ECLI:NL:RBSHE:2002:AE6299

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 augustus 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
84227 / BP RK 02-970
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.F.M. Strijbos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om beslag tot levering op domeinnaam L'TUR.NL

In deze zaak hebben de verzoeksters, L'TUR TOURISMUS AG en L'TUR NEDERLAND BV, een verzoek ingediend om verlof te verkrijgen voor het leggen van beslag tot levering op de domeinnaam WWW.LTUR.NL. Dit verzoek is ontvangen op 6 augustus 2002, en de advocaat van de verzoeksters heeft telefonisch medegedeeld af te zien van een mondelinge behandeling. De verzoeksters stellen dat zij rechthebbenden zijn op het Benelux woordmerk L'TUR en dat de geregistreerde domeinnaam door de stichting SIDN op naam van de tegenpartij is geregistreerd met de bedoeling derden de mogelijkheid tot registratie te ontnemen. Dit zou volgens de verzoeksters onrechtmatig zijn en een inbreuk op hun merkenrecht vormen.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat beslag tot levering mogelijk is op basis van artikel 730 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Echter, de rechter concludeert dat de juridische overdracht van een domeinnaam niet mogelijk is, omdat de wet geen bepalingen bevat die de overdracht van een domeinnaam regelen. De verzoeksters hebben wel verwezen naar artikel 13 bis van de Benelux Merkenwet, maar deze bepaling is niet van toepassing op domeinnamen.

De rechter wijst erop dat, hoewel het mogelijk is om handelingen te verrichten die de registratie van een domeinnaam door de SIDN kunnen beïnvloeden, dit niet gelijkstaat aan de overdracht van het recht op de domeinnaam. De SIDN is slechts de beheerder van het registratiesysteem en de verzoeksters kunnen hun aanspraak op de domeinnaam op andere manieren kenbaar maken. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen, omdat het niet op de wet gegrond was, en de verzoeksters zijn in de kosten van de procedure veroordeeld.

Uitspraak

R E C H T B A N K T E 'S - H E R T O G E N B O S C H
BESCHIKKING
Rekestnummer : 84227 / BP RK 02-970
Datum beschikking : 6 augustus 2002
De besloten vennootschap naar buitenlands recht L'TUR TOURISMUS AG, gevestigd te Baden-Baden, Duitsland
en
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid L'TUR NEDERLAND BV, gevestigd te Amsterdam,
verzoeksters,
procureur mr J.E.Benner,
advocaat mr A. Jaggie te Amsterdam,
tegen:
De stichting STICHTING DIGITAL INFORMATION, gevestigd en kantoorhoudende te Eindhoven,
gerekestreerde.
1. Het procesverloop
1.1. Het verzoek is ontvangen op 6 augustus 2002. Een kopie is aan deze beschikking gehecht.
1.2. Bij telefonische mededeling van 6 augustus 2002 heeft de advocaat van verzoeksters laten weten af te zien van een mondelinge behandeling.
2. De inhoud van het verzoek
2.1. Het verzoek strekt er (kennelijk) toe verlof te verkrijgen om beslag tot levering te mogen leggen op de domeinnaam WWW.LTUR.NL, althans op het recht van gerekestreerde jegens SIDN om in het domeinnaamregister van SIDN op naam van gerekestreerde op deze domeinnaam te registeren en geregistreerd te houden.
2.2. Verzoeksters stellen daartoe dat zij rechthebbenden zijn op het Benelux woordmerk L'TUR en dat zij hebben bemerkt dat gerekestreerde de domeinnaam WWW.LTUR.NL bij de Stichting Domeinnaamregistratie op haar naam heeft laten registreren uitsluitend met het oogmerk derden de mogelijkheid van registeren te ontnemen. Aldus handelt gerekestreerde jegens verzoeksters onrechtmatig. Tevens zou gerekestreerde aldus inbreuk maken op het merkenrecht van verzoekster sub1. Verzoeksters wensen verdere inbreuk op hun rechten en overdracht van de domeinnaam LTUR.NL aan een derde te voorkomen.
3. De beoordeling
3.1. Beslag tot levering is mogelijk krachtens het bepaalde in artikel 730 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering. Dat artikel bepaalt - voorzover thans relevant weergegeven - dat ieder die recht heeft op levering van een goed, dit goed ter bewaring van dit recht in beslag kan nemen (voor welke inbeslagneming dan krachtens artikel 705 Rv verlof van de voorzieningenrechter vereist is).
3.2. Het is daarom van belang te bezien of de vraag of levering van het recht op een domeinnaam mogelijk is, positief kan worden beantwoord. Dit is niet het geval. Levering houdt in de juridische overdracht van een goed. Veronderstellenderwijs aangenomen dat het recht op een domeinnaam is te beschouwen als een vermogensrecht, zal de levering daarvan slechts mogelijk zijn als dit recht overdraagbaar is. Ingevolge artikel 3:83 van het Burgerlijk wetboek kunnen in beginsel alleen eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten worden overgedragen. Andere rechten zijn slechts overdraagbaar wanneer de wet dit bepaalt (artikel 3:83 lid 3 BW).
3.3. Een wettelijke bepaling die de overdracht van een (recht op) een domeinnaam bepaalt is de voorzieningrechter niet bekend. Weliswaar hebben verzoeksters gewezen op het bepaalde in artikel 13 bis Benelux Merkenwet, echter die bepaling heeft geen betrekking op domeinnamen maar op roerende zaken. Evenmin kan een beroep op de Handelsnaamwet in dit verband soelaas bieden, al was het maar omdat die wet geen enkele overdracht regelt. Conclusie is dat een (recht op een) domeinnaam niet geleverd kan worden en dat daarop ook geen beslag tot levering mogelijk is.
3.4. Aan het bovenstaande doet uiteraard niet af dat het wel mogelijk is een aantal handelingen te plegen, die tot gevolg hebben dat de registratie van een bepaalde domeinnaam door de SIDN van een andere (bepaalde) tenaamstelling wordt voorzien. En evenmin is het uitgesloten dat iemand door een bepaalde domeinnaam te (laten) registeren en te gebruiken jegens een derde onrechtmatig handelt en op die grond door de rechter op vordering van die derde wordt bevolen die feitelijke handelingen te verrichten zodat de domeinnaamregistratie ter feitelijke beschikking van die derde komt. De SIDN heeft immers laten weten aan die handelingen onder bepaalde voorwaarden te zullen meewerken; een en ander zoals met name weergegeven in artikel 13 van haar Reglement. Daarmee is echter nog niet een overdraagbaarheid in de zin van de wet gerealiseerd.
3.5. Verder is het wellicht nog van belang dat het "domeinnaamrecht", waarop verzoeksters het oog hebben, niet (ook) kan worden beschouwd als een vorderingsrecht van gerekestreerde jegens de SIDN. Voorzoveel nodig verwijst de rechter hiervoor nog naar hetgeen de SIDN daarover zelf heeft bekend gemaakt; SIDN is slechts beheerder van een registratiesysteem. (Geheel terzijde wordt opgemerkt dat niets verzoeksters in de weg lijkt te staan hun aanspraak per exploot aan gerekestreerde bekend te maken en SIDN van dat exploot op de hoogte te stellen op de wijze als SIDN heeft aangegeven als voorwaarde voor haar medewerking om te bereiken dat de domeinnaam gedurende zekere tijd niet wordt "overgedragen, opgeheven en dergelijke").
3.6. Het verzoek zal gelet op het bovenstaande als niet op de wet gegrond worden afgewezen.
3.7. Verzoeksters zullen in de kosten worden veroordeeld.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter:
wijst het verzoek af;
veroordeelt verzoeksters in de kosten van de procedure, aan de zijde van gerekestreerde begroot op nihil.
Deze beschikking is gegeven op 6 augustus 2002.
De voorzieningenrechter,
mr. J.F.M. Strijbos