ECLI:NL:RBSHE:2002:AF0713

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 november 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
87000 KG ZA 02/699
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.F.M. Strijbos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende straat- en contactverbod

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch op 19 november 2002 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vrouw en een man, waarbij de man niet ter zitting is verschenen en verstek is verleend. De vrouw heeft vorderingen ingesteld tegen de man, die eerder een straatverbod en contactverbod opgelegd had gekregen. De vrouw heeft gesteld dat de man, ondanks deze verboden, haar ongevraagd stukken heeft toegestuurd en dat hij zich niet aan de eerdere vonnissen heeft gehouden. De vrouw heeft een vordering ingediend om de man te verbieden zich te begeven op bepaalde locaties en om contact met haar en hun zoon op te nemen. Tevens heeft zij gevraagd om machtiging om deze verboden zelf ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie.

De rechter heeft vastgesteld dat de vorderingen van de vrouw niet onrechtmatig of ongegrond zijn en heeft deze toegewezen. De voorzieningenrechter heeft de man gedurende zes maanden verboden om zich op bepaalde locaties te begeven en om contact op te nemen met de vrouw of hun zoon. Daarnaast is de vrouw gemachtigd om de verboden zelf ten uitvoer te leggen. De rechter heeft ook bepaald dat het vonnis uitvoerbaar is bij lijfsdwang, wat betekent dat de man kan worden vastgehouden door de autoriteiten als hij de verboden overtreedt. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat inhoudt dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De behandeling van het overige is aangehouden tot een jaar na betekening van het vonnis.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
VONNIS IN KORT GEDING
Zaaknummer : 87000 / KG ZA 02-699
Datum uitspraak: 19 november 2002
Vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch in de zaak van:
[de vrouw],
wonende te [woonplaats vrouw],
eiseres bij exploot van dagvaarding van 29 oktober 2002,
procureur mr. Y.A.W.M. Molkenboer,
advocaat mr. J.M. Molkenboer te Tilburg,
tegen:
[de man],
wonende te [woonplaats man],
gedaagde bij gemeld exploot,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna "de vrouw" en "de man" worden genoemd.
1. De procedure
1.1. De man is niet ter zitting verschenen. Tegen hem is verstek verleend.
1.2. De vrouw heeft in kort geding gesteld en gevorderd zoals hierna verkort is weergegeven.
1.3. De advocaat van de vrouw heeft de vordering ter terechtzitting toegelicht.
1.4. De vrouw heeft vonnis gevraagd.
2. De feiten
2.1. Bij vonnis van 17 januari 2002, 9 april 2002 en 10 juli 2002 is op vordering van de vrouw jegens de man een straatverbod opgelegd voor de duur van zes maanden, onder verbeurte van een dwangsom van € 250,--. Tevens is jegens de man een verbod opgelegd voor de duur van zes maanden om onmiddellijk of middellijk buiten haar raadsman om contact op te nemen met de vrouw of hun beider zoon, [naam zoon]. De door de vrouw primair verzochte lijfsdwang is telkenmale afgewezen.
3. Het geschil
3.1. De vrouw vordert in dit kort geding:
1. de man te verbieden om zich te begeven op de [adres] te [woonplaats vrouw] of in het in [woonplaats vrouw] gelegen winkelcentrum "[naam winkelcentrum]", alsmede in de straten: [straatnamen] en het terrein van het instituut "[naam instituut]" te [plaatsnaam];
2. de man te verbieden om, onmiddellijk of middellijk buiten haar raadsman om contact met haar op te nemen of met de zoon van partijen, [naam zoon];
3. de man te verbieden om namens haar bestellingen te plaatsen, dan wel informatie op te vragen, met als gevolg waarvan aan de vrouw stukken worden toegezonden;
4. haar te machtigen om voormelde verboden zonodig af te dwingen met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
5. alles op straffe van lijfsdwang van veertien dagen per overtreding van voormelde verboden;
6. compensatie van de proceskosten.
3.2. De vrouw legt aan deze vorderingen ten grondslag dat de man namens haar diverse bestellingen heeft geplaatst, alsmede informatie heeft opgevraagd, met als gevolg waarvan zij ongevraagd stukken toegezonden heeft gekregen. Zo heeft de vrouw in de maand oktober bij brief van 4 oktober 2002 onder meer bericht ontvangen van het bedrijf Klingel Europe GmbH dat zij goederen zou hebben besteld, alsmede zou ze een abonnement hebben genomen op de Privé, de Waterkampioen, de Caravankampioen, de Telegraaf, en de Lecturama. Het is voor de vrouw zeer traumatisch om steeds te worden geconfronteerd met het ziekelijke (stalkings)gedrag van de man, mede gezien de gebeurtenissen in het verleden. De vrouw heeft eveneens belang bij de gevorderde lijfsdwang, nu immers is gebleken dat dwangsommen bij de man geen enkel effect sorteren en hij tevens geen financiële reserves meer heeft.
4. De beoordeling
4.1. De rechter is van oordeel dat de zinsnede "om kontakt met haar zoon of met de zoon der partijen" onder punt 2 van de dagvaarding moet worden gezien als een kennelijke verschrijving, daar uit de context valt af te leiden dat bedoeld is de man te verbieden -onmiddellijk of middellijk buiten de raadsman van de vrouw om - contact met de vrouw op te nemen, alsmede met de zoon van partijen, [naam zoon].
4.2. De vordering komt de voorzieningenrechter noch onrechtmatig, noch ongegrond voor, zodat deze kan worden toegewezen. Wellicht ten overvloede merkt de voorzieningenrechter op dat in dit specifieke geval, in tegenstelling tot de in deze zaak eerder gewezen verstekvonnissen van 17 januari 2002, 9 april 2002 en 10 juli 2002, de door de vrouw ter versterking van de verboden gevorderde lijfsdwang zal worden toegewezen, nu immers is gebleken dat de eerder opgelegde dwangsomsancties niet voldoende effect hebben gehad.
4.3. De door de vrouw ter versterking van de verboden gevorderde machtiging aan haar om naleving van het vonnis zo nodig met de sterke arm te doen uitvoeren zal eveneens worden toegewezen.
4.4. De beslissing op het gevorderde straat - en contactverbod zal - voorzover thans niet uitgesproken - worden aangehouden tot een jaar na betekening van dit vonnis. Indien de vrouw niet vóór die datum om voortzetting van de behandeling heeft gevraagd ter verlenging van het verbod of ter uitbreiding van de dwangmiddelen, zal de zaak als ingetrokken worden beschouwd.
4.5. De proceskosten zullen conform het verzoek van de vrouw worden gecompenseerd als na te melden.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
verbiedt de man gedurende zes maanden na de betekening van dit vonnis om zich te bevinden op de [adres] te [woonplaats vrouw] en het in [woonplaats vrouw] gelegen winkelcentrum "[naam winkelcentrum]", alsmede in de volgende straten: [straatnamen] en op het terrein van het instituut "de [naam instituut] "te [plaatsnaam];
verbiedt de man gedurende zes maanden na de betekening van dit vonnis om onmiddellijk of middellijk buiten haar raadsman om contact op te nemen met de vrouw of met de zoon van partijen, [naam zoon];
machtigt de vrouw voormelde verboden zelf ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij lijfsdwang, des dat de man door de bevoegde autoriteiten van politie en justitie voor de duur van ten hoogste 10 dagen in hechtenis zal worden genomen en gehouden voor iedere keer dat de man, nadat twee dagen na de betekenis van dit vonnis zijn verstreken, één van de bovengenoemde verboden overtreedt;
compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af;
houdt de behandeling van het overige pro forma aan tot een jaar na betekening van dit vonnis.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F.M. Strijbos, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 november 2002 in tegenwoordigheid van de griffier.