ECLI:NL:RBSHE:2002:AF0337
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Faillissement en omzetting in saneringsregeling met rechterlijke beoordeling van schuldenlast en mogelijkheden voor schuldsanering
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 8 april 2002 uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot opheffing van het faillissement van de verzoeker, die op eigen aangifte failliet was verklaard op 1 maart 2000. De verzoeker had eerder een schuldsaneringsregeling aangevraagd, maar deze was afgewezen vanwege een aanzienlijke schuldenlast die voortkwam uit fraude. De rechtbank heeft het verzoekschrift behandeld tijdens een zitting waarbij de verzoeker en de curator aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat, hoewel het verzoekschrift niet voldeed aan de eisen van de Faillissementswet, er voldoende gegevens in het faillissementsdossier aanwezig waren om het verzoek te kunnen behandelen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker op 29 februari 2000 definitief was afgewezen voor de schuldsaneringsregeling, omdat een groot deel van zijn schulden voortkwam uit frauduleuze activiteiten. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch had eerder in hoger beroep geoordeeld dat de verzoeker de mogelijkheid moest krijgen om opnieuw een verzoek in te dienen voor de schuldsaneringsregeling, met een termijn van vijf jaar om aan te tonen dat hij de belangen van zijn schuldeisers zou behartigen.
De rechtbank heeft in haar uitspraak de mogelijkheid voor de verzoeker om opnieuw een verzoek in te dienen, in overweging genomen. Gezien de omstandigheden en het feit dat de verzoeker inmiddels inkomen uit arbeid had verworven, heeft de rechtbank besloten het faillissement op te heffen en de verzoeker toe te laten tot de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft ook de benoeming van een bewindvoerder geregeld en de voorwaarden voor de schuldsanering vastgesteld, inclusief de data voor de indiening van schuldvorderingen en de verificatievergadering.