ECLI:NL:RBSHE:2002:AF0236
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.C.A.M. Claassens
- M.E. Bartels
- A.W.H. van Velzen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van ontuchtige handelingen met patiënten in de gezondheidszorg
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 13 november 2002 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van ontuchtige handelingen met meerdere patiënten. De rechtbank heeft de zaak behandeld op tegenspraak, waarbij het onderzoek ter terechtzitting plaatsvond op 30 oktober 2002. De officier van justitie had een vordering ingediend, maar de verdachte ontkende consequent en gemotiveerd de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen omstandigheden waren die de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg stonden.
De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de betrokken patiënten, die licht tot matig verstandelijk gehandicapt waren, niet overtuigend genoeg waren om tot een veroordeling te komen. De rechtbank wees op de suggestibiliteit van deze personen en de mogelijkheid dat hun verklaringen door derden waren beïnvloed. Hierdoor was er onvoldoende direct bewijs om de verdachte schuldig te verklaren aan de tenlastegelegde feiten.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten en de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaard in haar vordering. De rechtbank concludeerde dat de bewijspositie van de verdachte anders was dan die van een medeverdachte, die niet was vervolgd. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.