ECLI:NL:RBSHE:2000:BQ3185
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Keizer
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake letselschade door seksueel misbruik met betrekking tot opleidingskosten
In deze zaak, die voor de Rechtbank 's-Hertogenbosch werd behandeld, ging het om een vordering tot schadevergoeding in verband met letselschade door seksueel misbruik. De eiser had eerder een tussenvonnis ontvangen op 21 juli 2000 en vroeg nu om een definitief vonnis. De rechtbank beoordeelde specifiek schadepost 2.b, die betrekking had op opleidingskosten van € 13.007,05. De eiser diende een verklaring van zijn werkgever over te leggen, waaruit bleek dat er geen vergoeding voor deze opleidingskosten was toegekend. De rechtbank oordeelde dat de opleidingskosten voor rekening van de eiser kwamen, ongeacht de gebruikelijke praktijk bij andere werkgevers.
Daarnaast werd in het tussenvonnis geoordeeld dat er een fiscaal voordeel van € 1.938,00 in mindering moest worden gebracht op de opleidingskosten. De eiser had stukken overgelegd van zijn accountant, die de fiscale voordelen had berekend. De gedaagde betwistte de berekening van de accountant, maar de rechtbank verwierp dit verweer op basis van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. Uiteindelijk stelde de rechtbank de schadepost vast op € 11.069,05 na aftrek van het fiscale voordeel.
De totale schade werd vastgesteld op € 71.562,66, inclusief wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding, 26 november 1998. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, die op dat moment waren begroot op € 5.190,45. Het vonnis werd uitgesproken door mr. Keizer op 24 november 2000, en de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het vastgestelde schadebedrag, vermeerderd met rente.