeve van verzekerden heeft Euler in het verleden ook kredietlimieten vastgesteld op [eiseres].
2.4. Services verricht ten behoeve van Euler/ haar verzekerden de incassi van vorderingen waarvan de betalingstermijn is verstreken.
2.5 Bij brief gedateerd 19 december 2002 heeft Services [eiseres] aangemaand tot betaling binnen 7 dagen van een bedrag van € 18.990,03 ten behoeve van haar verzekerde
YKK Nederland B.V., met mededeling dat bij niet-tijdige betaling het dossier zou worden doorgestuurd aan een advocaat en voorts dat bij het overgaan tot een gerechtelijke procedure alle door Services verstrekte limieten zullen worden geblokkeerd.
2.6. Begin januari 2003 heeft Euler alle door haar verstrekte kredietlimieten op [eiseres] volledig ingetrokken en daarvan mededeling gedaan aan haar verzekerden.
2.7. Na een reactie van [eiseres] heeft Euler bij E-mailbericht van 7 januari 2003 aan [eiseres] bericht:
Dank voor het toezenden van jaarcijfers.
Navraag bij mijn incasso-afdeling maakt duidelijk dat er een incasso van rond de 16000 euro openstaat.
Voordat deze incasso zaak is afgerond kunnen wij het herstellen van kredietlimieten niet in overweging nemen.
2.8 [Eiseres] heeft begin januari 2003 aanvullende informatie verstrekt aan Euler omtrent haar financiële positie.
2.9. Ondanks sommaties daartoe zijdens [eiseres] heeft Euler de intrekking van de kredietlimieten niet ongedaan gemaakt.
3. Het geschil
3.1. [Eiseres] vordert in dit kort geding, kort weergegeven, bevel aan Euler c.s. om binnen 24 uur na betekening van het vonnis :
A alle ingetrokken (de rechter leest: alle intrekkingen van de) kredietlimieten aangaande [eiseres] ongedaan te maken en (deze kredietlimieten voor zover) te herstellen op straffe van een dwangsom van € 100.000,- voor ieder dier kredietlimieten die niet hersteld wordt;
B op de oude voet met betrekking tot [eiseres] kredietlimieten te verstrekken;
C subsidiar: de namen van de leveranciers ten aanzien waarvan intrekking van de kredietlimiet op [eiseres] heeft plaatsgevonden mede te delen.
3.2. [Eiseres] legt daaraan het navolgende ten grondslag.
- Intrekking kredietlimieten: De plotselinge intrekking van de kredietlimieten op [eiseres] (een tiental) omstreeks 6 januari 2003 is gebeurd zonder grond. Euler c.s. maakt misbruik van recht omdat kennelijk de incasso-zaak m.b.t. YKK de directe aanleiding was. Gelet op de positie van een kredietverzekeraar in het handelsverkeer is het onzorgvuldig en onbetamelijk om tot intrekking over te gaan zonder overleg met [eiseres] of hoor en wederhoor, zoals gebruikelijk bij kredietverzekeraars .
- Niet-herstellen kredietlimieten: Na intrekking van de kredietlimieten heeft er een gesprek plaatsgevonden. Om tot herstel van de kredietlimieten te komen, heeft [eiseres] op verzoek van Euler c.s. haar cijfer-materiaal e.d. toegezonden. Medegedeeld werd dat na ontvangst van dit alles herstel van de kredietlimieten zou plaatsvinden. Nu Euler c.s. ondanks de gemaakte afspraak weigert de intrekking van de kredietlimieten ongedaan te maken, levert dit een toerekenbare tekortkoming op in de nakoming van contractuele verplichtingen op en/of onrechtmatig gedrag. De incassozaak is opgelost.
3.3. Door dit gedrag van Euler c.s.lijdt [eiseres] ernstige schade. Bepaalde toeleveranciers geven geen leverancierskrediet meer aan [eiseres] omdat hun vorderingen niet langer gedekt zijn door Euler c.s. Omdat deze toeleveranciers nu cashbetalingen verlangen, trekt dit een zodanige wissel op de liquiditeitspositie van [eiseres], dat omzet en winst rechtstreeks nadelig worden beïnvloed. Dit gevolg was voor Euler c.s. voorzienbaar.
3.4. Van de toeleveranciers die nu geen zaken met [eiseres] willen doen, weet [eiseres] niet of dit verband houdt met de intrekking van de kredietlimiet door Euler c.s. Omdat [eiseres] hen dit bezwaarlijk kan vragen omdat zij dan haar eigen naam besmet, dient Euler c.s., subsidiair, mede te delen bij welke toeleveranciers dit is geschied.
Het verweer
3.5. Het verweer van Services tegen de vordering komt zakelijk weergegeven er op neer dat niet Services maar Euler op grond van verzekeringsovereenkomsten kredietlimieten verstrekt en eventueel intrekt. Services houdt zich bezig met het incasseren van verzekerde vorderingen. [eiseres] dient voor wat betreft Services niet-ontvankelijk verklaard te worden, met veroordeling in de proceskosten.
3.6. Het verweer van Euler tegen de vordering komt zakelijk weergegeven op het volgende neer.
A [eiseres] is geen partij bij de kredietverzekeringsovereenkomst maar derde en kan dus geen enkel recht ontlenen aan die overeenkomst; van enige toerekenbare tekortkoming jegens [eiseres] is geen sprake;
B Euler heeft geen invloed op het beleid van toeleveranciers om niet meer op krediet te leveren aan [eiseres]. Bovendien kan [eiseres] hen dienaangaande zekerheden verschaffen;
C Euler heeft niet toegezegd aan [eiseres] om de kredietlimieten te herstellen;
D Euler is vrij in de beoordeling van de kredietwaardigheid van debiteuren en het al dan niet verstrekken van kredietlimieten. [eiseres] is onvoldoende kredietwaardig. De eis tot het "op de oude voet" verstrekken van kredietlimieten is onbegrijpelijk, omdat de financiële gegoedheid en betalingscapaciteit van een onderneming geen constanten zijn;
E Euler is niet gehouden mededeling te doen aangaande haar verzekerden. [eiseres] heeft ook geen belang bij die informatie.
Euler concludeert tot niet-ontvankelijkheid/ ontzegging van de vorderingen, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten.
3.7. Op hetgeen partijen overigens over en weer hebben aangevoerd, zal voor zoveel nodig bij de beoordeling worden ingegaan.
4 De beoordeling
Ten aanzien van Services
4.1. Bij de behandeling ter zitting heeft [eiseres] niet weersproken dat in deze procedure Euler als haar werkelijke wederpartij heeft te gelden en niet Services. Dat Services -achteraf beschouwd- ten onrechte is gedagvaard zou echter te wijten zijn aan door haarzelf veroorzaakte verwarring bij [eiseres].
4.2. Naar het oordeel van de rechter heeft [eiseres] het met dit laatste aan het rechte eind. Weliswaar verwijst Euler in dit verband naar haar producties bestaande uit een tweetal uittreksels uit het handelsregister en meer speciaal naar een E-mailbericht van Euler aan [eiseres] van 7 januari 2003, maar dit laat onverlet dat Services zelf bij brief van 19 december 2002 aan [eiseres] laat weten dat zij de door haar verstrekte kredietlimieten zonodig zal intrekken.
4.3. Nu Services daarmede zelf het risico in het leven heeft geroepen dat zij (mede) als wederpartij zou kunnen worden gezien, dient zij niet alleen haar eigen kosten te dragen, maar ook te worden veroordeeld in de onnodig gemaakte proceskosten van [eiseres]. Als uit het voorgaande volgt, dient voor het overige de vordering van [eiseres] te worden afgewezen.
Ten aanzien van Euler
4.4. In deze procedure staat niet ter discussie dat Euler als kredietverzekeraar in het algemeen de vrijheid heeft om ten behoeve van en op verzoek van haar verzekerden op "nieuwe" afnemers/ debiteuren zodanige kredietlimieten vast te stellen als haar goeddunkt, dit laatste onverlet de aanspraken van haar verzekerden uit de verzekeringsovereenkomst op het verkrijgen van voldoende (verantwoorde) limieten ten behoeve van de afdekking van hun bedrijfsrisico's voor wat betreft het verstrekken van leverancierskrediet aan hun afnemers.
4.5. Niet als zodanig weersproken staat tussen partijen vast dat Euler in haar relatie tot haar verzekerden op grond van de verzekeringsovereenkomst gerechtigd is aldus vastgestelde kredietlimieten weer in te trekken (of te verlagen), waar bij met name te denken valt aan situaties van verminderde kredietwaardigheid van de individuele afnemer waarop de kredietlimiet betrekking heeft.
4.6. Naar het oordeel van de rechter kan als een omstandigheid, die ten minste een vermoeden
van verminderde kredietwaardigheid met zich meebrengt, worden beschouwd het onbetaald laten door een afnemer, voorzien van een zodanige kredietlimiet, van vorderingen van een verzekerde van Euler ten aanzien waarvan de betaaltermijn is verstreken.
Dit kan anders liggen in het geval dat de verschuldigdheid van de vordering door de debiteur in kwestie wordt betwist, bijvoorbeeld wegens klachten over de kwaliteit van het door de verzekerde geleverde product.
4.7. In de onderhavige procedure staat als niet weersproken vast dat [eiseres] per december
2002 vorderingen onbetaald had gelaten waarvan de betaaltermijn was verstreken van een verzekerde van Euler, YKK en waarvan de verschuldigdheid door [eiseres] niet werd betwist. Gelet op het hiervoor overwogene onder 4.2. was Euler daarmede- in haar relatie tot haar verzekerden- in beginsel gerechtigd de limieten op [eiseres] in te trekken.
4.8. Voor de vraag of deze intrekking jegens [eiseres], als derde, desondanks misbruik van recht
oplevert danwel anderszins onrechtmatig te achten is, geldt het volgende.
Niet gesteld of gebleken is dat Euler met de intrekking van de limieten geen ander doel had dan [eiseres] te schaden, of meer algemeen, dat zij daarbij een ander doel had dan het beperken van haar eigen risico's die zij zou kunnen lopen door een eventuele betalingsonmacht aan de zijde van [eiseres]. Van Euler mag verwacht worden dat zij haar eigen financiële belangen in het oog houdt, terwijl zij anderszins het zaken doen voor [eiseres] ook niet onmogelijk heeft gemaakt. Zoals Euler terecht stelt stond het [eiseres] vrij ten aanzien van haar toeleveranciers acties te ondernemen om het vertrouwen in haar eigen betalingscapaciteit te ondersteunen c.q. te vergroten, bijvoorbeeld door het verstrekken van zekerheden, danwel desverlangd tegen contante betaling af te gaan nemen.
4.9. De stelling dat Euler, alvorens tot intrekking over te gaan jegens haar verzekerden, met [eiseres] in de hoedanigheid van debiteur had moeten overleggen, vindt in haar algemeenheid geen steun in het recht. Bijzondere omstandigheden waarom zulks voor [eiseres] anders zou zijn, zijn gesteld noch gebleken. De (door Euler weersproken) stelling dat zodanig voorgaand overleg bij kredietverzekeraars gebruikelijk zou zijn, heeft [eiseres] niet met feiten en omstandigheden onderbouwd. Bovendien heeft in de onderhavige zaak [eiseres] bij brief van 19 december 2002 vooraf de waarschuwing gekregen dat bij niet-betaling van de vordering van YKK de intrekking van de limieten aan de orde zou komen. Dat [eiseres] in de periode van 20 december 2002 tot 6 januari 2003 wegens vakantie gesloten was, is een omstandigheid die voor haar rekening moet blijven. Een (al dan niet via geautomatiseerde bancaire faciliteiten) gegeven opdracht bij voorbaat aan de bank om voor tijdige overmaking zorg te dragen had de betaling immers kunnen bewerkstelligen.
4.10. Het enkele feit dat [eiseres] in haar liquiditeitspositie (ernstige) hinder ondervindt als gevolg van de intrekking van de kredietlimieten door Euler jegens haar verzekerden, maakt op zichzelf dit gedrag van Euler nog niet onrechtmatig jegens [eiseres].
4.11. Wellicht ten overvloede merkt de rechter op dat niet gesteld of aannemelijk geworden is dat de mededeling door Euler aan haar verzekerden aangaande de intrekking van de kredietlimieten meer bevatte dan de hieruit impliciet te trekken conclusie dat Euler geen verdere betalingsrisico's op [eiseres] wenste te lopen.
Zonder bijkomende omstandigheden kan aan een dergelijke mededeling niet de gevolgtrekking worden verbonden dat Euler daarmede op onrechtmatige wijze negatieve handelsinformatie over [eiseres] heeft verstrekt, voorzover [eiseres] dit al beoogde te betogen.
4.12. Ten aanzien van het herstel van de ingetrokken kredietlimieten door Euler beroept [eiseres] zich op een afspraak dienaangaande op 13 januari 2003, als vastgelegd in een E-mailbericht van haar zijde van 14 januari 2003. Euler heeft betwist een dergelijke toezegging te hebben gedaan. Anders dan [eiseres] stelt, is naar het voorlopig oordeel van de rechter het bestaan van een zodanige afspraak niet aannemelijk; immers staat in genoemd bericht:
"Gisteren deelde u mede dat u pas het herstellen van enige kredietlimieten ging overwegen niet als de incassozaak was opgelost, maar als alles betaald was, en op onze suggestie om dan de tweede betaling direct te doen, deelde u mede ook nu een goedkeurende verklaring van de accountant te wensen voor de balans van 2001"
4.13. Op grond van het voorstaande dient in deze procedure geconcludeerd te worden dat Euler aangaande deze gestelde afspraak niet geacht wordt tekort te schieten in de nakoming daarvan, noch geacht wordt zich te dezer zake schuldig te hebben gemaakt aan onrechtmatig gedrag jegens [eiseres].
4.14. Voor wat betreft de vordering om op "de oude voet" met betrekking tot [eiseres] kredietlimieten te verstrekken heeft [eiseres] bij pleidooi betoogd dat haar financiële positie aanzienlijk beter is dan Euler stelt. Naar het oordeel van de rechter is deze vordering alleen al wegens haar onbepaaldheid niet voor toewijzing vatbaar, daargelaten dat [eiseres] geen partij is bij de kredietverzekeringsovereenkomst en voorts dat de toetsing van de bedrijfsgegevens en de daarmee gepaard gaande acceptatie van risico's van non-betaling door Euler een kwestie is die in beginsel aan Euler is voorbehouden; zelfs in de relatie tot haar eigen verzekerden. Dat eventueel andere kredietverzekeraars wel bereid zijn tot het verstrekken van kredietlimieten op [eiseres] doet aan het voorgaande niet af.
4.15. De weigering van Euler om de namen van de betrokken toeleveranciers niet te willen noemen komt de rechter in de onderhavige zaak niet ongegrond voor. Waar Euler haar eigen bedrijfsinformatie beschermt en de privacy van haar verzekerden in het oog moet houden, staat daar van de zijde van [eiseres] slechts tegenover dat dit voor haar eenvoudig maakt om te weten te komen om wie het gaat. Dat laatste komt [eiseres] echter ook te weten indien toeleveranciers met het argument van de ingetrokken limiet verklaren niet meer op krediet te willen leveren; toeleveranciers die gewoon op krediet aan [eiseres] blijven leveren behoeft niets te worden gevraagd.
4.16. Samenvattend brengt het bovenstaande mee dat de gevraagde voorzieningen van [eiseres] jegens Euler grond zullen worden afgewezen. [Eiseres] zal daarbij als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden veroordeeld.
5. De beslissing
Ten aanzien van Services:
De voorzieningenrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Services in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] begroot op
€ 100,00;
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
Ten aanzien van Euler:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van Euler begroot op
€ 1.000,00;
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F.M. Strijbos, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 februari 2003 in tegenwoordigheid van de griffier.